5 Wat het college daar mee te maken zou hebben is hem een volslagen raadsel en de insinu aties van de heer Broos ontgaan hem dan ook volkomen. Die moet hij doodeenvoudig als niet relevant in deze discussie, van de hand wijzen. De heer NIJPELS wil even een vraag tussendoor. De raadsleden hebben een brief gekregen van de heer Jansen. Staat die ook op de agenda, wil hij weten. De VOORZITTER zegt van niet. Die brief is binnengekomen toen de agenda al uit was. Het college heeft toen gedacht, deze aan ieder raadslid ter hand te stellen en die kan dan mede in de discussie worden betrokken bij de andere brief. Zonodig. De heer NIJPELS wil dan vragen, of deze brief dan nu gelijktijdig behandeld wordt. De VOORZITTER zegt dat als de raad dat wil, daar nu over gesproken kan worden. De kwestie van het ABG is nu aan de orde. De raad draagt kennis van de brief van de heer Jansen. Het staat de raad dan vrij om die kennis in te brengen in deze discussie. De heer NIJPELS zegt, dat de voorzitter in eerste termijn zei dat de heer Jansen ontslag heeft genomen. Hij heeft echter om ontslag gevraagd. Nemen of vragen is wel heel iets anders meent hij. De VOORZITTER zegt, dat de raad natuurlijk eventueel kan besluiten om dit ontslag te weigeren. Als zo'n persoon dan zegt, ik doe het toch, wat dan. Dat is toch een volslagen onmogelijke situatie. De heer NIJPELS zou eigenlijk helemaal niet verder willen discussiëren. De VOORZITTER zegt dat de ontslagaanvrage als zodanig niet op de agenda staat. De inhoud van de brief kan wel bij de discussie betrokken worden maar de ontslagverle ning aan de heer Jansen is vanavond niet aan de orde. De heer NIJPELS zegt dat als de brief dan wel meegaat, hij de raad zou willen verzoeken om dit ontslag voorlopig nog niet te willen verlenen en dan dit stuk de volgende maand weer in de vergadering te brengen. Ook de heer DEKKERS had even een vraag over die brief. Hij weet niet of het in het licht van het geheel gezien niet verstandiger is om die brief toch vanavond af te handelen om te voorkomen dat de volgende maand weer over deze zaak gepraat gaat worden. De CDA-fractie heeft er geen behoefte aan om een aantal oude zaken naar boven te halen. Hij meent dat de zaak daarmee ook niet gediend zou zijn. Hij heeft waardering voor het vele werk wat de heer Jansen in het regentencollege heeft gedaanHij betreurt het, dat deze heeft moeten besluiten om zijn ontslag in te dienen op een moment waarop gedacht werd dat de zaken, misschien mede naar aanleiding van de brief die de raad heeft gemeend te moeten schrijven, - en waarvan dan misschien gezegd kan worden dat bepaalde dingen misschien wat scherp zijn gesteld - door de werkgroep waarin leden van het college van B. W. zowel als leden van het regentencollege zitten, duidelijk in een versnelde fase zouden kunnen komen. Hij zou graag die werkgroep de gelegenheid willen geven de zaak in alle rust te bekijken Daarom ook het voorstel en de vraag of deze brief toch niet ineens kan worden meegenomen. Dan kan men er tenminste van overtuigd zijn, dat deze zaak de volgende keer weer niet op de agenda staat. Over de commissie die de heer Broos noemde kan hij zeggen dat hij, zonder daai-over nu direct met zijn fractie over gesproken te hebben, wel ineens van de hand kan wijzen. Hij heeft daar geen behoefte aan. De heer BROOS dacht dat het altijd wel het gemakkelijkst fietsen is met de wind in de rugHij gaat echter de moeilijkheid niet uit de weg. Zonodig, al moet hij dan alleen zit ten, vindt hij dat niet erg. Hij is eerlijk en oprecht en dan kan men het erg lang volhouden. Dat heeft hij tenminste altijd van zijn ouders geleerd. Er gaan nu n. 1. natuurlijk wel geruchten, waarom dit ontslag komt. Als iemand om ontslag vraagt en hij wil dat dan niet verder motiveren, meent hij toch wel dan men er recht op had om dat dan te vragen om het zodoende aan de weet te kunnen ko men. Als er raadsleden zijn die dan zeggen: Voor mij hoeft dat niet, kan hij dat wel in denken. De voorzitter zei, dat spreker insinuaties heeft geuit die niet relevant zijn aan het onderwerp. Als deze daar zo zeker van is, zou hij aan de raad willen vragen om dan eens een keer flink te zijn. Doe dan eens een onderzoek. Dan zal wel uitkomen in hoeverre

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 72