6 Mevrouw VLUG zegt, dat de heer Broos heeft gevraagd of de raad over dit verzoek van hem een uitspraak wil doen. Hij wil dus kennelijk graag weten, hoe iedere fractie daarover denkt. Zij is dan van mening, dat een raadslid terecht om inzage van alle stukken mag vragen, en dat dat niet geweigerd mag worden. Er wordt echter naar de mening van de fracties gevraagd dus ook naar die van haar fractie. Dat behoeft dus niet voor het algemeen te gelden. Zij vindt het wel iets anders, als van bepaalde tekeningen copieën worden ver langd om die mee naar huis te nemen. Het is nog nooit gebeurd dat, als raadsleden ge vraagd hebben om iets te mogen inzien, dat geweigerd is. Haar fractieleden en ook zij per soonlijk zijn van mening, dat dit voor hen voldoende is. Zij wil er dan geen oordeel over uitspreken of dit voor de heer Broos voldoende is, maar in ieder geval weet deze nu wel de mening van de VVD-fractie. De heer WESTERHOF is van mening, evenals zijn fractie, dat een raadslid alle gelegen heid moet hebben om zelfstandig een voorgesteld beleid na te zien en dat, met de stukken in de hand, desnoods met andere deskundigen, hij deze moet kunnen raadplegen. Dat kunnen dan wel eens andere deskundigen zijn dan de ge-eigenden die er zijn in de vorm van de gemeentelijke ambtenaren. Hij dacht dat dit een stukje zelfstandigheid was van ieder raadslid ten opzichte van de voorstellen die naar de raad toekomen. In dat opzicht kan hij zich dan voorstellen, dat iemand van bepaalde onderdelen van een plan een afschrift krijgt. Hij meent, dat dit zelfs zonder meer een recht van een raadslid was. Hij vraagt zich wel af, als dat aantal tekeningen en foto-kopie'én een bepaalde limiet te boven gaat, of hier dan nog sprake is van een redelijke vraag. Dat lijkt hem en zijn fractie nog een vraagteken. Hij dacht wel dat in principe van een bepaald onderdeel een gedetailleerd stuk voor ieder raadslid beschikbaar moest zijn en daarbij moest kunnen rekenen op alle medewerking, om zodoende zich zelfstandig een oordeel te kunnen vormen over een bepaald voorstel. Ook de heer A. FRANKEN zegt namens zijn fractie zeggen dat men van mening is, dat in principe ieder raadslid de gelegenheid moet hebben om een gevraagd stuk in te zien. Het moet dan natuurlijk niet al te vertrouwelijk zijn. Hij dacht niet, dat daarvan in dit geval sprake was. De heer BROOS is niet bang om politiek af te gaan als hij iets vraagt, maar hij wil wel tot de bodem gaan als hij iets wil onderzoeken. Hij wil dit korte schrijven even motiveren. Hij meent dat de heer Westerhof het het meest omkleed had zonder dat deze dat misschien zelf weet. De achtergronden zal hij nu proberen te verduidelijken. Ongeveer 3 jaar geleden is hij met een college-lid naar een overstroming wezen kijken in de Pastoor Lancrietstraat en daar heeft hij schrijnende tafarelen gezien. Hij heeft daar iemand tot de knieën in het water zien lopen en alle huisraad dreef daar rond. Hij is in verschillende huizen daar geweest. Hij heeft aan die mensen gevraagd of zij verzekerd waren en het bleek toen dat de een dat wel en de ander niet was. De meesten waren wel verzekerd. Op een gegeven moment heeft de verzekerking echter gezegd: Sorry, maar dit is hier niet op van toepassing want het schijnt door de enorme hoeveelheid hemelwater - wat het college ook niet in de hand heeft en daar verder ook niets aan kan doen - - de mensen kunnen er ook niets aan doen - te zijn gekomen. Door dat teveel aan hemelwater wordt de druk in de riolen te hoog waardoor er overstromingen komen, zegt de verzekering. Hij kan dan niet beoordelen of dat wel of niet zo is. Er was daar toen ook een man bij, die daar al zo'n jaar of 30 of 40 woont. Die zei, dat het daar al zo vaak overstroomd was. "Als men een overloop-put maakt naar het Ravelijn enzovoorts kan dat misschien worden verholpen", zei deze verder. Het water komt klaarblijkelijk uit de binnenstad daarheen. Tot zijn grote verbazing vernam hij deze week zo tussen neus en lippen door, dat een des kundige had vastgesteld, dat het water uit de Zuivelstraat via de Blauwehandstraat, het Kettingstraatje zo naar de Korenmarkt liep. Die man, die dan niet deskundig was, heeft dat die bewuste avond ook zo gezegd. Er zijn verschillende mensen geweest die een ver zoek bij de gemeente hebben ingediend of die eventueel bereid was een bepaalde schade te vergoeden of deze minstens op te nemen. De gemeente is, zoals bekend, daarvoor verze kerd. Zover hij echter weet, hebben deze mensen niets gekregen. In dat licht gezien, heeft hij zich afgevraagd of het rioolsysteem op dat punt daar voldoende is en hij wilde dat destijds met een derde overleggen. Hij moet eerlijk zeggen, dat men hem van gemeente wege nooit geweigerd heeft om bij gemeentewerken inzicht te verkrijgen. Hij is daar een keer geweest, maar er waren geen tekeningen van het rioolstelsel van Bergen op Zoom, Ook niet van dat gedeelte. Als die er dan niet zijn, hetgeen hij dan wil aannemen, hoe kan men dan van B. W. negatief reageren als mensen vermoeden of suggereren dat de riole-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 130