34 De VOORZITTER heeft enkele gesprekken bijgewoond. Er zijn enkele onduidelijkheden tus sen gemeente en ministerie over de groepen van 12 die in de begroting stonden en waar dus ook werd gesproken over een gemiddelde van 15. Hij dacht echt dat men er verstandiger aan deed om de hele zaak, ook juist in verband met - als hij dat zo mag noemen - het dekkingsplan Dekkers, deze hele zaak met het ministerie eerst eens nauwkeurig door te nemen en er dan later in de commissie eerst eens mee terug te komen. De heer WESTERHOF meent dat er 2 dingen spelen. Op de eerste plaats de sanering van de financi'én. Een grote meerderheid van de raad is bereid op welke manier dan ook om dit verder uit te werken. Hij dacht echter ook, dat er bij velen een levensgrote vraag bestond of men in 1977 wel door moest gaan met die Kraal. Daarom vindt hij het juist als op zo kort mogelijke termijn er een onderzoekscommissie in het leven wordt geroepen, want als het antwoord op die vraag negatief moest zijn is het wel fatsoenlijk dat dat op een tijdig tijdstip, voor 1 januari 1977 kenbaar wordt ge maakt. Hij dacht dan ook dat het voorstel van de voorzitter om alles finanei'éel op een rijtje te zetten alleszins logisch was, maar dat met het instellen van die commissie die dat alle maal eens gaat uitzoeken niet gewacht behoeft te worden. Dat kan in ieder geval wel zo vlug mogelijk. De VOORZITTER weet niet, of dit een aparte commissie moet worden of dat de cultuur commissie dat ook zou kunnen doen. Daaruit zouden dan een paar mensen kunnen worden afgevaardigd om het bestuur eens te horen en dergelijke. De heer DEKKERS kan met dit voorstel akkoord gaan. Het belangrijkste is, als er een keer aandacht aan wordt besteed. De heer MASTENBROEK vindt het allemaal best maar dat betekent dan wel, dat ook in die commissie de samenwerking met de andere instituten ter sprake moet komen. De heer BLANKEN zou dan ook graag, omdat er toch raadsleden zijn die niet in die commis sie zitten, zien, hoeveel mensen er van die instituten genieten en hoeveel dat dan per in woner kost. In een ander geval ging het over subsidie aan sport en wat daar dan door de deelnemers zelf wordt bijgedragen. Ook denkt hij aan het kreatief bezig zijn op een muziekschool, wat vele malen duurder is voor de eigen deelname. Op dit moment gaat de onroerend-goed-belasting wat meer spreken en dan zal het ook veel duidelijker zijn, als men eens precies weet, wat. dit nu allemaal per hoofd van de bevol king kost. De heer A, FRANKEN wil nog vragen of de voorzitter nu bedoelde dat er een commissie zou komen uit de cultuurcomissie of dat de gehele cultuurcommissie er zich mee zou bezig hou den. De VOORZITTER stelt zich niet voor dat men met de gehele cultuurcommissie zo'n finan ei'éel stuk gaat behandelen. Dat kan natuurlijk wel een gesprek worden van enkele leden van deze commissie met de wethouder en met b. v. het bestuur van de Kraal. Om een bespreking in de cultuurcommissie voor te bereiden. De heer MASTENBROEK zegt, dat dit dan b. v.de raadsleden uit de cultuurcommissie zou den kunnen doen. Daar kan de VOORZITTER zich wel mee verenigen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 26._Voorstel tot: wijz.gem. wijz.begr. tak onder wero- begr. 1975: varf dienst 1975: 428e Bijstelling algemene uitkering 1975. 429e Bijstelling subsidie "Open Jongeren Centrum" en aan sociale werkplaatsen. 430e Vaststelling uitkeringen 1975 op grond van de Wet Uitkeringen Wegen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 158