18 Hij dacht dat men in deze eens eerlijk moest zeggen, dat het vak van politie-agent op straat tegenwooi dig een uiterst moeilijk vak is; om voortdurend het juiste midden te vinden tussen die 2 extreme beelden van de "oom-agent" en de "kwade politie" die iedereen als kind alle maal heeft gekend. Achtenswaardige burgers die betrapt worden op een verkeersovertreding zijn ontstellend kwaad op de agent die ze betrapt. En waarom in 'shemelsnaam. Het is niet zeldzaam dat hij telefoontjes krijgt van: Wilt u dat verbaal van mij niet ongedaan maken. Als hij dan vraagt wat er is gebeurd wordt er vaak gezegd: Ik stond verkeerd geparkeerd. Dan hoeit men toch niet kwaad te zijn op die agent die je dan bekeurt, wil hij zeggen. Hij dacht dat het vaak zo is, dat de politie streng mag zijn tegenover iedereen behalve tegen diegene die het aangaat. Die mensen moeten daar voortdurend tussendoor zeilen om binnen het kader van de wet en de mogelijkheden het allemaal zo netjes mogelijk te doen zonder iemand onnodig op de tenen te trappen en zonder ook teveel toe te laten. Hij geeft dat iedereen te doen. Het is een ontstellend moeilijk vak. Vandaar dat hij zegt dat, als men zo moet werken, er best wel eens een foutje kan worden gemaakt. Als er dan echt een fout gemaakt wordt, wil de commissaris of hij dat wel graag horen met zoveel mogelijk bijzonderheden en dan zal dat worden onderzocht. In het algemeen wil hij zeggen, achter zijn agenten te gaan staan. Dat algemene verwijt wenst hij niet te accepteren. De heer DE LAET zou willen voorstellen, om dit in de commissie verder uit te diepen. Er wordt hier nu al een uur over gepraat en dat vindt hij echt te Ver gaan. De VOORZITTER hecht hier wel veel waarde aan. Hij staat voor zjijn mensen. Hij hecht er wel waarde aan om de indruk weg te nemen als zou die bergse politie er maar even met de pet naar gooien. Als opperste chef van dit apparaat wil hij hierover in het openbaar, hier in de raad zeggen, daartegen ten scherpste te willen protesteren. Dat vindt de heer GORRISSEN zeer juist. De VOORZITTER kan zeggen, dat de heer Franken nog naar uniforme richtlijnen vroeg. Voor de belangrijkste dingen zijn inderdaad uniforme richtlijnen; gebruik van wapens, wapenstok en dat soort dingen. Die uniforme richtlijnen kunnen echter natuurlijk nooit zover in detail gaan dat zij altijd het handelen van de man op een bepaalde plaats kunnen regelen. Dat blijft toch een zaak van individu. Hier zal men liet bij moeten laten. Bij punt j. wil de heer GORRISSEN opmerken, dat het publiek voorkeur blijkt te hebben voor een centraal punt waar men behandeld kan worden bij eventuele moeilijkheden. Het blijkt onmogelijk om dat punt, wat tot nu toe eigenlijk zo'n beetje het ziekenhuis was, op deze manier te handhaven. Het verschijnsel is ook dat er veel onnodige EHBO-hulp wordt gevraagd van het ziekenhuis. Dat zijn allemaal oorzaken dat er over de EHBO-voor ziening nog al wat te doen is. In de commissie sociale zaken is op advies van de MAR eigenlijk gezegd: de EHBO-posten naar de wijken, dus decentralisatie voor de 'kleine geval len die het in hoofdzaak schijnen te zijn. Hij meent dat daar dan wel bij moet komen, dat er voorwaarden geschapen worden voor de uitvoeringsmogelijkheid, o. a. moeten er 'dan nog mensen worden opgeleid enzovoorts. Een van de verzoeken in de commissie sociale zaken was, om een voorstel van het college op korte termijn te krijgen, om het mogelijk te maken dat er EHBO-helpers in de wijken kunnen worden opgeleid. Het is natuurlijk een beetje té veel gevraagd dat je èn vrije tijd van de mensen èn bovendien nog geld voor op- leidingskosten van de mensen zelf zou gaan vragen. Hij zou willen vragen of verwacht kan worden dat er binnenkort voorstellen in deze geest aan de raad zullen worden gedaan. Mevrouw STROECKEN wil hierbij opmerken dat zij het betreurt dat hetgeen de heer Gor- rissen zegt heel uitvoerig in de commissie is behandeld. Daar stond toen iedereen achter. Het ligt evenwel niet bij de stukken. Als iedereen dat had kunnen inzien, had dat hier wel van commentaar kunnen worden voorzien maar dan wist iedereen precies waar het over ging. Mevrouw VLUG wilde even iets vanuit een practisch oogpunt opmerken. Voor men met al die conclusies nu allemaal akkoord gaat. Als het straks ergens zou uitdraaien op ergens een arts in een EHBO-post zetten en dat zal het dan misschien uiteindelijk wel worden, dan zou haars inziens beter nagedacht kunnen worden of aan het ziekenhuis niet iets kan worden gedaan, zodat daar het centrale punt blijft. Zij wil even van een praktijk-voorbeeld uitgaan. Zij had op een gegeven moment een kind wat een ongeluk had met zijn vinger; die hing er nog maar aan één draadje bij.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 86