De heer Franken van de CDA-fractie vroeg ook nog, of ook andere stadswijken zo benaderd worden. Hij kan zeggen, dat het inderdaad ook de bedoeling is met Stadskern west om zo te handelen en in de wat verdere toekomst met wat er dan nog wordt overgehouden en wat dan binnenskamers wel wordt genoemd: de rest van de binnenstad, stadskern noord-oost. Mevrouw Vlug had het over het 20-tal woningen waarvoor hoge restauratiekosten op de lijst staan. Dat vormt dan ergens wel een probleem. Als hij dat even met de vragen van de heer Franken van de Stadspartij en van de heer Mastenbroek tracht te combineren, wil hij zeggen, dat daar toch wel uit zal komen, dat de gemeente dat zal moeten doen, tenzij particulieren het zullen gaan doen of tenzij Stadsherstel dat wil en kan doen. Waarom of het gebeurt, daarvoor zijn als oorzaken aan te wijzen de financi'én. Voor de particulier wordt het allemaal wat te duur. Het heeft natuurlijk wel invloed op de samen stelling van de bevolking want het zal wel betekenen dat die mensen, die er nu in zitten, voor zover de panden zijn bewoond, er vermoedelijk voor een deel wel uit zullen moeten omdat zij straks de hoge huren niet meer zullen kunnen opbrengen. Daar wil hij dan toch ook wel tegenover zetten, dat die 20 panden dan een 6 9 7% uitmaken van het totaal aantal woningen. Uit de enquête is gebleken, dat 90% van de bevolking wil blijven wonen. Er zou dus zo'n 10% zijn, die daar niet wil blijven wonen en dus naar elders willen ver trekken. Die 6 9 7% is dan toch niet zo'n rampzalige zaak, dacht hij. De panden aan de Dubbelstraat, waar Monumentenzorg van heeft gezegd dat zij niet mogen worden afgebroken en dus gerenoveerd moeten worden, daarvan wil hij zeggen, dat dat natuurlijk heel gemakkelijk is gezegd. Daar heeft de gemeente wat correspondentie over gevoerd. Hij heeft al eerder gezegd, dat er 2 heren van Monumentenzorg langs die panden zijn gefietst. De gemeente zelf heeft een diepgaand onderzoek ingesteld. Wat de mogelijk heden waren en de kosten, welke subsidiemogelijkheden er waren. Zij hebben toen die 20 panden aangewezen als niet te slopen. De gemeente heeft toen gezegd: Dat is wel best, maar wat hebben jullie dan voor financiële mogelijkheden, waarop toen doodleuk een brief terug werd ontvangen: Wij zullen u wel steunen bij het aanvragen van de rehabilitatiesub sidie. Spreker dacht dat het wel vanzelfsprekend is, dat die rehabilitatieregeling van toe passing zal worden verklaard. Die 35% zit dan wel goed, dacht hij. Inderdaad zou men kunnen zeggen, dat de gemeente hierin met een kluitje in het riet is gestuurd. Er werd ook gevraagd, hoe het eventueel zit met vertraging bij de goedkeuring van het plan. Wat dat betreft is hij toch wel enigszins optimistisch gestemd. De vertraging zal naar zijn mening niet zo groot zijn omdat het plan naar een PPC is gegaan onder meer, waarin weliswaar vertegenwoordigers zitten van Monumentenzorg, maar die daarin toch ook lang niet alles voor het zeggen hebben. Wat dat betreft is hij toch nog al vrij optimis tisch, dat het plan vrij snel goedkeuring zal kunnen verkrijgen. De heer Franken van de Stadspartij zei: eindelijk een rehabilitatieplan. Daar kan spreker het wel mee eens zijn. Het klonk hem echter wel een klein beetje in de oren van: - al zal het wel niet zo zijn bedoeld - Eindelijk heeft B. W. maar een rehabili tatieplan. De heer Franken zal echter, evengoed als ieder ander in de raad, wel weten dat er veel moeilijkheden zijn geweest bij de totstandkoming waarbij hij dan vooral denkt aan het moeilijke overleg met vooral Monumentenzorg, maar ook wel met het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Ook al, omdat men daar ook zich aan het ontwikkelen was bij de politiek ten opzichte van oudere stadsdelen. Daar heeft men ook een steeds duidelijker beeld gekregen van: wat moet worden gedaan om die oude binnensteden weer nieuw leven in te blazen. Die gedachte is daar niet ineens in 1970 ontstaan maar heeft zich steeds in de loop der jaren steeds meer ont wikkeld. De heer Franken zei ook nog, dat de renoveringen hun doel missen als er geen totale aan pak is. Dat vindt spreker toch wel wat ver gezocht. Hij dacht n. 1. dat, al is er dan een tijd lang nog geen echt rehabilitatieplan geweest, er toch al enorm veel is gebeurd, in dat westelijk stadsdeel. Naar aanleiding van de begrotingen heeft hij daarvan wat cijfers gege ven en toen bleek toch heel duidelijk, dat er al enorm veel is gebeurd. Dat eigenlijk al is gewerkt volgens dat rehabilitatieplan, alhoewel hij meteen wil toegeven, dat dit plan de procedure van uitvoering zal kunnen versnellen. Dat er nog geen afgerond plan is voor de Hovenierssteeg, waarnaar de heer Franken ook nog vroeg, betreurt het college ook. Dat hangt echter ook af van grond verwervingen en ook van een verdere inspraak; overigens voor de kermisreizigers zijn er in de buurt enkele loodsen die speciaal bestemd zijn voor het verblijf van dit soort mensen; een verblijf, dat zo typisch geworden is voor dat weste lijk stadsdeel. Dat het Hamplein niet binnen het plan valt, vond de heer Franken ook jam mer. Hij heeft, dacht hij, al een keer duidelijk gemaakt in de commissievergadering, dat juist het er buiten willen laten van de Randweg west op verzoek van de bewoners uit het westelijk stadsdeel de oorzaak is, dat het Hamplein niet binnen het plan is gekomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 108