mmm 13 uitspraak, want als wij straks de hele zaak kant en klaar hebben en een paar gemeentera den gaan dan toch zeggen: we doen het niet, zou dat toch wel een hele vervelende zaak zijn. Dat is dan de vrijblijvendheid, en dit dan tot de heer Franken. Als er een principe-uit spraak van de gemeenten komt, kan de werkgroep tenminste met hart en ziel verder wer ken. Anders zou men nu al wel kunnen ophouden. De heer DEKKERS heeft toch wel wat moeite met de opmerking van de heer A. Franken. Deze zei namens zijn fractie geen enkele moeite te hebben om een zó vrijblijvend besluit ais vandaag voorligt te nemen. Hij vraagt zich dan toch af of het besluit wat dan vandaag genomen gaat worden wel zo vrij- blijvend is. Als hij zou mogen vaststellen, dat men vandaag b zegt, dacht hij ook dat van de gemeenteraad van Bergen op Zoom verwacht wordt, dat men het gewest het groene licht wil geven om een aantal zaken verder uit te diepen, maar dat dat gewest er dan auto matisch op moet kunnen rekenen, dat de bergse gemeenteraad straks dan ook een c, d en e enzovoorts niet zal gaan blokkeren. Als de heer Franken dit zo bedoelt, heeft hij daar toch wel veel moeite mee. De VOORZITTER zegt, dat dit echt wel tot z zal gaan. Dat hoopt de heer DEKKERS dan ook maar. De PvdA-fractie had nog vele twijfels waar de wethouder dan al op is ingegaan. Er zal nog veel bestudeerd moeten worden. Wat de opmerkingen over Oudenbosch betreft wil hij zeggen, in eerste termijn toch wel duidelijk te hebben opgemerkt, dat, wanneer gewestraads-leden in het gewest gevraagd wordt mede standpunten te bepalen, men dan ook de moed op kan brengen om in de eigen gemeenteraad te zeggen, dat men unaniem stond achter een besluit van de gewestraad om te komen tot een principe-uitspraak van de eigen gemeenteraden. De heer VAN DER STOEL kan zeggen het helemaal met de krachtige woorden van de heer Dekkers eens te zijn. Het antwoord aan de heer Franken kan dan verder zijn, dat het hier wel over een belangrijke keuze gaat want er wordt gezegd: Houden we nu allemaal onze eigen regelingetjes en gezondheids-dienstjes of gaan we dat samen doen. Dat is dan echt niet zo vrijblijvend als de heer Franken denkt. Het is een erg belangrijke uitspraak. Men zal wat groter moeten leren denken en dat wordt dan bij deze gedaan. De heer A. FRANKEN wil toch wel wat misverstand wegnemen. Zijn fractie staat duide lijk achter het besluit zoals het hier voorligt. Hij heeft daarmee geen enkele moeite. Als hij in eerste instantie het besluit letterlijk citeerde, deed hij dat niet zonder enige opzet. Hij zou het nog wel eens willen doen zodat iedereen kan horen hoe vrijblijvend het is. Hij wil nogmaals zeggen er geen enkele moeite mee te hebben om te trachten deze gezondsheidszorg regionaal te gaan maken. Als mevrouw Elseman dan zei dat spreker over voorwaarden had gesproken, maar dat daarmee dan eigenlijk opmerkingen zijn be doeld mag hij haar toch wel wijzen op het besluit, waarin wel degelijk over voorwaarden wordt gesproken. De heer MASTENBROEK kan nog zeggen dat de wethouder nu wel kan zeggen: De een kan er wel iets in zien en de ander niet. De inhoudelijkheid waar hij het over had, staat ge woon niet in dit stuk. Dus kan niemand er dat dan ook in zien. Verder zei de wethouder dat eindelijk eens met iets concreets moest worden gekomen. Dat vindt hij best, maar hij vindt dit geen concreet stuk. Hij is het eens met de heer Franken die zegt dat het een zeer vrijblijvend stuk is. Er staat nagenoeg niets in. De voorzitter zei, dat er nu eindelijk eens een principe-uitspraak moet komen. Hij kan het er mee eens zijn dat er nu en dan eens een principe-uitspraak moet worden gedaan maar dan moet men toch wel weten waarover die uitspraak dan wordt gedaan. Het spijt mevrouw ELSEMAN dan voor de heer Mastenbroek, dat deze er niets uit heeft kunnen lezen. Het rapport ligt er nu eenmaal zo. Deze werkgroep zal waarschijnlijk niet verder gaan met dit werk. De gewestelijke werkgroep zal, als alles geregeld is, hier mee verder gaan. Zij hoopt, dat deze dan met een meer inhoudelijke nota zal komen. Misschien dat de heer Mastenbroek daar dan tevredener mee is en helemaal achter de regionale gezondheidsdienst kan gaan staan. Vandaag gaat het om een principe-uitspraak of men achter een gewestelijke gezondheids dienst kan gaan staan. De heer MASTENBROEK wil dan toch wel weten, wat dit allemaal gaat inhouden. Dat heeft hij uit de stukken niet kunnen lezen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 116