m
21
Wat de zware, gevaarlijke en vuile arbeid betreft heeft hij in het G.O. medegedeeld, dat
de personeelsconsulent - maar die man is ook overbezet - op dit moment die hele materie
in studie heeft en dat daar nog nadere gegevens over bekend worden gemaakt en adviezen
over zullen komen.
De heer VAN KAAM heeft op het punt van die LTS toch wel verschil van mening met de voor
zitter. Het gaat er hem niet om om iemand te belonen die een LTS diploma heeft, maar de
gene die n& het behalen van een LTS-diploma leerlingstelsel, gezel haalt, maar niet aan
MTS of HTS toekomt, maar wel bóven de LTS nog een 2-tal diploma's heeft behaald, om dat
te regelen.
Dat heeft de VOORZITTER dan verkeerd begrepen.
Verder is de heer VAN KAAM blij dat er een fout is gemaakt en dat die fietsvergoedingen
dus uit deze regeling moeten worden geschrapt.
Hij heeft er verder wel moeite mee, wanneer de personeelsconsulent - waar nu al sinds
enkele jaren vaststaat wat vuile en zware arbeid is - - en dat die beloond zou moeten wor
den met 55. - en als hij dan alleen maar vraagt om een met de salarissen overeenkom
stige procentuele aanpassing, - nu opdracht zou moeten hebben om te gaan onderzoeken
wat vuile en zware arbeid is. Deze man behoeft niets te onderzoeken, want dat staat al
vast. Die vuile en zware arbeid is altijd al beloond geworden maar als men nu de lonen gaat
verhogen en als dan verder wordt gezegd dat een toeslag wordt gegeven tot maximaal 55. -,
en dat maximum wordt dan niet opgetrokken, dan krijgt deze man een loonsverlaging.
Daar is toch geen onderzoek voor nodig, dacht hij. Dat kan iemand zonder LTS-diploma
zelfs nog wel berekenen.
De VOORZITTER wil nog zeggen dat het met die zware, vuile, gevaarlijke arbeid zo is,
dat er wel iets meer aan vastzit als wat de heer van Kaam nu zegt, omdat er wel degelijk
verschil van mening is onder het gemeentepersoneel zelf wie dat nu wel of niet doet.
Alvorens nu hiervoor met een regeling te komen en bedragen vast te gaan stellen had hij die
zaak toch liever eerst even uitgezocht. Hij zal er dan later nog wel op terugkomen.
Wat die gezellen-diploma's betreft en van het leerlingenstelsel zou hij willen voorstellen
om dit in de volgende vergadering van het G. O. aan de orde te stellen.
De heer VAN KAAM heeft nog een vraag. Als die beloning van die vuile en zware arbeid
straks opnieuw aan de orde zal komen, zal dit toch met terugwerkende kracht gelden, neemt
hij aan.
Dat kan de VOORZITTER zonder meer toezeggen.
De heer BLANKEN wil nog zeggen dat wat die voortgezette opleidingen betreft op het beroeps
onderwijs in het bedrijfsleven deze wel gehonoreerd worden.
De VOORZITTER wil nogmaals zeggen, dit in het G.O. aan de orde te zullen stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
12. Voorstel tot wijziging van_bijlage C_._ b eho r end e_bi j_ d e_A jK em en e_ ala r i s v ero r dening _1_9 7 3
m1 ooi| met ingangjvan ï_aprü_1975^J7e_wj]j^ging)_.
(Verzameling 1975 nr. PZ/Ï29).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
13. Voo_rstel_ tot wijziging van de "Uitkeringisverordemj^
li®. ^Gz[göig]7
(Verzameling 1975 nr. PZ/l30).
De heer A. J. FRANKEN zegt, dat dit voorstel een onbelangrijk voorstel lijkt. Dat is het naar
zijn mening bepaald niet. Het voorstel houdt in het terugbrengen van het functioneel leef
tijdsontslag van 60 naar 55 jaar. Dat betekent dan ruw geschat, bij het huidige salarisniveau
dat dit voorstel de gemeente een slordige 2 miljoen gaat kosten. Nu weet hij wel dat zich dit
over jaren uit zal strekken maar het zijn naar zijn mening toch wel zaken die niet zonder
meer kunnen worden afgedaan. Voorop wil hij stellen, dat hij eenieder gaarne gunt dat men
op 60- of op 55-jarige leeftijd niet meer behoeft te werken. Het is ieder bekend, dat het
terugbrengen van de pensioengerechtigde leeftijd, die ieder wenst, althans practisch iedereen,
op financiële bezwaren stuit. Nu kan hij zich voorstellen dat iemand die 55 jaar of ouder is
niet meer op de brandweerladder gaat kruipen, maar dan blijft het toch altijd nog wel moge
lijk, dacht hij, om te kunnen blijven werken voor b. v. preventieve brandbestrijding.