13
geen goed meer van te maken is.
De heer NIJPELS zegt, dat dat met die huisjes aan de Dubbelstraat ook zo was.
Nu krijgt men weer een herhaling van de zaken van vroeger. Nu wordt er een huis onbe
woonbaar verklaard en de mensen moeten er uit. De wethouder is dan verder voor reno
vatie en rehabilitatie. Hoe moet dat nu verder, wil hij vragen.
Als het onbewoonbaar is verklaard, mag er helemaal niets meer in gebeuren.
Dat is toch in strijd met elkaar.
De VOORZITTER zegt, dat, na onbewoonbaar verklaring, het pand weer helemaal her
steld kan worden, maar het kan niet meer, zoals het nu is, door het aanbrengen van ver
beteringen bewoonbaar worden verklaard.
Men kan natuurlijk wel een pand half afbreken en weer als woonhuis inrichten.
De heer NIJPELS dacht wel, dat dan de gemeentelijke woningwet veranderd zal moeten
worden. Daarin staan n. 1. voorwaarden gesteld die aanwezig moeten zijn, wil men van
een onbewoonbaar verklaarde woning weer een bewoonbare maken.
De VOORZITTER meent, dat men toch gewoon een particulier huis kan bouwen.
De heer NIJPELS zegt, dat die percelen meestal zó klein zijn dat daar niet een normaal
huis op gebouwd kan worden.
De VOORZITTER dacht dat de heer Nijpels dan bedoelde, dat men met de bouwverorde
ning in de knoei komt.
De heer NIJPELS kan dat be-amen.
De heer ARNOYS kan zeggen, dat er op de Dubbelstraat een pand was wat jaren geleden
onbewoonbaar was verklaard en waar een garage van was gemaakt. Dat pand is nu totaal
gerestaureerd en er is weer een woning van gemaakt.
De mogelijkheid is dus inderdaad wel aanwezig.
De VOORZITTER dacht, dat dit alleen met een ingrijpende verbouwing mogelijk is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
28-_Yporstel tot hetjiemen_van_een voorberejdingsbesluit ex_artikel 21_ van_de Wet op de
ySPJLomsloten door de~Rooseveltlaan~_ChurchIllYlaanu
ï5llJ?maal_ de !?2§iïk.aiI en_Pastoor~JutenIaan.
("Verzameling 1976 nï\~RO/Ï23).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
2Yporstel__tot_het y a sts t ell en_van het_gewrjzigd oirtwerp^bestemniin^splan "Stations-
straatje.
(Verzameling 1976 nr. RO/125).
De heer VAN KEMENADE dacht, dat dit voorstel op de agenda abusievelijk is vermeld.
Vandaar, dat het thans hierboven juist is weergegeven.
Verder kan hij zeggen, dat de WD-fractie met dit voorstel volledig akkoord kan gaan.
In hun visie is het n. 1. zo, dat het bevriezen van de verwinkeling in dit gedeelte van de
stad, met uitzondering in dit geval van de Sint Josephstraat, niet alleen in het belang is
van de bergse middenstand, maar vooral ook in het belang van de aktiviteiten en ontwikke
lingen in de oude binnenstad en het westelijk stadsdeel.
Als de verwinkeling in dit gedeelte van de Stationsstraat en omgeving wordt bevroren,
kan dat een stimulans betekenen voor de opleving van de oude binnenstad en het westelijk
stadsdeel.Er komt dan immers een rem te liggen op de uitstulping van het winkelarsenaal
in oostelijke richting.
De heer BROOS wil vragen, of dit voorstel invloed heeft voor de bestaande zaken.
De VOORZITTER zegt, dat dat nooit het geval kan zijn. Alleen in de verwachtingen zal
het misschien iets gaan uitmaken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
stel_ tot het_in_a]_gemene_ zin onderschrijven van dehoofd)_doel_steilingen van_de
yerstedeHjkir^snota der Regering."
(Verzameling 1976 nr~~RO/T26).
De heer DEKKERS zegt, dat het college in het pre-advies stelt, met de hoofddoelstellingen
van deze nota akkoord te kunnen gaan. Hij is van mening, dat dit een juist standpunt is.