34 gang is. Het vestigen van Fraba is voor de stad een algemeen belang en niet alleen een belang van de wijk. Hij tilt dan ook wel aan de uitslag van de zojuist op zijn tafel ver schenen enquête maar niet zó zwaar dat hij dan maar zegt: Fraba mag niet komen. In deze tijd van werkloosheid is - al bestaan er filosofi'én die beweren dat werken niet nood zakelijk is- het scheppen van werkgelegenheid een prioriteit. Als men als gemeente de kans krijgt een schone industrie te vestigen waar ongeveer 140 tot 200 mensen werk kunnen vinden, en dan ook nog voor een groot gedeelte meisjes waarvoor het op dit moment door de sluiting van een aantal confectieateliers toch al moeilijk is om werk te vinden, dan moet zo'n kans met beide handen worden aangegrepen, dacht hij. Er wordt gezegd dat Fraba een soort chan tage zou hebben gepleegd door te dreigen naar Zevenbergen te gaan. Fraba hoort thuis op een industrieterrein. Om op het eerste te antwoorden wil hij zeggen, dat een bedrijf aan een gemeente best zijn wensen kenbaar kan maken en zelfs zijn eisen stellen. Het ligt dan aan de raad of die genegen is op die eisen in te gaan al of niet. Dit heeft dan met chantage niets te maken. Hij is het verder eens met de filosofie die zegt dat schone industri'énzoveel mogelijk in woonwijken dienen te worden opgenomen om de relatie wonen-werken te intensiveren. Tenslotte wil hij nog ingaan op procedurele fouten die zouden zijn gemaakt. Hij heeft geluiden gehoord die vinden dat eerst met de wijkbewoners moet worden overlegd alvorens een plan ter goedkeuring aan de PPD voor te leggen. Dat is zijns inziens in de huidige constellatie een onmogelijke gang van zaken en zou allerlei illusies kunnen wekken bij de wijkbewoners. Voor schijn-democratie wordt niets gekocht. Concluderend kan hij zeggen, dat zijn fractie het met dit voorstel eens is. De heer GORRISSEN kan zeggen, dat zijn fractie met heel veel waardering voor 100% achter dit voorstel staat. Dat is dan in hoofdzaak gebaseerd op het werkgelegenheidstekort dat niet alleen een nationale ramp dreigt te worden, maar ook een streekramp. Daarom is het verheugend, dat het gemeentebestuur er in is geslaagd om tot overeenstemming te komen met dit naar zijn mening belangrijke werkgelegenheids-steunpunt. Hij wil ook nog wel even ingaan op de activiteiten van de wijkcommissie oost. Het lijkt er n. 1. op, dat deze commissie een andere soort democratie-opvatting heeft dan de algemeen gang bare. Men spreekt b.v. van: "geen besluitkracht hebben van een hoorzitting". Hij dacht, dat een hoorzitting vooral argumenteringskracht moest hebben en dat de besluitkracht voor be drijfsvestiging toekwam aan de raad. Er werd ook twijfel uitgesproken over de milieu-onscha delijkheid van het bedrijf, en met name werd gewezen op gebruik van zuren, harsen, ontsmet tingsmiddelen enzovoorts. Hij meent dat ook in het ziekenhuis en ook in huisgezinnen derge lijke middelen worden gebruikt. Zou daarom alles maar naar het industrieterrein verwezen moeten worden, wil hij vragen. Bovendien is hij van mening dat mensen in bedrijven evenveel recht hebben op een goede natuur-omgeving als gezinnen. Werkmensen zijn evengoed mensen als gewone mensen. De commissie denkt verder wel erg gemakkelijk over pendelen. Over de tijd die daarmee verloren gaat om dan nog maar niet te spreken over de milieu-aan tasting door het autoverkeer. Alles bij elkaar genomen is de keuze van zijn fractie gebaseerd op een afwegen van belangen met een duidelijke prioriteit voor de werkgelegenheid. De heer VAN KEMENADE kan het betoog van zijn beide voorgangers helemaal onderschrijven. Namens zijn fractie wil hij opmerken, bijzonder ingenomen te zijn met dit voorstel. Het betreft hier niet alleen het behouden van een stuk werkgelegenheid maar mogelijk ook een toekomstige uitbreiding daarvan. Vooral het feit dat bij dit bedrijf plaats is voor zowel hoog gekwalificeerde mensen als voor een flink aantal jonge vrouwen en meisjes, spreekt zijn fractie bijzonder aan. Als in deze tijd, waarin de economie op een laag pitje staat en waarin sprake is van grote werkloosheid, een dergelijk milieu-vriendelijk bedrijf voor Bergen op Zoom behouden kan worden, kan de VVD-fractie daar alleen maar blij om zijn. Tot slot wil hij nog aan het college vragen of het juist is, dat studenten in het kader van af studeerprojecten en dergelijke bij Fraba stage lopen. Mevrouw STROECKEN heeft in eerste instantie maar een paar technische vragen en wel of, wanneer deze grond nu wordt verkocht en zij dat dan ziet in andere procedures met bestem mingsplannen, er dan nog een termijn voor bezwaren is - niet dat zij ziet dat er nu persé bezwaren gemaakt moeten worden want dat is weer een ander punt - en een bepaald bezwaar het dan zou gaan halen, wat, hypothetisch gezien natuurlijk niet uitgesloten is, hoe dat dan zal worden opgelost. In de verkoopvoorwaarden staat, dat de eigenaar binnen 3 jaar dit ge bouw daar dan moet vestigen. Zij is het eens met de PvdA dat een woon-werk-situatie heel juist een geheel kan vormen als het over een schoon bedrijf gaat. Zij wil vragen of dat bij B. W. heeft meegespeeld in het nemen van de beslissing of is dit soms een toeval. Als dit laatste het geval zou zijn wil zij vragen of dit in de toekomst mede in het beleid kan worden betrokken,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 233