19 Dat brengt n. 1. Bergen op Zoom niet uit zijn voegen. Hierdoor zal men niet een mense lijke maat gaan missen. Het scheelt wel enorm veel in de mogelijkheden, ook juist op het vlak van de collectieve voorzieningen, waardoor het leefklimaat van de stad wordt verbe terd. Als wordt gezegd, dat het nu allemaal nog zo vaag is, kan hij hierop antwoorden, dat het college juist ook hierom meende, op dit moment met een concreet antwoord op deze nota, met gedetailleerde standpunten, wilde wachten tot er een gesprek is geweest met Roosendaal, met het streekgewest, met het contact-orgaan, en dat daarnaast ook in een goed debat - de heer van den Bulck noemt dat naar een voorbeeld van zijn voorgang ster een thema-vergadering - dit in de raad aan de orde komt. Om zich daarop te kunnen voorbereiden, heeft hij de raad dit detail niet willen onthouden. In de brief is bijzondere nadruk gelegd op de werkgelegenheid. Voor een pure overloop functie wordt op voorhand weinig gevoeld. Er kan natuurlijk wel enige overloop zijn onder de theorie: de mensen komen hier hun geld verteren en er is niet de last van een industrie. Van de andere kant blijft er echter toch wel een ideaal van een evenwichtige balans tussen werkgelegenheid en wonen, ook met het oog op slechtere tijden wanneer natuurlijk pen delaars het eerste worden buitengezet. Dat heeft west-brabant al zo lang meegemaakt. Wat dat betreft is men hier al zo lang met allerlei plannen zoetgehouden, dat daar inderdaad wel eens iets aan gedaan moet wor den. Bij die hele werkgelegenheids-problematiek hoort naar zijn mening ook in het kader van het streekgewest, wat daaraan gaat werken - de volgende gewestraad zal er een voorstel aan de orde komen voor de instelling van een economische commissie - de infra-struc- tuur thuis. Dat is hij met de heer van Kemenade eens. Ook in de commissie ruimtelijke ordening van het streekgewest wordt druk gestudeerd op deze infra-structuur en mensen van die commissie zijn afgevaardigd in de bijzondere commissie van waterstaat. Al die zaken hebben dus wel, zoals dat dan heet, de aandacht maar men is toch niet in staat om op dit moment een volledig overzicht, pasklaar, als discussiestuk aan de raad te overhandigen over alle details die dat alles met zich mee zal brengen. De door de raad vanavond gemaakte opmerkingen inzake detail-kritiek op de nota, van: dit is weggelaten of die tekortkoming is er, zal het college zeker in de beschouwingen be trekken. De heer MASTENBROEK heeft gehoord, dat het college op korte termijn naar de 50.000 wil gaan streven. De voorzitter zei ook, dat men wel moet weten waarover men praat. Hij dacht dat dat alles bewaard moest worden tot die speciale vergadering. Hij hoopt niet dat de raad zich zal laten uitlokken om hier nu vanavond uitgebreid over te gaan praten. De VOORZITTER zegt, dat dat inderdaad niet de bedoeling is. Het is echter wel een feit dat veel mensen niet beseffen over welke bedragen het hierbij gaat. Het vooraf denken daarover zal misschien erg kunnen helpen bij een beleidsbeslissing. Het was van hem dus beslist geen uitlokken tot een uitspraak. De heer VAN KEMENADE laat zich dan wel niet uitlokken, maar hij wil toch wel een op merking maken over de vraag van de PPR, of men wel of niet wil groeien. Het moet be kend zijn dat voor zijn fractie de groei naar 50 of 60.000 inwoners op niet al te lange ter mijn geen problemen oplevert. Dat is ook openlijk in het verkiezingsprogramma gesteld. Wat dat betreft is er dus niets nieuws onder de zon. Met name ook, om het voorzieningen pakket, waar ieder, ook de PPR naar vraagt, en waar volgens de uitlatingen van de voor zitter bij het bereiken van de 50, 000-grens een belangrijke verbetering in kan komen, te kunnen verbeteren en uitbouwen. Daarom alleen is het al zo belangrijk. De heer van den Bulck had het er ook over, dat het dan toch wel centralistisch zalmoeten. Spreker heeft daar moeite mee om de doodeenvoudige reden, dat deze regering juist altijd enorme reclame maakt over spreiding van kennis en macht en dergelijke, maar iedere keer in de praktijk weer blijk geeft van het trekken naar den Haag van die kennis en macht. De voorzitter zei dat het moeilijk was om al die details in de brief te verwerken. Dat is spreker dan wel met hem eens, alleen de opmerking van zijn fractie over de infra structuur vindt hij daarom niet zo detaillistisch, omdatvrijwel in het begin van de nota de minister zich duidelijk uitspreekt aan de infra-structuur niets te willen doen omdat hij de mobiliteit, zoals hijzelf zegt, wil afremmen. Uit de hele nota blijkt dat de minister erg groot-stedelijk denkt. Misschien denkt hij dan ook even aan Amsterdam, een Amsterdam dan geplaatst in west-brabant waar dan wel een hoop huizen staan, maar waar men met de auto geen enkele kant meer op kan. Daar heeft zijn fractie toch wel ernstige problemen over. Vandaar dat zijn vraag toch blijft, of dat niet in de brief opgenomen moet worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 188