29 De heer BROOS wil hierop antwoorden dat alles natuurlijk van buitenaf komt. Van binnen uit kan daar niets komen. Als het uit de grond komt komt het ook nog van buitenaf. Hem is voor zeker medegedeeld dat het niet uitgesloten moet worden geacht, dat tz. t. en in dergelijke grondlagen schijnt dat voor te komen, scheuren in de huizen kunnen gaan ontstaan daardoor. Daarom zou hij dit zo graag weten en hij vindt het spijtig dat hij gewoon op objec tieve wijze die zaak heeft willen voorleggen aan deskundigen. Op dergelijke vragen kan nu gewoon niet worden geantwoord. De heer ARNOYS wil de heer Broos mogelijk even uit de droom helpen. De VOORZITTER vindt deze zuiver technische vragen echt meer in de commissie openbare werken thuis horen. Dan heeft men mensen bij de hand die op dergelijke vragen mogelijker wijze antwoord kunnen geven. De heer ARNOYS zegt dat in elke grond golf-bewegingen zitten en in stijvere grond is er eer der kans op scheuren als bij slappere grond. Bovendien staan hier de woningen los van de grond op palen, en als zodanig is het gevaar voor scheuren in b. v. het westelijk staddeel groter dan in de Lange Weg. Dat vindt de heer BROOS in ieder geval een antwoord. Als de voorzitter zei dat er in de com missie openbare werken deskundigen bij de hand zijn wil hij dit relativeren tot de kwestie waar de raad nu aan bezig is. Dat wil hij dan toch voor dat soort gronden in twijfel trekken. Er werd gezegd dat de deskundigen al 20 jaar werken in de gemeente zonder fouten te hebben gemaakt, maar er is ook nog nooit een evenwaardig equivalent als vergelijkingsmateriaal geweest. Daar mag men zich dan ook niet aan ophangen, dacht hij. De wethouder Hürtel had het over ernstige tekortkomingen, maar spreker wil vragen waar die scheidslijn dan ligt. Hij zei verder: als ieder van de raadsleden op zijn stoel had gezeten, zou het waarschijnlijk ook wel gebeurd zijn. Dat wil hij niet tegenspreken. Integendeel. Het is wel afhankelijk van iemands instelling. De heer HaRTEL wil de heer Broos wel uitzonderen. Dat vindt de heer BROOS heel erg prettig en daarmee denkt de wethouder misschien de nuchter® mensen en de lachers op zijn hand te krijgen. Daar gaat het echter niet om. Het gaat er alleen maar om dat er nu een zeer stringent en frekwent overleg is gepleegd met alle deskundigen. Wie geeft hem echter de garantie hoe dat in het verleden is geweest. De wethouder heeft ook blind kunnen varen op datgene wat hij voorgeschoteld heeft gekregen. Tot de heer van Heijst wil hij zeggen dat, als deze zich beroept op de andere commissieleden, die andere leden van de commissie toch ook niet be-aamd hebben dat zij wilden medewerken aan de weigering van zijn verzoek. Iedereenweetwel hoe het vaak in een commissievergade ring gaat. Als er iets wordt gesteld, gebeurt dat vaak aan het eind van een vergadering. Hij heeft niet aan de vergadering gevraagd of deze toestemming wilde geven maar hij is alleen bij een lid van het college geweest om advies en die zei hem om maar een brief te schrijven, maar gebruik niet het woord vrij-brief. Daar heeft hij het karakter niet naar. Als hij in de commissievergadering een vrijbrief vraagt, wat hij ook bedoelt te vragen, dan schrijft hij dat ook in zijn brief. Hij dacht daarin dan ook erg konsekwent te zijn geweest. Als de wethouder dan terugkwam op een stenciltje wat spreker aan bepaalde raadsleden heeft gegeven wil hij voor de goede orde even opmerken, en dat geldt helemaal niet als excuus, dat hij in deze korte spanne tijds toch nog heeft getracht een en ander na te kijken, maar om half zes moest hij daarmee stoppen want de ambtenaren draaiden de kast op slot waar zij overigens groot gelijk in hadden. Hij beschikt echter niet over de mogelijkheid om te ®ggen: Heren mag ik hier tot 9 uur met die spullen blijven zitten. Hij wil nog wel even op de door hem genoemde data terugkomen. Hij dacht: de heer van Heijst is natuurlijk een hele erge slimme; man, want als ik die paar niet opnoem komt deze daarop terug en dan kan ik in 2e termijn ook nog iets zeggen. Op 1 2 april 1 973 is er gesproken: In Meilust nog geen bouwrijpe grond beschikbaar voor grotere woningbouwcomplexen, mede door de tijd die besteed is aan het plan Lange Weg om het om te zetten van industrieterrein in een terrein voor woningdoeleinden. In elke commissievergadering is er een notitie en dan wordt er één naam genoemd, terwijl er soms wel 3 of 4 mensen aan de discussie hebben deelgenomen. Dat is een hele normale zaak. Meilust I is toen uitgesteld geworden omdat er enorm veel tijd besteed is geworden aan de Lange Weg. Die tijd is dan inderdaad "lang" besteed geworden. De heer VAN HEIJST zegt, dat er toen toch niet over de structuur van de grond gesproken is. Dat kan de heer van Heijst niet zeggen, dacht de heer BROOS en hij kan het niet bevestigen noch ontkennen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 174