36 niet achterlijk - dwars doorheen, en als dat wordt gedaan wordt er beslist niet gegund. Punt 2 is, wat daaraan vast zit, dat zij ook in alle geval alleen maar in kunnen schrijven wanneer zij een niet-besmet-verklaring afgeven. M. a. w. als het om welke reden dan ook niet wordt gegund, dat zij het werk dan niet volgens de gebruikelijke manier besmet kunnen verklaren. Dat het dan vrij is voor een openbare aanbesteding. Hij dacht dat dit de dingen waren die de heer Nijpels wilde weten. De heer NIJPELS wil ze ook graag zien. Hij is heel voorzichtig geworden. De VOORZITTER kan bij deze verklaren, dat het zal gebeuren zoals hij het heeft gezegd. De heer NIJPELS wil het in de commissies grondzaken en financiën ook aan de orde gesteld zien. De VOORZITTER dacht wel dat dat mogelijk was. Hij wil alleen zeggen, dat er in ieder geval aan gedacht is. De heer Broos vroeg nog wie er nu tot een groot bedrijf wordt gerekend. Hij moet dan ook maar aannemen, dat het schijnt - als toch over aannemers wordt gepraat - dat men een aan nemer in staat acht een groot werk uit te voeren, als dat grote werk ongeveer een kwart van diens normale jaaromzet bedraagt. Dat is een vuistregel in het bouwbedrijf. Daaraan voldoen deze 4. en daarom zijn zij hiervoor uitgenodigd. De heer WESTERHOF wil vragen of dit nu in de commissie grondzaken of in de commissie openbare werken moet komen. De heer NIJPELS heeft dat natuurlijk ook bedoeld. Hij dacht dat mevrouw Stroecken nog geen antwoord had gehad op haar vraag. De VOORZITTER meent duidelijk te hebben gezegd, dat er nog geen contact met de aannemers is opgenomen. Hij dacht overigens dat mevrouw Stroecken best wel voor zichzelf kan zorgen. De heer VAN HEUST wil het risico lopen, dat hij er misschien weer een verwijt over krijgt, maar hij begrijpt toch mevrouw Stroecken niet. Zij dringt er altijd op aan om in een vroeg stadium in datgene wat er moet gaan gebeuren betrokken te worden. Hier is de raad, zij het dan informeel, in een vroeg stadium betrokken bij de wijze, waarop het college meende dat tewerk moest worden gegaan. Wilde men in Den Bosch zinvol interverni'éren, dan moest inderdaad dat moest ook en hij meent vandaag de dag nog dat hij dat toen terecht heeft ge zegd, op dat moment dat aftasten van de mening van de raadsleden plaats vinden. Er was voor het college geen andere mogelijkheid meer. Hij vindt dan wel, dat de reacties van mevrouw Stroecken daarna in strijd zijn met haar zo vaak uitgesproken wens om vroegtijdig te worden ingelicht. Dat moet hij toch duidelijk constateren. Het kan best zijn dat mevrouw STROECKEN de heer van Heijst verkeerd begrijpt, maar deze doet dat waarschijnlijk ook tegenover haar. Zij is natuurlijk voorstander van het tijdig ergens bij betrokken te worden. Dat is duidelijk. Dat houdt dan echter nog niet in, dat zij dan op staande voet haar mening moet geven. Zij wil maar zo wat noemen. Stel voor dat er 5, zelfs 1 0 mensen daar meteen reëel een antwoord konden op geven. Die zullen er best we' zijn. Zij zou echter ook graag hebben, dat die 1 7 anderen die dat niet kunnen ook eventjes de kans krijgen om daarover na te denken voor zij ja of nee zeggen. Zij wordt wel graag geïnformeerd, maar wil ook wel graag even tijd hebben om erover te kunnen nadenken. De heer DEKKERS meent dat er altijd wel momenten zullen zijn en komen, waarop men vrij snel een beslissing moet nemen. Daarmee zal men moeten leren leven. Hoe graag misschien ook mevrouw Stroecken de nodige aandacht aan alles wil besteden. De heer VAN HEIJST zegt dat er toen die avond duidelijk een aantal mensen waren, die die bedenktijd niet nodig hadden om tot een beslissing te komen. Dat was een duidelijke meerder heid. Als enkele leden al zeiden: wij kunnen op dit moment niet beslissen hierover, werd dat zonder meer aanvaard. Dat was voor hem ook geen probleem. De VOORZITTER wil dan deze discussie maar gaan besluiten. Hij wilde nog opmerken, dat al bij een andere gelegenheid het college als lijn heeft aangegeven, zoveel mogelijk de Bergse aannemers te betrekken. Voor kleinere objecten kleinere aannemers. Dat zoveel mogelijk alle activiteiten van de gemeente in de wereld van de berg'se aannemers zou worden gezocht. Het was dan ook eigenlijk een logische konsekwentie van iets wat al jaren eerder in de raad ter sprake is geweest.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 181