4
wordt dan direct in werking gesteld hetgeen wil zeggen, dat de betrokkene wordt aange
schreven of hij een benoeming aanneemt. Verder moet deze dan zijn geloofsbrieven in
sturen. Die moeten dan door een commissie in de raad worden onderzocht en als die
goed worden bevonden wordt het lid in de volgende raadsvergadering ge-installeerd.
Daarmee houdt dan het lidmaatschap van het andere raadslid op.
Zo is het in het kort aangegeven.
Het zal mevrouw Loots dus één vergadering schelen. In februari zal de raad afscheid
van haar moeten nemen, als de procedure tenminste normaal verloopt»
De heer DEKKERS wil iets opmerken over een zaak die nu niet direct op de agenda staat.
Namens zijn fractie zou hij willen vragen of het mogelijk was in deze vergadering wat
informatie te krijgen over de brief van de middenstand, die gaat over de z.g. straat-ter-
reur. Alle raadsleden hebben die brief gekregen en hij dacht dat dit een dusdanig belang
rijke zaak was dat daarover, hetzij in een openbare vergadering als dat mogelijk is,
hetzij in een noodzakelijke besloten vergadering, en bij het aan de orde zijnde punt of
achteraf, wat naders over werd gezegd. Dat zou hij toch wel zeer op prijs stellen.
De VOORZITTER zegt, dat dat in deze vergadering niet mogelijk is. Hij heeft de brief
om advies gestuurd. Het is een zaak voor de openbare orde. Men weet dat de burgemees
ter ook voor de openbare orde verantwoording schuldig is aan de raad. Hij schuwt die
verantwoording niet. Hij heeft de brief echter nog niet met advies terugontvangen.
Hij stelt zich voor die de volgende vergadering te agenderen.
De heer DEKKERS vraagt, of dit eventueel ook niet in een besloten vergadering zou
kunnen.
De VOORZITTER zegt dat dit niet van de beslotenheid afhangt. Hij zal dit best wel in het
openbaar doen, alleen niet vanavond. Het gaat er alleen maar om dat hij nog niet over
de nodige informatie beschikt om adequaat te kunnen antwoorden.
Hij wil voorstellen, om de brief in maart te agenderen. Of liever gezegd, in februari na
tuurlijk.
Bij punt o. merkt mevrouw Loots op dat van de algemene beschouwingen bekend zal zijn,
dat zij de Kalkar-heffing kritisch zou volgen. Zij heeft over deze circulaire nu twee vra
gen. Op de eerste plaats, hoe dit bekend is gemaakt aan de burgerij. Zij meent dat er
een klein berichtje in de kranten heeft gestaan. Zij wil graag weten of er nog meer be
kendheid aan gegeven is of kan worden. Verder, of er door het electriciteitsbedrijf al
ontheffing aangevraagd is.
De heer ARNOYS kan zeggen, dat bij de stukken een bericht lag, dat door het ministerie
een advertentie in de dagbladen en de daaropvolgende ochtendbladen zou worden geplaatst.
De advertentie zelf was niet bijgesloten, maar hij neemt aan dat aan het woord van de
minister niet getwijfeld wordt en dat als zodanig die advertentie toch wel is geplaatst.
Verondersteld mag daarom worden, dat alle burgers in nederland, en niet alleen van
Bergen op Zoom, van het gegeven op de hoogte zullen zijn.
De bedrijven hebben inderdaad al een ontheffing aangevraagd.
Mevrouw LOOTS vraagt of het niet mogelijk zou zijn om een folder te maken en die in de
k kaaswinkel te leggen, zodat meer bekend wordt hoe de burgers dit eventueel kunnen re
gelen.
De heer ARNOYS zegt, dat dit ongetwijfeld mogelijk zou zijn maar bij de algemene be
schouwingen heeft hij op een betreffende vraag van mevrouw Loots al geantwoord, dat het
hem veel efficiënter lijkt en persoonsgerichter als aan de enige principiële Kalkarheffing-
weigeraar die er hier is, een persoonlijke brief zou uitgaan. Dat lijkt hem veel meer
effect te hebben dan een foldertje. Daarin zou, buiten de actie die de minister meent te
moeten voeren, en dan voor een maatregel die niet de gemeente Bergen op Zoom maar
hij heeft ingevoerd, en waar dus de minister de verantwoording voor moet nemen,
dit expliciet aan de betrokkene kunnen worden medegedeeld. Hij dacht dat dit wel het
uiterste was waartoe de gemeente kon gaan.
Bij p. merkt de heer BROOS op, dat dit wel een erg langlopende zaak aan het worden is.
Ergens boeit het toch wel. Hij vraagt zich altijd af of de wethouder, die met deze zaken
belast is, dan niet een van de 7 wereldwonderen is. Er is n.l, een kermis en vandaag
stond er ook al weer een stukje in de krant. Als men dan zo'n brief van de heer Brouwer