51
De heer DEKKERS zegt, de vorige keer letterlijk gezegd te hebben: Een hele boel
mensen halen de nota van de Sosjale Joenit erbij. Dat is vanavond niet aan de orde
Vanavond wordt er alleen beslist over het pand.
De heer NIJPELS meent dat toen de wethouder van grondzaken met een achterdeurtje
is gekomen.
De heer DE JAEGER wil kort zijn, zoals de voorzitter heeft gevraagd.
Hij heeft het over de kraakpanden gehad en wil naar aanleiding daarvan nog graag even
iets voorlezen. Aan de toon van mevrouw Elseman, toen zij hierover sprak, meent hij
te hebben gemerkt, dat zij het een beetje spijtig vindt dat dit toen is voorgevallen.
Als hij dan echter de nota aanhaalt, staat daarin: De kraaknota. Mensen die niet tot
een zelfstandig pand kunnen komen, kunnen bij de Sosjale Joenit een kraaknota krijgen
waarin richtlijnen voor een succesvolle kraak te vinden zijn.
Hij meent hieruit toch wel te kunnen halen, dat zij van plan zijn om het nog meer te gaan
doen.
De heer DE LA ET meent, op grond van het in het MAR-rapport gestelde dat er nadere
voorwaarden dienen te worden gesteld aan het vaststellen van een personeels-formatie
per instelling die is afgestemd op het be-oogde werkgebied en het jaarlijks vaststellen
van een werkprogramma voor de instellingen voor de te verrichten werkzaamheden,
teneinde het doelmatig functioneren van de organisatie te verzekeren,in verband daar
mede het ontwikkelen van de normen ter gezamenlijke beoordeling van aard en omvang
van de werkzaamheden, en dit voor hem nog niet duidelijk is afgepaald, toch bij zijn
2 voorstellen te moeten blijven. Hij zou die als voorlopige voorstellen willen handhaven
totdat er inderdaad een duidelijke afpaling aanwezig is.
Een taakomschrijving werd verder door de wethouder afgeraden. Dat lijkt hem op de
eerste plaats erg moeilijk, want hoe kan een stichting" iemand gaan zoeken waarvan zij
niet weten wat hij precies moet gaan doen en hoe kan iemand daar gaan werken als hij
niet precies weet welke taak hij krijgt. Dat lijkt hem voor beide partijen een onprettige
zo niet onmogelijke zaak.
Over het kraken heeft de heer de Jaeger al een terechte opmerking gemaakt.
Bij de opening van het open jongerencentrum is gezegd dat dit centrum in nauwer contact
zou treden met de Sosjale Joenit, zodat de vergaderruimte daar voor actiegroepen enzo
voorts naar zijn mening toch best in dit centrum beschikbaar zal kunnen zijn.
Hij kan met mevrouw Stroecken meegaan die zegt voor uitstel te zijn in zoverre, dat hij
vanavond dan wel de door hem ingediende amendementen in stemming gebracht zou zien.
Ook de heer VAN DER STOEL wil nog even reageren op wat er van diverse kanten is
gezegd. Zijn fractie heeft de vorige keer om informatie gevraagd die dan nu ruimschoots
op tafel is gekomen en die ook ruime aandacht heeft kunnen krijgen. Dat vond hij wel de
moeite waard. De wethouder sprak over nieuwe statuten van de stichting. Daarin vinden
dan een aantal door de MAR gestelde voorwaarden ook een plaats.
Daar kan hij dus ook wel mee akkoord gaan. Hij wil toch zeggen, dat er uiteraard altijd
kritiek mogelijk moet kunnen zijn. Hij heeft niet betwijfeld dat er hard gewerkt zal worden
en dat er fouten zullen worden gemaakt, vindt hij ook niet onlogisch.
Hij heeft de noodzaak van de Joenit erkend en onderkend. Dat doet hij nog.
Hij heeft alleen gesteld en dat was het cruciale punt, van een onvolwassen benadering.
Pas bij goede begeleiding kon hij akkoord gaan. Dat ziet hij nu voor een groot gedeelte
wel vervuld. Een andere hoofdmoot is, dat een alternatieve hulpverlening naar zijn me
ning zó moet zijn, dat wordt samengewerkt met wat er is om adequaat te kunnen werken
voor de clienten. Dan is het volgens hem wel welzijnswerk.
Tenslotte wil hij zeggen voor een groot gedeelte te kunnen meegaan met wat de heer
Dekkers heeft gezegd, als het ook in zijn geheel wordt aangenomen.
De heer M. FRANKEN wil vragen, als het voorstel in stemming wordt gebracht, dan ieder
punt afzonderlijk in stemming te brengen omdat er zijnerzijds wel bezwaren zijn tegen
een aantal punten maar tegen punt 2, het verhuren van het pand zelf, niet<
De heer VAN KEMENADE wil tenslotte aan het college vragen om, als weer eens een der
gelijk voorstel op tafel komt waarover een dergelijk principiëel debat kan worden ver
wacht, dat dan vooraan op de agenda te plaatsen.
Mevrouw ELSEMAN heeft dat in het college al eens gevraagd, maar zij komt altijd aan
het eind.