15
Hij dacht ook terecht. De wethouder kan dan zeggen dat het een kwestie is van zakelijkheid,
wantrouwen of bezorgdheid. Het is dan inderdaad het laatste. Bezorgdheid. Hij betreurt
wel, dat de wethouder hem daarvan een verwijt moet maken. Het is beslist geen betutteling.
Het is geen onder curatelestelling, zoals in de vorige vergadering van de CDA-fractie werd
gedacht. Hij wil de Sosjale Joenit een eerlijke kans geven, maar wel waken dat zij zichzelf
over de kop werkt doordat zaken onvoldoende duidelijk komen te liggen in de startfase, die
alleen maar vragen is om moeilijkheden.
Hij begrijpt niet waar de wethouder het vandaan haalt dat zij zegt, dat de Sosjale Joenit maar
een jaar aan de gemeente gebonden is. Het is toch niet zo, dat de provincie Noord-Brabant
de komende 3 jaar eventueel 100% subsidie zal verlenen aan de Sosjale Joenit. Dan is de
provincie wel enorm veel veranderd.
Hij wil nogmaals aan de raad vragen om vanavond uit te spreken, dat deze zaak een maand
wordt opgeschort, de statuten opnieuw te laten bekijken en dan de zaak te bespreken.
De heer VAN DER STOEL zegt, dat de wethouder vroeg of er wel de bereidheid is.
Wat nu vanavond gebeurt is in grote lijnen vragen naar zaken die in vorige raadsvergaderingen
zijn beloofd. Het lijkt hem zonder meer logisch dat dat wordt gedaan.
De wethouder sprak over wantrouwen in het bestuur. Zijn fractie wenst garanties, dat er
goed bestuurd wordt. Men kan dat zelfs zo uitleggen, dat dat bestuur daar ook nog door be
schermd wordt.
De wethouder stelde verder, dat men maar van een goed vertrouwen moet uitgaan.
Hij dacht dat de verantwoordelijkheid voor een raadslid toch wel een tikkeltje anders lag.
Bij dat goed vertrouwen wil hij er dan wel van uitgaan, dat de wethouder de door hem ge
stelde 2 vragen vergeten is te beantwoorden.
Zo nodig zal hij die nog even herhalen.
Overigens blijven de door hem ingediende voorstellen wel gehandhaafd.
Mevrouw STROECKEN heeft zo alles eens aangehoord, en het komt bij haar toch ook wel een
beetje over als een te grote betutteling van de raad. Met een paar dingen kan zij zeggen het
wel eens te zijn. Zij kan er b. v. achter staan, dat er geen werkers b. v, in het bestuur zou
den zitten. Zij heeft ook geen moeite met het door de VVD voorgestelde betreffende artikel
2 lid 2 d. Dat vindt zij zelfs positiever dan wat eerst in de statuten hierover staat.
Alle andere dingen vindt zij toch eigenlijk een beetje te ver gaan.
De wethouder zei, dat er veranderingen zijn aangebracht naar aanleiding van de vergadering
van de commissie sociale zaken. Dat zou er dan in bestaan, dat het woord bindend wordt
weggelaten. Men moet zich daarbij dan wel realiseren dat, als het woord voordracht blijft
staan, en of er dan bindend of niet voorstaat, verandert dat naar haar weten niet veel aan
de zaak zelf. Als men het woord voordracht letterlijk neemt, is dat toch eigenlijk altijd
bindend, dacht zij. Zij dacht dat in sociale zaken iets anders was gevraagd, n.l. dat er een
verband zou worden gelegd om alle mogelijke problemen uit de weg te ruimen, tussen subsi
dievoorwaarden en statuten. Men kan dan betreuren, dat die Sosjale Joenit een stichting is,
maar dat is nu eenmaal zo. Zo'n stichting heeft dan een eigen bestuur en die doen eigenlijk
wat zij willen. Als zij subsidie willen hebben, is dat zelf willen er natuurlijk niet bij.
Het enige wat kan worden gedaan is dan ook naar haar mening het leggen van een verband
tussen de statuten en de subsidie, zodat, als kan worden gezegd, dat de statuten gehand
haafd blijven, de gemeente de subsidie in kan houden. Dan kunnen zij wel eventueel ergens
anders geld gaan halen en toch blijven doordraaien. Als zij b. v. een erfenis zouden krijgen
hebben zij geen subsidie meer nodig, maar dan moeten nog wel hun statuten geldig zijn.
Zij meent dan ook niet dat er nu zoveel gestreept moest worden, maar dat er veeleer een
toevoeging zou moeten worden gemaakt van: Mensen. Denk er wel om. Het is met subsidie
van de gemeente. Daar heeft U rekening mee te houden. Als U tenminste wilt blijven draai
en met die subsidie. Of er dan dat bindend bijstaat, vindt zij niet zo belangrijk.
De heer DE LAET heeft nog even de voorstellen die de heer Dekkers heeft geformuleerd
bekeken. Daarnaast heeft hij ook de voorstellen van de heer van der Stoel bekeken.
Zijn fractie kan er mee akkoord gaan, dat dit voorstel inderdaad een maand wordt aange
houden. Hij hoopt dan, dat de voorgestelde wijzigingen in de statuten alsnog worden opge
nomen en dan zal nog eens op deze zaak teruggekomen kunnen worden.
De heer VAN DER STOEL zou het dan alvast wel verstandig vinden als de raad de voorstel
len van vanavond aan zou nemen.
Dan kunnen die inderdaad in die verbeterde akte weer in de raad komen.
Het lijkt hem niet verstandig om nu te zeggen: we laten de zaak zoals die is en we gaan door.
Dan komt men over een maand misschien voor hetzelfde punt te staan.
Dat lijkt hem niet verstandig.