29
De begroting geeft een bedrag van 25.000. - aan. Is dat dan de maximum bijdrage voor
1976 van Bergen op Zoom, wil hij vragen. Duidelijk komt wel uit het voorstel naar voren,
dat de stichting zelf bij de buitengemeenten dient aan te kloppen.
Daarnaast mist hij in dit stuk nog wel een aantal dingen. Er is n. 1. de laatste jaren bij de
algemene beschouwingen regelmatig gevraagd naar de situatie rondom het kreatief centrum
en o.a. de beide VEV-instituten. In 1974 (begrotingsonderzoek 1975) wordt in antwoord op
een gestelde vraag het volgende gezegd: Ten aanzien samenwerking VEV-"s en kreatief
centrum. Vermelde stichtingen hebben onderling contact gelegd om tot samenwerking en
coördinatie te komen. Waar, en zover mogelijk zullen wij die coördinatie en samenwerking
bevorderen. In datzelfde jaar tijdens de algemene beschouwingen antwoordt wethouder
Arnoys: De heer Mastenbroek heeft ook gesproken over samenwerking tussen het kreatief
centrum en de vormingsinstituten Oberonstraat en Bergsebaan. Hij zou een dergelijke
samenwerking toejuichen en waar het hier gaat om 3 autonome stichtingen is hij bereid
te onderzoeken of daarvoor een basis aanwezig is en of en op welke wijze e. e.a. in de
praktijk te realiseren is. In december 1975 zegt wethouder Arnoys: op een vraag vanuit
de CDA-fractie: Met het bestuur van deze stichting (bedoeld is kreatief centrum,heeft een
bespreking plaatsgehad waarbij onder meer zijn besproken het financi'éel beheer en de deel
name van de cursisten van buiten Bergen op Zoom. Het bestuur is thans doende om zich
terzake te beraden en de nodige maatregelen te nemen. Het resultaat daarvan zal begin
1976 aan het college worden voorgelegd.
Volledigheidshalve nog: ten aanzien van financiën wordt op de vraag in 1974 gezegd: Wij
hebben besloten om voor de deelnemers van buiten Bergen op Zoom aan de betrokken ge
meentebesturen een bijdrage per leerling te vragen in de ten laste van deze gemeenten
blijvende kosten m.b.t. het kreatief centrum. Verder heeft hij helaas bij de stukken ge
mist de brief van 3 september 1974 van het ministerie waaruit zou blijken dat voor 1974
een bedrag van 27.500.- zou zijn gereserveerd.
In het voorstel wordt er dan verder melding van gemaakt, dat er een nieuw bestuur is ge
vormd, dat het college van mening is dat, mede gezien de genomen maatregelen t. a.v.
1976 er alle vertrouwen is voor de toekomst.
Mede op grond daarvan is dit voorstel er op gericht de financiële toestand van deze stich
ting weer wat gezonder te maken.
Te constateren is inderdaad in de begroting van 1976, dat de post personeelskosten t. o.v.
met name 1975 sterk is verminderd evenals de post: overige uitgaven. Het geheel heeft
echter, ook samen met het jaarverslag 1975, ondanks de kennelijk aanwezige behoefte,
niet kunnen overtuigen. Voor de meerderheid van zijn fractie, die wel bereid is tot het
medewerken aan een gezondmaken van de ontstane financiële toestand, is meer inzicht in
het geheel noodzakelijk om straks, bij de begrotingsbehandeling 1977 eveneens ja te zeggen
en een subsidie beschikbaar te stellen. Omdat dit zo ligt, stelt hij voor dat naast de afwer
king van dit voorstel vanavond eveneens wordt beslist, dat via een commissie ad hoc van
b.v. 3 personen het kreatief centrum de Kraal nader bekeken dient te worden en op korte
termijn liefst toch voor 1 augustus a.s. rapport aan de raad wordt uitgebracht.
De financiële gezondmaking. Het voorstel van het college komt er op neer, dat de gemeente
Bergen op Zoom bepaalde bedragen, welke in eerste opzet duidelijk bedoeld zijn om de las
ten van de gemeente te verlichten, nu toch maar aan het kreatief centrum ter beschikking
te stellen. In het voorafgaande heeft hij daar ook al op gewezen. Na uitvoerige bestudering
van het geheel, wil hij ten aanzien van deze gezondmaking een afwijkend voorstel indienen
en dit aan de raad voorleggen.
1972. Het door de Kraal ontvangen rijkssubsidie ad 4.192. dient ter beschikking ge
steld te worden van de gemeente Bergen op Zoom.
1973. De door de gemeente ontvangen bijdrage van de buitengemeenten volgens de stukken
groot 2. 916. 50, wordt niet alsnog ten gunste van 1973 aan het kreatief centrum overge
maakt.
1974. Volgens het college is te verwachten dat van de buitengemeenten alsnog een bijdrage
wordt ontvangen van 3. 500. Hij kan er mee instemmen, dat deze worden doorbetaald
aan het kreatief centrum. Dit betekent voor het centrum een vermeerdering aan inkomsten
van de gemeente 3.500.-, rijksoverheid 3.500.—, is totaal 7.000.—.
Het tekort, volgens het ter inzage liggende accountantsrapport op de personeelskosten is
dan nog groot 50.203.20 min 49.000.-, is 1.203.20. Dit blijft voor rekening
van de stichting.
1975. Volgens het college is te verwachten dat van de buitengemeenten alsnog een bijdrage
komt van 4. 000. Hij kan er mee instemmen, dat deze worden doorbetaald aan het
centrum. Daarnaast stelt hij voor dat aan het centrum ter gedeeltelijke dekking van de per
soneelskosten van 1975 een eenmalige subsidie wordt toegekend van 7.000.