30
5L^®iÈ^abelnetten in_de Koepelstraat en. de Dubbelstraat
(Verzameling 1975 noT Fin./30)~.~~'
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 27 28 en 29
goedgekeurd.
30Y2?jstel tot het sluiten van het openbaar slachthuis, alhier, met ingang van 1 juli 1975
(Verzameling 1975 no. Fin747)r,
De heer DEKKERS zegt, dat zijn fractie op de eerste plaats gaarne wil vernemen, of de
raad in zijn vergadering van 24 april 1974 wel of niet besloten heeft om het slachthuis te
sluiten. Naar de mening van zijn fractie was de intentie van de raad destijds duidelijk, n.L
men sprak zich uit vóór sluiting van het slachthuis per 30 juni 1975.
In het thans voorliggende stuk krijgt men de indruk dat er geen besluit werd genomen ter
wijl er anderzijds wordt geschreven: ter uitvoering van Uw besluit etcetera.
Wanneer achteraf is vastgesteld, dat op 24 april 1974 geen besluit in de strikte zin van de
gemeentewet is genomen, wat is dan de reden dat zulks eerst 10 maanden later aan de orde
words, gesteld. De CDA-fractie heeft er geen behoefte aan om de gehele geschiedenis rond
om het openbaar slachthuis weer op te halen. Hij heeft er echter wel moeite mee dat
kennelijk een - mogelijk misschien niet helemaal formeel juist - genomen besluit niet als
serieus wordt opgevat. Zie de diverse krantenberichten en ook de her-opende discussie
aan de commissie van het openbaar slachthuis.
De meerderheid van zijn fractie is van mening, dat tot sluiting met ingang van 1 juli a. s.
dient te worden overgegaan. Aangestipt dient daarbij te worden, dat het voor de fractie in
deze tijd van toenemende werkloosheid, geen eenvoudige beslissing is geweest.
Doorslaggevend bij dit besluit is mede geweest het standpunt van de veterinaire inspecteur
welke een langer open houden beslist niet zal toestaan, zoals door de voorzitter in de com
missie financiën duidelijk is gesteld.
Een wachten op de realisering van een nieuw particulier slachthuis hetgeen overigens naar
zijn mening nimmer meer voor 1 november a. s. te realiseren is, is daarmede eveneens
uitgesloten. Alvorens te beslissen wil hij gaarne, buiten de reeds gestelde vraag, antwoord
op^de volgende vragen: Zijn inmiddels besprekingen gevoerd ten aanzien van het personeel.
Zijn er gesprekken geweest met de gemeente Roosendaal ter regeling van voortzetting van
de werkzaamheden van gebruikers van ons slachthuis aldaar. Op welke termijn kan de
raad de uitvoeringsbesluiten tegemoet zien.
Dat deze uitvoeringsbesluiten thans nog niet voorhanden zijn, komt dat omdat niet direct
na 24 april 1974 hiermede is gestart.
De heer VAN KEMENADE wil op de eerste plaats een dankwoord richten aan de commissie
ad hoe en aan het college voor de bereidwilligheid waarmede men de nieuwe leden van de
commissie slachthuis uitgebreid op hun vragen heeft geantwoord. Zijn bijzondere dank
gaat daarbij uit naar de heer Leijs die zo vriendelijk was voor deze gelegenheid nog een
maal zijn oude plaats in de commissie ad hoc in te nemen.
Op grond van alle gegevens, zowel van die uit het rapport als de nieuw aangevoerde, en
daarbij rekening houdend met al of niet veranderde omstandigheden, is zijn fractie na am-
pe e overweging tot de slotsom gekomen, dat het slachthuis helaas gesloten zal moeten wor
den. Het is met spijt en tegenzin dat de fractie als liberale fractie dit besluit zal moeten
eunen omdat bijzonder zwaar wordt getild aan het werkgelegenheidsaspect.
6 datum betreft heeft zijn fractie bijzonder veel moeite met het expliciet
vastleggen op de datum 1 juli 1975.
L^ET ,zegt' dat er om te beginnen is de uitspraak van de raad van 24 april 1974
hpp-" HpllrlZ1,C acte de inhoud van het rapport opstelde en werd op voorstel van de
7 7 besloten om het college te vragen de nodige uitvoeringsbesluiten voor te be-
^oo^meLemg uitvoeringsbesluit op de proppen te zijn gekomen, wil het college
nu dat de raad de uitspraak doet, dat het slachthuis per 1 juli 1975 gesloten wordt.
Naar aanleiding van de vragen die op 20 november 1974 door zijn fractiegenoot van Keme-
n .en r^lzelf Z1JR- gesteld, heeft het college aan de veterinaire inspectie verzocht de
sluitingsdatum van het slachthuis op te schorten tot het tijdstip waarop eventueel een parti
culier slachthuis in gebruik wordt genomen. Hierop is nog geen schriftelijk antwoord ont
vangen. Wel zijn hierover een aantal mondelin ge uitspraken gedaan door de veterinaire
inspectie bij monde van de heer van 't Hooft. Vermits het hier echter om een belangrijk
s uk werkgelegenheid gaai; en de raad uiteindelijk verantwoordelijk is voor de door hem ge
dane uitspraken,^ is net z. i. onverantwoord hierover besluiten te nemen zonder schrifte
lijke berichtgeving over de motieven tot deze steilingname van de veterinaire dienst.
