17
Hij dacht, dat het zeker ook een sanering was van wat men wel noemt: een rotte plek in
de binnenstad of althans aan de rand daarvan. Als zodanig dacht hij dat deze zaak ook is
toe te juichen. Verder is er dan nog het feit, dat hier het grootste deel van de woningen
bestemd is voor een-persoons-huishoudens, woningen waar een enorme vraag naar is,
juist in de binnenstad. Tenslotte wordt in de verstedelijkingsnota de wens geuit om een
grote dichtheid van woningen te verkrijgen.
Nogmaals tenslotte wordt de privacy verzekerd doordat langs de balkons 2 meter hoge af
rasteringen van ondoorzichtig glas zullen komen. Er is dus echt op alle mogelijke ma
nieren rekening gehouden met de omwonenden. Velen, maar helaas niet allen, hebben
ook een achteruitgang kunnen krijgen, hetgeen voor velen ook belangrijk is en vandaar
ook de vele positieve reacties.
De heer WESTERHOF was het in eerste instantie helemaal eens met het standpunt van de
heer Blanken en dat is hij nu nog. De wethouder heeft hem helemaal niet kunnen overtui
gen ondanks zijn argumentenHij kreeg zelfs bij diens redenering zo het gevoel dat hij
er zelf nu ook niet zo erg gelukkig mee is en eigenlijk de intentie die het college op dit
punt heeft tegen zichzelf aan het verdedigen was. Hij zei verder: hoogbouw, 4-hoog mag
men toch geen hoogbouw noemen. In ieder geval is het toch ook geen laagbouw.
Als men dan zegt, wat is tegenwoordig middelhoog dan krijgt men van hem 100% gelijk.
Dat is maar spelen met woorden. Hij heeft in zijn achtertuin ook liever geen 4-lagen men
sen boven zich. Hij vindt het Mok zoals het op de maquette staat met kleinschalige wonin
gen. allemaal laagbouw, en om daar dan zo'n massale, en dan zegt hij toch hoge eenheid,
in te zetten, een planologisch monster. Hij dacht dat men in 1976 langzamerhand wel zo
ver was dat over dergelijke plannen, waar over 10 jaar nog de schimpscheuten over zullen
vallen in het publiek en in de pers, op dat punt - het gaat er dus niet om dat hij dat pro
ject als zodanig nergens zou willen hebben in de stad - voor deze mensen, en dan mag dat
ook nog ergens in het westelijk stadsdeel zijn voor versterking van de woonfunctie daar,
daar in die bestaande bouw middenin te ploffen, dan moet hij toch zeggen: nee. Dat hoeft
van mij niet. Hij dacht dat argumenten als door de wethouder aangedragen van: versterking
van de woonfunctie niet opgaan. Dan zou men ook kunnen zeggen: zet naast de Lucerna-
flat nog maar een tweede bij. Dat versterkt de woonfunctie nog meer en dan krijgt men
nog een veel betere bebouwing. Hij dacht dat vandaag de dag daar toch niemand meer aan
wilde en krabt iedereen zich in feite de haren van het hoofd dat dit in het verleden heeft
kunnen gebeuren. Nu weet hij wel dat men terecht zal kunnen zeggen dat hij niet moet
gaan overdrijven, want zo erg is dat in dit geval toch niet. Dat moet hij dan ook nog eens
zijn. Hij dacht dat dit een project is waar niet alleen die mensen niet gelukkig mee zul
len zijn en dan kan men wel zeggen: doe nu niet zo naar; we zullen die balkons dichtmaken
en je krijgt een achteruitgangetje. Een aantal mensen gaan daardoor dan wel door de
knie'én en hij weet ook wel dat het uitzicht wat ze nu hebben ook niet zo leuk is.
Hij vraagt zich wel af of men als gemeente er nu mee akkoord moet gaan dat in zo'n blok
kleine huizen dan een dergelijk massaal geval in het midden wordt gezegd. Hij moet daar
beslist toch nee tegen zeggen.
De heer BLANKEN zegt, dat, als daar eengezinswoningen waren neergezet, de woonfunctie
versterkt was geworden in het westelijk stadsdeel. Hij hoopt niet dat die redenering van
versterking van de woonfunctie steeds maar zal worden toegepast want dan ziet hij Kijk in
de Pot ook aardig vol komen als dat straks verworven kan worden.
Dit als schot voor de boeg. Wat betreft het nodig zijn van eenpersoons-woningen wil hij
vragen of men hiermee zo lang door moet gaan tot men straks kan zeggen er over te houden.
Hij heeft landelijk wel begrepen dat men aan flatwoningen - hoge of middelhoge, die fijne
nuance kent hij niet zo goed - niet zo'n groot gebrek meer heeft. Op een zekere manier
wordt er nu al voor gewaarschuwd dat ér leegstand zal komen als men niet uitkijkt.
Dat argument zegt hem dan ook niets. Dat hij in de zomer zon wil hebben in zijn tuin en
die in de winter kan missen, daarvan moét hij zeggen het toch wel heerlijk te vinden om
in de winter nog een beetje zon te hebben. Er zijn daar in ieder geval een aantal mensen
die een heleboel zon missen en dan niet gedurende een paar uur, maar gedurende een
paar maanden. Als er dan ook nog gezegd wordt: de rneesten zijn toch akkoord, dan wil
hij nu niet verder gaan, maar dan moet het college nog maar eens bekijken hoe dat akkoord
tot stand is gekomen. Er zijn n, 1. nog al wat spijtoptanten die wel inderdaad de notulen
van die vergadering' waarin dus gezegd wordt dat aan een boel dingen tegemoetgekomen is,
en waar dan aan het slot staat: aldus aan alle bezwaren tegemoet gekomen zijnde sluit ik
de vergadering. Wilt U een afschrift van deze notulen kunt U dan deze aan ons terugzenden
als akkoordbevinding. De manier waarop dit dan is gebeurd, daarop wil hij hier dan maar
niet verder ingaan. Het is dan misschien zakelijk gebruikelijk.