II
I
11
Hij begrijpt dan ook niet goed, dat er bij of via de PvdA krachten worden toegelaten om
via het plaatselijk PvdA-voorlichtingsblad een soort publiciteits-spuit te hanteren om het
z.g. CDA-onkruid te bestrijden.
Vandaag staan in het Dagblad De Stem problemen vermeld in het college. De CDA-fractie
heeft geen behoefte aan vertrouwens-moties b. v.om duidelijkheid te verkrijgen t„ a. v.
wethouder van Heijst. Evenmin heeft hij er behoefte aan om een crisis-situatie in het
plaatselijk bestuur op te roepen en evenmin aan een polarisatie in de raad.
Hij verzet er zich echter wel tegen om de oud en ook de huidige CDA-wethouder te laten
bespuiten met kwaadaardige publiciteit. Hij beschouwt b. v. wethouder van Heijst nog al
tijd alsdeCruyff van het bestuurscollege van Bergen op Zoom, die al vele bestuurs-doel-
punten heeft gemaakt. Zijn gedrag is niet alt ijd even lief maar zijn aktiviteit en bekwaam
heid om bestuursdoelpunten te maken of te helpen maken zijn bij voor- en tegenstanders
bekend en gewaardeerd.
De heer BROOS wil vragen, of dit alles nu wel betrekking heeft op dit agendapunt.
De heer GORRISSEN zegt dat de wethouder keihard werkt met kennis van zaken. Meer
malen wordt hij getackeld, waarop hij dan fel reageert. Dat is dan zijn persoonlijkheid»
Voor de duidelijkheid en het goede samenspel in de raad en het college heeft hij een ver
zoek aan de PvdA-fractie en zo mogelijk ook aan de PvdA-wethouder.
Dat ver zoek is dan, om in het openbaar eens duidelijk uit te spreken hoe zij over de
schrijverij in het PvdA-blad van het oud-raadslid Gaby Stroecken denken.
Zijn fractie is van mening, dat collega-raadsleden, collega-collegeleden, maar ook
de kiezers duidelijk mogen weten hoe het staat met de onderlinge waardering en relatie.
In de raad leuk met elkaar omgaan en buiten de raad goedvinden dat men elkaar pootje
haakt of natrapt, of daaraan meehelpen, maakt het samenspel moeilijk en ongeloofwaar
dig. Hij wacht met interesse zo mogelijk, op het antwoord van de PvdA-fractie en de
PvdA-wethouder. Tenslotte zou hij graag ge-informeerd willen worden hoe het staat met
de vervangende ruimte voor de jeugd. Hij heeft begrepen, dat de bejaarden vervangende
ruimte in het jeugdhuis in de Scheldeflat hebben gekregen, maar dat er voor de jeugd
nog geen oplossing is gevonden.
De heer A. FRANKEN kan zeggen, dat hij met veel genoegen dit voorstel heeft ontvangen
tot de verbouwing van dit wijkcentrum. Uiteraard heeft dit voorstel de volledige instem
ming van hem en zijn fractie. Hij wil de bewoners van 't Fort graag feliciteren met het
succes van deze voorgenomen verbetering van deze wijk-accommodatie.
Zoals de heer Gorrissen zou hij ook willen vragen, of het Wijkcentrum er al in is ge
slaagd om een alternatieve ruimte te vinden voor de tijd dat de verbouwing duurt.
Zo niet, kan de gemeente daarbij dan misschien enigszins bemiddelen.
De heer VAN DEN BULCK heeft begrepen dat het gebouw, wanneer het klaar is verhuurd
gaat worden, of nu al verhuurd wordt, aan de Stichting Recreatiegebouwen Bergen op
Zoom. Die verhuurt het dan weer door aan de gebruikers. Wat hem bijzonder interesseert
en daar is vorig jaar door zijn fractie al naar gevraagd is, hoe de relatie ligt tussen de
gebruikers en het stichtingsbestuur. De wethouder heeft daar toen op geantwoord dat in
de bestuurs-samenstelling het zodanig was, dat daarin ook gebruikers waren opgenomen.
Ook, dat er regelmatig overleg was. Hij wil vragen, hoe dit op dit moment is met de struc
tuur en verder, nu hij heeft begrepen dat het verslag een louter financi'éel verslag is,
hoe inhoudelijk dan op zijn vraag antwoord kan worden gegeven.
Een andere vraag is, of ook het Spuihuis t.z.t. onder deze stichting zal gaan vallen.
De heer MASTENBROEK kan erg kort zijn. Hij heeft ook een vraag evenals de heer Gor
rissen over de alternatieve ruimte. Hij wil verder niet ingaan op het betoog van de heer
Gorrissen als niet terzake doende. Het zal de heer Gorrissen duidelijk moeten zijn, dat
spreker persé geen rel wil. Als de heer Gorrissen wel een rel wil, is deze daar zelf
verantwoordelijk voor.
De heer VAN KEMENADE zegt, dat zijn fractie zich helemaal wil aansluiten bij het korte,
terzake doende betoog van de heer Franken.
De heer VAN HEIJST kan over de vervangende ruimte voor de jeugd zeggen, dat er een
goed contact is met het Juvenaat. Als enkele zorgen over de begeleiding en het toezicht
bij het gebruik van ruimte in het Juvenaat weggenomen zouden kunnen worden, dacht hij,
dat een gedeeltelijke oplossing bereikt zou kunnen worden.
Dat is op dit moment nog geheel in de onderhandelings-fase. Hij ziet het echter niet hele
maal als hopeloos.