5 Bij punt 1 zegt de heer A. FRANKEN goede nota te hebben genomen van het schrijvan van Horeca Nederland afdeling Bergen op Zoom inzake de zalen accommodatie. Hij beoordeelt dit schrijven, waarbij alle medewerking wordt toegezegd ter oplossing van het zalenprobleem in Bergen op Zoom, als bijzonder positief. Zijn fractie heeft reeds als mening gesignaleerd, dat het probleem ligt in de onvoldoende kwaliteit alsmede in de beperktheid van de huidige zalen-accommodatie. Het zalenprobleem is er geen als zouden er geen voldoende aantallen zalen zijn. Hij meent dat de zalenkwestie over een reeks van jaren slepende is gebleven en in feite nooit afdoende is afgedaan. Het is beslist niet zijn bedoeling om vanavond een discussie over het zalenprobleem te ontlokken. Daar is het probleem te complex voor. Hij zou het college, maar ook alle raadsfracties vanavond willen vragen, zich eens over het volgende te bezinnen. Moet niet tot een doorbraak worden gekomen tot een definitieve oplossing van het zalen probleem in deze stad door eens ernstig te gaan denken aan nieuwbouw. Is Bergen op Zoom, tevens een centrum-gemeente, daar gewoonweg niet aan toe. Hij beseft deksels goed, dat de jaarlijks terugkomende lasten en de exploitatie de groot ste problemen zullen zijn. Hij heeft daar ook nog geen oplossingen voor. Maar hij sluit deze oplossingen vooralsnog niet uit. Hij wil het college vragen, deze gedachte eens mee te nemen naar de commissie die de zalennota voorbereid. Hij zou de fracties willen vragen, zich nog eens ernstig over de ze zaak te beraden. Hij kan zeggen dat zijn fractie er in ieder geval al mee doende is. Hij wil hiermede trachten de meningen over deze kwestie temobiliseren want hij acht het een stuk vooruitstrevend beleid indien deze zaak zou kunnen worden opgelost. Hij wacht verder de zalennota met bijzonder veel spanning af. De heer MASTENBROEK hoopt niet dat de raad de punten die de heer Franken zoeven op noemde, zal aangrijpen om hevig te gaan discussiëren over al of niet nieuwbouw. De heer Franken vroeg, of de fracties zich daarover eens rustig wilden gaan bezinnen. Hij kan zeggen, dat zijn fractie daar ook al een hele tijd mee bezig is. Er wordt gewoon gewacht op de gegevens van de zalennota. Hij heeft vernomen dat het toch wel weer een lange tijd zal duren, eer deze zalennota zal uitkomen. Hij betreurt dat zeer. Hij heeft al een paar keer gevraagd en er zijn ook al een paar keer wat vage tijdsaanduidingen geweeest. Nu heeft hij weer in de krant gelezen, dat het mis schien weer september zal worden, eer deze nota uit zal komen. Hij zou nu toch wel graag eens van de wethouder willen horen, wanneer deze nota tege moet kan worden gezien. Ook de heer VAN DER STOEL heeft de brief van de Horeca gelezen. Hij is erg blij met de constructieve opstelling die daarin te lezen was. Hij is van mening, dat de Horeca Neder land, samen met de gemeente tot een totale oplossing van dit probleem zal moeten komen. Mogelijk is een hearing daarvoor de aangewezen weg. Hij hoopt overigens wel, dat de Horeca ook iets op papier zal zetten, waar bij de beleidsbeslissingen rekening mee ge houden kan worden. Verder is hij het met de heer Mastenbroek eens, dat er ook vanwege zijn fractie geen toevoeging zal komen aan de schoten voor de boeg die de heer Franken van de Stadspartij meende te moeten lossen. Hij wil het kruit nog graag even droog hou den tot de zalennota verschenen is. De heer VAN DEN BULCK heeft een hele korte opmerking. De belangrijkheid van de za lennota is door een aantal vorige sprekers reeds aangetoond. In de vorige raadsvergade ring is naar zijn mening een brief aan de Democratiseringscommissie gezonden, waarin werd toegezegd om hierover een hearing te gaan houden. Hij dacht - en de heer Franken heeft er ook al op gewezen - dat de oplossing van deze problematiek een hoop geld zal gaan kosten. Hij hoopt dan ook, dat er een zo breed mogelijk overleg zal gaan komen en dat de discussienota die er komt, of liever gezegd, dat de nota die er komt een dis cussienota zal worden, waarin een aantal alternatieven op een rijtje worden gezet. De heer ARNOYS kan zeggen, dat het inderdaad de bedoeling is om met verschillende mo gelijkheden te komen en niet te zeggen van dit of dat zou feitelijk moeten gebeuren. De werkgroep komt deze maand weer bijeen en hij hoopt dat de heer Mastenbroek geen gelijk aan zijn zijde zal vinden wat betreft de tijdsduur, en dat het niet zo lang zal be hoeven te duren voordat de zalennota publiek kan worden gemaakt. Dan zal, ook al omdat echt in een breed verband met belanghebbenden en ge-interesseer den over deze materie gesproken kan worden, het ook niet uitgesloten zijn dat de hele zaakwei wat langer zal gaan duren, omdat inspraak nu eenmaal tijd kost. Hij wil de raad er nog wel op wijzen, dat in het schrijven van Horeca Nederland staat, dat het op prijs zou worden gesteld als meegewerkt zou kunnen worden aan een voor ieder aanvaardbare oplossing. Hij moet daarop dan zeggen, dat zo'n oplossing niet bestaat.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 174