5 Daartegenover staat dan het standpunt van Bergen op Zoom, dat de mogelijkheid behouden moet blijven om een Reimerswaal te realiseren. Zij meent dat deze beide aspecten onder de loupe zullen moeten worden genomen en dat pas dan reëel kan worden gezien, of men voor of tegen deze brief is. Zij kan zich voorstellen dat, als men volledig achter dat Reimerswaalplan staat, men ook wel zonder meer achter deze brief kan staan. Behalve het milieu-technisch aspect wenst de PPR echter - en daar staat zij helemaal achter ook niet verder te denken over een realisering van het Reimerswaalplan, ook al niet uit het oogpunt van de groei-economie. Het standpunt in deze van de PPR zal ongetwijfeld iedereen bekend zijn. Zij wil voorkomen, dat men de PPR in de schoenen zou gaan schuiven dat de PPR niet bekommerd zou zijn over de werkgelegenheid. Dat is ook voor de PPR een groot probleem maar niet de enige en ook niet de grootste zorg voor het totale welzijn van de be volking. Hierbij zullen belangen moeten worden afgewogen en om 2 redenen heeft zij dan geen behoefte aan dit steunpunt voor de werkgelegenheid. Het eerste punt is dan dat met de bestaande mogelijkheden van een Theodorushaven, Auvergnepolder, Noordland, Prineesse- plaat meer dan voldoende arbeidsplaatsen voor de bevolking van de regio Bergen op Zoom gekreëerd kunnen worden. Zij wil nog eens benadrukken: voor de bevolking van de regio Bergen op Zoom. Zij heeft even het structuurplan bestudeerd en gezien, dat een groei zoals van 1945 tot 1970 is geweest, tussen 1970 en 2000 zeker niet te verwachten is. Als daaruit een rekensommetje wordt gemaakt brengt dat als uitkomst een getal van 6000 echte nieuwe arbeidsplaatsen tegen het jaar 2000.Dat dan nog alleen als er een bevolkings groei te verwachten is als in de periode 1945 - 1970, hetgeen niet het geval is. Ook nog alleen, als het percentage van de bevolking wat een volledige dagtaak heeft hetzelfde blijft, hetgeen ook niet te verwachten is. Zij moet dan ook constateren, dat de bestaande terreinen tot diep in 2000 voldoende zullen zijn voor de streekeigen beroepsbevolking. Misschien moet zij hierbij het college de vraag stellen, of het nog steeds van mening is dat Bergen op Zoom moet uitgroeien boven de na tuurlijke groei. Hiervan is zij n. 1. uitgegaan, van de natuurlijke groei. Een tweede punt waarom zij dit steunpunt voor de werkgelegenheid niet ziet is, dat zij er tegen is dat er een zeehavenontwikkeling plaats vindt tussen Antwerpen en Rotterdam. Zij acht het noodzakelijk dat dit gebied tussen deze 2 steden een groengordel blijft, een ge bied voor wonen en recreëren en met werkgelegenheid voor de eigen bevolking. Over de brief zelf wil zij verder opmerken, b. v. over het punt van die coasters die zouden moeten binnenkomen in Bergen op Zoom, dat zij/heeft nagevraagd en dat het zó schijnt te dit zijn dat er momenteel een neiging is tot een afname en dat men geen rekening moet houden met een stijging van dit aantal coasters. Op het ogenblik schijnen er maar een 25-tal binnen te komen en de kans schijnt er zeker niet in te zitten, dat dit aantal zal vermeerderen. Het zal eerder nog kunnen afnemen. In de brief wordt ook gesproken over het Waarde-kanaal en over bruggen en alles wat er ver der dan mee te maken heeft en er wordt dan over heengegaan, alsof dit maar een kleinigheid zou zijn. Zij kan echter nergens terugvinden, hoe men dit dan concreet zou moeten oplossen. Hoe het dan moet met een auto-snelweg, met het verkeer enzovoorts. Het punt van het Oostmeer wordt verder hier een beetje verweven met het hele punt van het verwezenlijken van een of andere mogelijkheid. Zij meent dat men dit er helemaal van los moest zien en dat, zoals in het laatste deel van de brief wordt gesteld, voor welke oplossing er ook gekozen mocht worden, in elk geval dat Oostmeer zeer deskundig bestudeerd zal moeten worden en in ieder geval de beste oplossing moet krijgen. Het moet wel los worden gezien van de keuze-mogelijkheid die er is, naar haar mening want men zal altijd met dat Oostmeer blijven zitten. De heer HOPMANS had deze geluiden van mevrouw Stroecken en dan ten aanzien van de PPR wel verwacht Hij heeft in deze raad al meermalen gesteld dat ten aanzien van de activiteiten die worden gepleegd over een Zeehavennota en een Reimerswaalplan enzovoorts hij zeer sterk het vermoeden krijgt dat een aantal hobby-isten in de regio Bergen op Zoom bezig zijn om de werkgelegenheid in de omgeving te laten verdwijnen. Hij denkt dan ook aan een tweede natio nale luchthaven die er wel niet zal komen hier. Hij wil vragen of het niet een soort on-natuur- lijke leegloop voor Bergen op Zoom gaat betekenen door het verlies aan arbeidsplaatsen. Als men goed is ge-informeerd over de bedrijfs-sluitingen die zullen gaan plaatsvinden in de toekomst of over werktijd-verkortingen, wil hij hier nogmaals namens de werknemers in Bergen op Zoom vragen, om toch op de eerste plaats aan die werkgelegenheid te denken en dan kan mevrouw Stroecken het wel mooi voorspiegelen over een boompje en mooi groen, maar de werkgelegenheid is voor hem veel belangrijker en hij wil bij het college dan nog maals aandringen om toch vooral hun best te doen om zoveel mogelijk de werkgelegenheid voor Bergen op Zoom en omgeving te bevorderen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 204