14
Als zij dan ziet, dat zij op de eerste plaats al in aanmerking komen omdat zij rechtspersoon
lijkheid bezitten, dan is dat toch goed. De statuten dienen door de gemeenteraad te worden
goedgekeurd. De raad heeft deze vanavond voor zich. Ze zijn al gepasseerd. Dat is dan mis
schien jammer maar dat is nu eenmaal zo.
De raad kan vanavond echter nog alles zeggen en de statuten kunnen eventueel nog gewijzigd
worden, wanneer de stichting Sosjale Joenit daar tenminste toe bereid is.
Bestuursleden dienen vooraf toestemming te vragen aan B. W. Zij heeft de vorige raads
vergadering de namen van de bestuursleden genoemd. B. W. zijn daarmee akkoord
gegaan.
De taakomschrijving van de beroepskracht heeft men min of meer kunnen lezen in de adver
tentie die opgesteld is met de heer Visser, personeels-consulent van de gemeente.
Deze heeft bij de sollicitatie helemaal geholpen.
De heer NIJPELS vraagt of de wethouder bedoelt in de plaatselijke pers.
Er zijn natuurlijk altijd mensen die geen krant lezen.
Mevrouw ELSEMAN zegt, dat die advertentie voor de raadsleden ter inzage heeft gelegen.
Daar gaat het om. Als er mensen zijn die geen stukken lezen houdt naar haar mening wel
alles op.
Er dient een regeling te komen waarbij de begeleiding van de Sosjale Joenit vanuit de sector
geestelijke volksgezondheid is gewaarborgd. Het bestuur dat er nu is, waarborgt dat al naar
haar mening. De raad moet er toch van uit gaan, dat, wanneer er een beroepskracht is,
dat dan verder samen wei geregeld wordt.
Verder werd er gesproken over de provincie, die dus voor dit jaar een subsidie heeft toe
gezegd. Zij kan zeggen dat er alle hoop is, dat dit voor 3 jaar verlengd zal worden.
De heer de Laet merkte op van mening te zijn, dat de beroepskracht al vast zou zijn aange
steld. Zij wil vragen hoe de heer de Laet daar bij komt. Men wil deze man graag hebben.
De heer Visser is het daar volkomen mee eens. Hij heeft hierover een klein rapportje ge
maakt, over de ontmoeting met enkele sollicitanten, maar deze man heeft natuurlijk ook zijn
voorwaarden en hij denkt er niet aan om zijn huidige baan op te geven voordat B. W. hun
fiat hieraan hebben gegeven. Er moet nog een nader rapport komen. Zij kan dus zeggen, dat
deze man niet vast is aangesteld.
De heer DE LAET zegt, dat dit wel keihard in een brief staat van de Sosjale Joenit aan B. W.
Mevrouw ELSEMAN zegt, dat het daarbij gaat om het feit, dat zij deze man aanstellen.
Dat is dan altijd wel: behoudens goedkeuring van B. W.
Dat weet deze man ook heel goed.
Het moet haar tenslotte toch wel even van het hart, dat men als raad toch wel heel erg wil
gaan bevoogden. Dat men alles wil gaan regelen, hoe zij moeten gaan werken.
Daar kan zij het persé niet mee eens zijn.
De heer DEKKERS moet het betreuren, dat mevrouw Elseman kennelijk moeilijk kan scheiden,
dat hij secretaris is van de raad van jeugd- en jongerenwerk en tevens fractievoorzitter van
de CDA-fractie. Hij kan mevrouw Elseman verzekeren, dat inderdaad de statuten van de So
sjale Joenit in de raad voor jeugd- en jongerenwerk niet aan de orde zijn geweest. Alleen op
de afgelopen vergadering van het dagelijks bestuur is medegedeeld, dat de Sosjale Joenit zou
aanbrengen de wijzigingen die hij daarstraks heeft opgenoemd. Hij heeft de passering van de
statuten bij de notaris aangegrepen om aan het college een brief te schrijven met een aantal
vragen daarover. Het college zegt in een antwoord daarop: In het raadsbesluit van 31 januari
j.l. is besloten tot het beschikbaar stellen van een garantie-subsidie aan de stichting Sosjale
Joenit onder meer met het oog op het aanstellen van een beroepskracht. Wij gaan er van uit,
dat voldoening aan de subsidie-voorwaarden, in het bijzonder goedkeuring van de statuten,
mat zodanige moeilijkheden met zich zal meebrengen dat daardoor de voorbereidingen, ver
band houdend met het aantrekken van een beroepskracht, achterwege zouden moeten blijven.
Hij acht dat wat gemakkelijk opgenomen als hij de discussie terughaalt van 31 januari j.l.
waarin, toen de raadsvoorzitter zei moeilijk bij de subsidievoorwaarden al deze punten op te
nemen maar dat de statuten aan de raad ter goedkeuring aan de raad zouden worden voorge
legd, en dat dan alles nog mogelijk was.
Welnu! Via de commissie sociale zaken heeft hij, ook nog nö die vergadering van die commis
sie, duidelijk gezegd hoe hij hierover dacht. Geen vertegenwoordiging naar buiten toe door
een teamlid-bestuurslid, maar duidelijk die zaak gescheiden, omdat naar zijn mening het
vragen is om moeilijkheden, wanneer enerzijds mensen voorzitter-secretaris of penningmees
ter van een stichting zijn die begeleid en leiding krijgen van de beroepskracht die zij zelf
hebben aangesteld. Men had daar toen begrip voor maar men is er bij de statutenwijziging
niet op ingegaan. Vandaar zijn vragen vanavond.