3
De VOORZITTER kan zeggen dat wat het eerste punt betreft, het stadhuis, het een bekend
feit is, dat GS raadsbesluiten waarvoor nog geen financiering aanwezig is, moeten verda
gen,na een bepaalde tijd niet goed moeten keuren. Dit blijft echter gewoon in de kast lig
gen en zo gauw als de financiën er dan wel zijn worden die zeer snel goedgekeurd;
dat is de ervaring in dit soort zaken, vooral met DACW-werken. De resterende financiële
middelen worden dan heel snel ter beschikking gesteld.
Wat dat betreft zal dus wel heel snel begonnen kunnen worden.
De brief over het stadhuis is overigens vandaag pas binnengekomer
De uitvoering moet nu voor een bepaalde tijd beginnen. Dat komt vanzelf. Het plan is hele
maal besteksklaar en nu kan dus de inschrijving geopend gaan worden.
De heer ARNOYS kan op de tweede vraag antwoorden betreffende de c. v. -'s, dat de aan
vraag hiervoor zo spoedig mogelijk is weggedaan ten behoeve van de bewoners.
Aangezien deze serie woningen nog in de boeken van het ministerie staan vermeld met
een jaarlijkse bijdrage moet de minister formele goedkeuring geven voor de uit de kosten
van aanleg voortvloeiende huur-verhoging. Voordat die goedkeuring binnen is kan GS
daar op formele gronden dan geen goedkeuring aan geven, aan een dergelijk raadsbesluit.
Vorige week is de beslissing van de minister in deze afgekomen en met de meeste spoed
is toen die kennisgeving naar GS verstuurd.
Normaal is voor dit soort aanvragen 6 tot 9 maanden nodig voordat goedkeuring
binnen kan komen en wat dat_betreft mag men hier dus/dat het in een belangrijk kortere
tijd is binnengekomen. /n iet klagen
Het raadsbesluit in deze aangelegenheid was dus genomen en naar GS om goedkeuring
ingezonden om de bewoners terwille te kimnen zijn.
Bij e. wil mevrouw VLUG zeggen, dat zij zich de vorige keer, met de hele fractie, ont
houden heeft van enig commentaar. Zij heeft daarbij gedacht; Hoe minder je over die hele
kwestie zegt hoe beter. Zij wil nu toch wel verklaren dat zij het zo langzamerhand een
ramp vindt worden, dat de raad in dit soort kwestiedmedezeggingsschap heeft.
Zij meent zich ook te herinneren, dat bij de aanbieding van de begroting van het ABG van
1974 alle punten, die nu worden gesignaleerd, ook door hen zijn opgebracht.
Zij meent ook dat punt 5 van de brief, de vrees voor de gevolgen voor het vermogen van
de instelling, toch niet gerechtvaardigd is als men weet dat dit vermogen gegroeid is
met 4 ton.
Voor de betrokken mensen met him gezinnen - want de mensen in de straat weten lang
niet allemaal waar het precies over gaat - - er gaan allerlei rare ideeën rond - vindt
zij het ook een hele vervelende zaak. Temeer daar toch wel bekend is dat met man en
macht door het huidige college gewerkt wordt aan een oplossing van deze situatie.
De heer BROOS kan wel met mevrouw Vlug meegaan als zij zegt dat het wel een trieste
zaak aan het worden is. Een ramp om als raadslid vertegenwoordigd te zijn in een lichaam
ziet hij echter niet zitten. Als hij de verantwoordelijkheid draagt als raadslid, durft hij
dat ook te dragen daarbuiten, in welk bestuur of in welke vereniging dan ook.
Hij wil zelf ook wel iets zeggen over dit punt.
Tijdens de vorige raadsvergadering werd wederom een vinger gelegd op de open, zweren
de en naar het al jaren lijkt ongeneeslijke wond, het ABG. Het is een onrechtvaardig ge
noegen om in alle ongebondenheid van het huis, behalve de verantwoordelijkheid van de
gemeenteraad in zijn totaliteit en van en voor elk raadslid afzonderlijk, bij toepassing en
verandering aan statuten en reglementen aan het huis verbonden, hierover een inbreng te
kunnen hebben. In zijn periode van dubbel-functie lag het niet in zijn aard en niet op de
laatste plaats om politieke intriges te kunnen attaqueren, hierover als raadslid te praten.
Daarvoor had en heeft men ter kanalisering van informatie een toehoorder aangewezen,
wiens plicht het is B. W. en als raadslid de raad, objectief te kunnen op de hoogte hou
den. Uitdrukkingenvan: waarom toen, en daar niet en hier en nu wel, kunnen alleen maar
geuit worden door ondeskundigheid en van elk orientatiebegrip missende persoon in kwes
tie. De brief van het college van B. W. heeft hem getroffen en in eerste termijn wil hij
voorlopig het sluitstuk van die brief benadrukken.
Zoals men weet zouden wijzigingen of veranderingen in de structuur van de besturen in en
na overleg van beide colleges plaats vinden, waarna een voorstel aan de gemeenteraad
zou worden gedaan. Wie kenschetst echter zijn verbazing dat de raad werd omgeturfd om
zo'n vrijbrief te schrijven. Vrij vertaald stelt het college van B. W. daar toch maar
eventjes, dat het college van regenten snel en goed contact dient te onderhouden en zo te
bespoedigen.