30 De heer VAN HEIJST ontkent het nu juist wel. De heer BROOS zegt dat het al veel eerder is gebeurd, maar hij is niet verder kunnen komen dan de data die hij heeft opgenoemd. Hij wil alleen maar zeggen en dat kan elk raadslid be amen, dat, als men in een commissievergadering zit, er wordt gediscussieerd en dan wordt echt niet van elk lid - en dat kan men ook niet verlangen - elk woord opgeschreven. Om een voorbeeld te noemen is in een bepaalde vergadering de gemeentewerkplaats aan de orde geweest, door de heer Westerhof uitvoering besproken en waarbij ieder lid van de com missie ook wel zijn zegje had gedaan, maar in hetwrslag kan men alleen maar terugvinden datgene waar het om begonnen was uiteraard. Op 10 mei 1973 is plan Lange Weg opnieuw aan de orde geweest toen gesproken werd over de verwerving van de grond van de familie Smeijers. De heer VAN HEIJST kan zeggen dat hier in de raad het plan Lange Weg ook dikwijls aan de orde is geweest en iedere keer werd er dan gevraagd: Wanneer gaan we daar nu eens bouwen. Er is echter nooit iets gezegd van de grondslag. De heer BROOS meent dat de wethouder steeds oppert, dat in de commissie de zaken vaak veel uitvoeriger besproken kunnen worden en dan komt men daar in de raad vaak niet meer op terug. Hij wil toch graag even die datums afmaken. Op 14 juni 1973 werd aangetekend, dat gestreefd wordt naar een uniforme grondprijs voor de bestemmingsplannen Meilust I en Lange Weg, waardoor de voor woningwetbouw bestemde grond in de Lange Weg beter verkoopbaar zal worden. Dat is dan inderdaad gebleken. Verder zijn er destijdSnog hele lange discussies gevoerd over de bouw van garage van Kaam. Dat was ook Lange Weg en die grond was ook puur en puur slecht. De VOORZITTER zegt dat het er om gaat of de heer Broos waar kan maken dat deze bij her haling in de commissies heeft gewaarschuwd voor de slechte structuur van de grond. Niemand heeft ooit ontkend, dat Lange Weg talloze malen ter sprake isgeweest. Het gaat al leen over dht ene punt, wat de heer Broos ergens heeft gesteld: Ik heb daar altijd al tegen gewaarschuwd. Dat zal hij dan moeten waar maken. De heer BROOS heeft het, dacht hij, tot deze datums waargemaakt. Verder is hij niet kunnen komen want hij moest er uit. De VOORZITTER meent niet dat de heer Broos heeft waargemaakt dat hij bij die gelegenheden heeft gewaarschuwd voor de slechte grondslag. De heer DEKKERS wil vragen of de heer Broos zich nog kan herinneren, of deze voor of tegen het krediet voor het bouwrijp maken heeft gestemd. De heer NIJP ELS dacht niet dat het daarom ging. Het gaat er om dat een college deskundig moet zijn en als er grond wordt afgeleverd aan een bouwmaatschappij moet die grond bouwrijp zijn. Dan moet men weten - hij heeft er herhaalde malen om gevraagd - wat die grond exact gaat kosten aan bouwrijp maken. Wat wordt de grondprijs. Dat heeft hij wel tientallen keren gevraagd. De VOORZITTER meent dat van het punt in kwestie wordt afgedwaald. Het citaat n. 1. van de heer Broos bij al die data van die commissies waarop deze zich beroept en waarbij hij zegt zijn bewering te staven dat hij aanhoudend gewaarschuwd heeft tegen de slechte grondslag. Niemand ontkent dat er over die Lange Weg vele malen is gesproken, over grond verwerven, over prijzen enzovoorts, maar dat is het enige punt waar het nu om gaat. Is er gewaarschuwd tegen de slechte structuur. De rest is niet relevant voor het debat. De heer VAN KEMENADE zegt, dat in zijn herinnering de heer Parel eens een opmerking in die richting heeft gemaakt. Hij dacht niet de heer Broos. De heer BROOS zegt, dat dat helemaal niet terug te vinden is, maar het was wel na de datum die hij heeft genoemd. Hij wil nog wel zeggen dat het zeker genoemd is in september, en wel in het senioren-convent. Vond de voorzitter het toen niet belangrijk om er eens over te praten. De VOORZITTER zegt, dat de heer Broos heel goed weet dat het seniorenconvent alleen eens een keer incidenteel bijeengeroepen wordt wanneer het bepaalde persoonlijke feiten aangaat, die zich voor geen enkele commissie lenen. Nooit over inhoudelijke zaken die in een normale commissie thuishoren. De heer BROOS meent toch, dat het seniorenconvent over die groenzönekwestie toen ook bij elkaar is geweest.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 175