41 Over al die handtekeningen die mevrouw Vlug noemde kan zij zeggen, dat het best waar kan zijn dat dat allemaal positief is maar zij is alleen bang daar een beetje achter te moeten proeven van: dan zijn wij van dSt probleem, van die reorganisatie die er even tueel zou moeten komen, met ere van af. Als dat zo zijn zijn, heeft zij daar toch wel vraagtekens bij. Hetgeen dan ook weer niet inhoudt dat zij zou zeggen dat er geen Sosjale Joenit moet komen. Al die handtekeningen zeggen op zich aan haar nog niet dat zij allemaal achter een Sosjale Joenit staan zoals thans wordt gepropageerd en los van het voordeel wat zij daarvan zou den kunnen hebben. Als zij zich akkoord zou verklaren met een Sosjale Joenit, durft zij eerlijk zeggen, dat dat niet zou zijn om de prestaties die zij in het verleden hebben geleverd. Ook al waren daar wel goede dingen bij. Als zij zich akkoord zou verklaren zou dat zijn om, wat zij bijna zou zeggen, een hoop op de toekomst. Dat zou zij dan wel iets meer vastgelegd willen zien. Er zijn straks opmerkingen gemaakt over de statuten, over de samenstelling van een bestuur. Zij heeft in de commissie sociale zaken erg gepleit voor een Sosjale Joenit, maar zij heeft toen de vraag gesteld: hoe zit het met de statuten en hoe zit het met het bestuur. Zij heeft toen van de voorzitster ten antwoord gekregen: wat die statuten betreft, daar kunnen we nu niet meer aan beginnen; dat is teveel werk; dat duurt te lang; ze zijn nu al bij de notaris; daar kunnen we weinig meer aan veranderen; enzovoorts. Daarmede was toen eigenlijk zo'n beetje de kous af. Achteraf heeft zij daar nog wat verder over doorgedacht en is tot de conclusie gekomen dat dit toch een vrij essentiële zaak is. Als de raad een goedkeuring wordt gevraagd zal men toch moeten weten welke statuten er zijn. Daarom vindt zij het vandaag al heel moeilijk om ja te zeggen tegen de Sosjale Joenit als de statuten niet ter inzage hebben gelegen. Zij wil niet zo ver gaan dat zij vindt de statuten mee te moeten helpen opstellen, of dat de raad daar bij moet zitten en dat de raad moet zitten in de bestuurs-samenstel- ling, maar zij zou wel willen vragen om de statuten aan de raad voor te leggen en laat de raad weten hoe het bestuur is samengesteld en laat de raad dan - en daar zou zij voor willen pleiten - ja of nee zeggen. Die curatele-behandeling, daar heeft zij toch wel een beetje moeite mee. Als de Sosjale Joenit goed is moet zij volgens haar alle vertrouwen krijgen om te starten en dan wil zij op die manier ja zeggen. Er zijn echter op dit ogenblik bij haar nog te veel vraagtekenshoe erg zij dat ook vindt, om nu al ja te zeggen. Om dan nog even op die brochure terug te komen, deze heeft haar wel enig licht gegeven. Niet zoals die er oppervlakkig gezien uitziet, maar er komt naar haar mening toch wel wat frustratie uit naar voren. Frustraties tegen de huidige maatschappij en die heeft iedereen misschien wel. Die zal men allemaal wel hebben in meerdere of mindere mate. Maar als dat nu zo erg naar voren treedt zoals dat in de brochure wordt vastgelegd, dan is dat voor haar een teken dat er wel een Sosjale Joenit moet komen. Als zij die brochure ontleedt en dan ziet, dat die brochure is opgesteld door de hulpverleners, wordt het wel wat anders. Dan ziet zij wel het lichtpunt van: hier moet een Sosjale Joenit komen want er zijn hier enorm veel problemen, maar als de samenstellers van de bro chure de hulpverleners zijn en als diezelfde hulpverleners het grootste aantal bestuurs leden gaat uitmaken, zoals daarstraks al berekend werd van 2/3 1, dan komt er naar haar mening toch wel een ietwat scheve situatie, n. 1. dat er straks een beroepskracht gaat komen die die vrijwilligers moet gaan coachen, hetgeen een goede zaak is, maar het zijn dan tegelijkertijd voor het grootste deel zijn opdrachtgevers. Ze moeten wel in het bestuur zitten daar is zij het wel mee eens, maar of dat in zo'n grote mate moet, daarover heeft zij toch wel grote vraagtekens. Zij wil samenvattend zeggen, voor een Sosjale Joenit te zijn, waaraan alle vertrouwen kan worden gegeven om ze te laten starten, zonder ze onder curatele te stellen, maar zij vindt wel dat dat vertrouwen op dit moment nog niet kan worden gegeven. Zij wil het antwoord van de wethouder hierover eerst nog even afwachten. Als na dat antwoord alles haar nog niet voldoende duidelijk is, kan zij nu al zeggen, er niet voor te zijn, dat vandaag al ja wordt gezegd. Dan zou zij willen voorstellen om dan nog maar te wachten tot de statuten zijn voorgelegd, tot de bestuurs-samenstelling bekend is. Zij is ook niet voor al die curatele-gevallen die zijn voorgesteld.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 46