II 26 In de bespreking met de sportraad-delegatie heeft hij gezegd: laten we nu alstublieft dat getal van 15 in deze verordening laten staan want als er_een andere grootte wordt ingevoerd dan zal iedereen zich - en naar mijn smaak terecht - /op beroepen. /daar Toen werd er gezegd: Ja maar er zijn teamsporten, die komen niet aan de grootte. Hij heeft daar op geantwoord: Terecht, maar dat zijn er maar een beperkt aantal. De sportraad krijgt ieder jaar alle subsidieverzoeken ter beoordeling en er wordt dan advies gegeven aan B. W. Hij heeft toen gezegd, dat in het eerstvolgende advies van de sport raad gemeld zou kunnen worden in welke gevallen dit tot onredelijkheden aanleiding zou ge ven. Naar zijn smaak zal dat in een zeer klein aantal gevallen mogelijk zijn. Hij heeft daar toen ook nog gezegd dat hij dan bereid was om B. W. voor te stellen, dat te bezien voor die gevallen, of daar dan misschien iets aan zou kunnen worden gedaan. Hij verbaast er zich dan toch wel over, deze toezegging gedaan hebbende in de bespreking met de sportraad, dat daar nu op deze wijze alsnog op wordt teruggekomen. Alsof aan zijn woorden wordt getwijfeld. Ook al, omdat de heer van Wijk daar zelf bij aan wezig was. De heer Dekkers wilde punt 1 b laten vervallen. Hij ziet niet in waarom dat zou moeten worden gedaan. Dat gaat daar over de categorie van de minst-contributiebetalenden. In het algemeen heeft men daarbij te maken met verenigingen met minder activiteiten. Toch is dat bedrag van 5. - naar 6. - verhoogd, dus ze vallen toch in ieder geval in de hogere beloning. Het spijt de heer MASTENBROEK toch wel dat de bezwaren die hij in eerste termijn had geuit tegen subsidie per lid, door de wethouder zo maar worden afgewimpeld. De wethouder zei verder, dat er niet alleen maar een subsidiebedrag per lid wordt ver leend maar dat er ook nog andere zaken in de verordening staan vermeld. Dat heeft spreker echter ook niet gezegd. Hij heeft wel gezegd, dat de subsidie-regeling gebaseerd is op een bedrag per lid. De bezwaren houdt men altijd wel, zei de wethouder. Dat kan spreker met hem eens zijn. Hij heeft ook een aantal alternatieven opgenoemd en dat zijn er dan niet zo maar enkele die hij uit het losse handje naar voren brengt. Dat zijn alternatieven, aangegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Die heeft op een gegeven moment gezegd: Zo'n subsidiebedrag per lid is wel goed wanneer men daarmee begint maar er zijn nog andere wegen die leiden tot een beter subsidiebeleid. Hier staat die vereniging van nederlandse gemeenten dus helemaal achter. De wethouder zei ook nog, dat de verenigingen niet om iets anders hebben gevraagd. Hij weet dan niet, of die verenigingen daar nu om komen moeten vragen. Als men als colle ge of als raad zegt: er zijn andere manieren en laten we dat eens onderzoeken, dan kan men dat gerust doen met een sportraad die een speciale commissie heeft voor jeugdsport en met de commissie voor sport- en openluchtrecreatie. De heer DEKKERS hoorde de wethouder op zijn vraag antwoorden, dat het hier wel zou gaan om de categorie met de minste kosten en zo. Hij wil er dan ook nog even op wijzen, dat die vraag mede voorkwam uit het feit dat lb in de vorige verordening aangaf de bedragen tussen 30 en 40 gulden en dat die grens nu toch wel met een tientje omhoog is getrokken. Zowel naar beneden als naar boven. Dan denkt hij, dat dit toch een aanmerkelijk verschil uitmaakt. Als men dan in de oude situatie 5. - kreeg of nu met 6. De heer VAN WIJK wil zeggen dat de sportraad natuurlijk regelmatig ruggespraak heeft met de bij haar aangesloten verenigingen. Uit contacten met verenigingen die gebruik maken van vrij dure accommodaties kwamen bij dat onderhoud toch wel wat knelpunten naar voren. Hij zei eerder al, dat die knelpunten nu wel verholpen zijn door de verhoging van het plafond en in die zin heeft de voorsitter van de sportraad zich dan ook uitgelaten bij dat bezoek ten stadhuize waarop de jeugdsport-voorziening is behandeld. Dat onderhoud heeft dan inderdaad geen 10 minuten, maar wel ruim een uur geduurd. Dit in antwoord op de heer Broos. De wethouder had het ook nog over een bepaalde voetbalvereniging die weigerde een contri butieverhoging te gaan toepassen. Hij dacht niet dat het juist was om alle sportverenigingen te gaan generaliseren want niet elke vereniging beschikt over een tapkast. Verder had hij in eerste instantie een voorstel gedaan voor die specifieke takken van sport en juist deze takken staan meer en meer in de belangstelling. Hij heeft die eerder al ge noemd. Dat maakt dus momenteel een, 20 van het aantal verenigingen die hier bekend zijn uit. Aan de ene kant zei de wethouder, dit wel te willen toegeven en dat daar toch wel een onbillijkheid in zat. Van de andere kant werd dit door hem weer afgezwakt. Hij vraagt zich af of er dan zo'n groot bezwaar tegen is om dat, ter veiligstelling van die mensen van die takken van sportverenigingen, om dat niet op te nemen in de nieuwe verorde ning.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 150