9 zou willen blijven wonen. Nu zegt hij weer iets anders. Hij wil graag weten hoeveel oor spronkelijke bewoners er blijven wonen. Dat kan de heer HaRTEL echt niet zeggen, want hij kan ook niet in de toekomst kijken. Hij zou hooguit eens wat cijfers kunnen verzamelen hoe de stand van zaken op dit ogen blik ligt. Welke verhuizingen er b.v. het laatste jaar hebben plaatsgevonden. Dat zou enig inzicht kunnen verschaffen. In wezen zegt dat dan ook weer niets want het gaat over de toe komst. Er is verder gevraagd of het rehabilitatieplan rechtskracht heeft bij verwerving en be stemming. Dat is niet het geval. Wel een bestemmingsplan geeft dat pas. Niettemin kan er dank zij de subsidies enzovoorts toch wel behoorlijk vooruit worden ge werkt in die zaken, waarover overeenstemming is bereikt. Het zal bekend zijn, en de heer van Heijst zal dat kunnen bevestigen, dat men tegenwoordig eigenlijk toch maar zelden met een onteigening behoeft te werken. Meestal wordt dat door minnelijke schikking wel tot overeenstemming gebracht. De heer DEKKERS zegt dat de concrete vraag eigenlijk was, of de ontwikkelingen een beetje in dezelfde lijn konden blijven zoals in het rehabilitatieplan zijn genoemd. De heer HSRTEL meent dat dit toch tot nu toe al zo is gebeurd en hij veronderstelt, dat dit ook verder zo zal gaan. Ook daar kan hij, noch iemand anders, niet in de toekomst kijken. De heer Hopmans is weer eens op zijn oude stokpaardje komen aanrijden, /men van Dat mag van spreker natuurlijk gerust. Men zal kunnen begrijpen dat/een gerenoveerde woning, hetgeen dan een sterke verbetering betekent van het wooncomfort, geen huur van zo'n 60. - per maand meer zal kunnen vragen. Dat zal aanmerkelijk hoger worden. Dat zal iedereen ook wel weten en begrijpen. Men zal voor dat wooncomfort moeten betalen. Gelukkig zijn er mogelijkheden tot huur subsidie. Hij weet dan dat die mensen zelf wel meer dan die 60. - per maand zullen moeten betalen maar toch ook weer niet de volle lasten van de huur. Hij kwam ook nog even terug op de 3 pandjes aan de Dubbel straat die een half miljoen zou den hebben gekost. Er zouden ook alleen maar kapitalisten in zitten. De waarheid is dan, dat de gemeente naar hij meent 175.000. - voor de 3 pandjes heeft betaald. De rest is allemaal subsidie geweest. Daardoor zijn die 3 panden toch niet zo kapitalistisch als op het eerste gezicht zou lijken. De heer A. Franken meende dat de uitvoering zal worden geremd door het uitblijven van de goedkeuring op het bestemmingsplan. Hij kan verzekeren, dat het college zijn uiterste best zal doen om het bestemmingsplan zo gauw mogelijk door de molen heen te krijgen. Meestal moet men wel berusten bij een jaar tijd voor goedkeuring en dat zal dan deze keer niet worden gedaan. Hij zal er voortdurend achterheen zitten, dat dit plan inderdaad bin nen die 6 maanden wordt goedgekeurd. Juist omdat het hier zo'n grote prioriteit betreft. In zo'n geval is er volgens hem bij de provincie best nog wel eens wat aan te doen. Inderdaad sluit de gemengde bebouwing geen woonbebouwing uit. Als de eigenaar daar wo ningen wil zetten - hetgeen hij van harte hoopt -, - maar hij verwacht het niet - dan zal dat inderdaad mogelijk zijn. Over de sociale begeleiding kan hij zeggen, dat die inderdaad nog in de kinderschoenen staat, ook al omdat er op grote schaal aanpak van bewoonde woningen nog niet is voorge komen. Er wordt wel op grote schaal aangepakt en als hij dan denkt aan de 7 kleine pandjes inde Dubbelstraat,dan waren dat toch allemaal onbewoonde pandjes. De bouw in de Havenstraat, die binnenkort toch wel zal gaan starten houdt dan natuurlijk ook in, dat daar geen oorspronkelijke bewoners zijn. Die zijn er wel eens geweest maar al een lange tijd weg. Het is geen kwestie van die mensen daar gaan verplaatsen. De probl emen komen pas als de grote gaten gemaakt moeten gaan worden en de betrokken mensen moeten worden verplaatst. Daartoe zullen dan de ge-eigende maatregelen getroffen moeten worden. De heer VAN HEIJST zegt, dat mevrouw Vlug opmerkte, dat ook door de schuld van de gemeente er in het westelijk stadsdeel een flinke waardedaling van de panden is opgetreden. Na de oorlog is het onmiskenbaar zó geweest, dat door een groot tekort aan woningen, de aandacht van de overheid - en dan niet alleen van de gemeentelijke overheid - gecon centreerd is geweest op het bouwen van grote hoeveelheden woningen. Het doel was eigen lijk om ieder voorgaand jaarlijks record te breken inde oplevering van woningen. In die tijd ook heeft de binnenstad die belangstelling gemist. Misschien was het toen zelfs ook technisch onmogelijk om bouwvakkers in de oude stadskern aan het werk te zetten. Wat ook gebeurde is, dat de woningen in de nieuwe wijken soms zo aantrekkelijk waren, dat er ook een aantal mensen vrijwillig zelfs hun eigendom in de oude binnenstad verlieten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 112