13 De heer DE LAKT zegt dat in het raadsbesluit wat bij de stukken ter inzage heeft gelegen en waarin de wensen, tenminste een aantal wensen van de vorige raadsvergadering zijn ver werkt, was onder andere de subsidie-voorwaarde 1 c, die luidde: bij de benoeming van be stuursleden dient toestemming van B. W. te worden gevraagd. In de vorige raadsvergadering heeft wethouder Elseman over de bestuursleden gesproken en zij heeft toen een aantal namen genoemd. Uit de statuten van de stichting blijkt dan, dat er uiteindelijk 5 namen naar voren zijn gekomen terwijl uit een schrijven blijkt van de stich ting Sosjale Joenit zelf, dat er plotseling 2 bestuursleden zijn bijgekomen. Zijn vraag is dan, of hiervoor inderdaad toestemming van B. W. is gevraagd en gegeven. Subsidievoorwaarde 1 d luidde: De taakomschrijving van de beroepskracht dient te worden voorgelegd aan B. W en aan de raad. Door de heer Dekkers en hemzelf is duidelijk de wens naa r voren gebracht, een t a a k oms c h r i. j ving te overleggen om tot een goede en objectieve aan stelling te kunnen komen van een beroepskracht. Alweer uit een schrijven van de Sosjale Joenit blijkt, dat de heer Fons Broekhoven is aangesteld zonder dat de raad een taakomschrij ving heeft gezien. Subsidievoorwaarde 1 e luidde: Er dient een regeling te komen waarbij de begeleiding van de Sosjale Joenit vanuit de sector geestelijke volksgezondheid is gewaarborgd. In een brief van B. W. aan de raad wordt gesteld dat begeleiding uit de sector geestelijke volksgezondheid is gewaarborgd doordat enkele bestuursleden werkzaam zijn in die sector. Er is echter nog niet tegemoetgekomen aan het raadsbesluit van de vorige vergadering, en hij zou daarom aan de wethouder willen vragen, of daar al iets aan is gedaan en of dat ook niet. in de statuten moet worden opgenomen. Subsidievoorwaarde 1—11 luidde: de aanstelling van de beroepskracht kan slechts geschieden in tijdelijke dienst voor de periode van één jaar. Alweer de heer Dekkers en hijzelf hebben in de januarivergadering van de raad heel duidelijk deze eis gesteld en de raad heeft deze eis gesteund. Daarnaast is door de heer Dekkers gesteld, dat voor 1976 deze subsidie voor de beroepskracht gecontinueerd kon worden alleen dan, wanneer de provincie in deze posi tief zou besluiten. Noch in de advertentie, noch in het schrijven van de Sosjale Joenit is enige blijk gegeven van een toezegging in deze richting. Hij heeft zelfs al de indruk gekregen, dat de beroepskracht al een vaste aanstelling heeft gekregen. Tenslotte wil hij nog zeggen, dat voor een zó belangrijke zaak als deze hij graag in eerste instantie een advies had gezien van de dienst sociale zaken en in tweede instantie van de MARBij veel diensten en bedrijven is het een normale zaak, dat voor een commissieverga dering er adviezen van een dienst of bedrijf ter inzage liggen terwijl voor de raadsvergade ring de adviezen van de commissies ter inzage liggen. Dat is bij deze zaak helemaal niet gebeurd. Dat betreurt hij ten zeerste. Mevrouw ELSEMAN had gehoopt vanavond bij de raad bereidheid te vinden en dat het niet nodig zou zijn hier nog lang over te praten. Al 2 raadsvergaderingen is hier uitgebreid aandacht aan besteed. Nu zijn er toch nog vragen. Zij heeft even gedacht, wat zal het zijn. Zakelijkheid, wantrouwen of bezorgdheid. Dat laatste zal zij dan maar aannemen. Bezorgdheid dus. Maar dan is men toch wel overbe- zorgd ten opzichte van andere stichtingen die soms 100% gesubsidieerd worden. Dan verwondert het haar zeer, dat de fractievoorzitter van de CDA nog vragen heeft. Hij heeft al antwoord gehad op schriftelijke vragen, Zij hoopt tenminste dat de brief hem heeft bereikt, want het gaat soms heel raar met brieven. Zij is bovenal verwonderd, omdat de heer Dekkers als secretaris van de RJJ, die nog steeds de begeleiding heeft, nog vragen heeft. Hij hoort alles uit de eerste hand en als men dan vindt, dat het anders moet, zou dat toch in de eerste plaats daar behandeld moeten worden, en dit moeten worden medegedeeld aan de Sosjale Joenit. Met de veranderingen naar aanleiding van de vergadering van de commissie sociale zaken kan iedereen akkoord gaan. De subsidievoorwaarden zijn al vreselijk zwaar, vindt zij. Zij meent, dat daar in grote lijnen wel aan is voldaan. Zij vindt het een groot wantrouwen ten opzichte van het bestuur, wat hier vanavond nu weer allemaal wordt gezegd. Er is maar een financiële binding met de gemeente voor één jaar en het kan best eens zijn, dat de Sosjale Joenit geen binding meer zal krijgen met de gemeente. De Sosjale Joenit zal met de statuten moeten werken terwijl de Sosjale Joenit subsidie aanvraagt, die dan eventueel wordt gegeven onder bepaalde voorwaarden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 212