het buitenland verdwijnen, naar zuid-europa, naar noord-afrika, naar midden-afrika, en er is zelfs een theorie in de ontwikkelingshulp die zegt: stoot de arbeidsintensieve industrie naar de derde wereld af en specialiseer je op de hoogwaardige gemechaniseerde geautomatiseerde industrie In die verhoudingen moet men naar verhouding dan veel terrein hebben voor betrekkelijk weinig arbeidsplaatsen. Als iemand hem een andere oplossing aan de hand kan doen en op de traditionele manier, laat hij zeggen, niet op de echte industriële manier, 1000 mensen op een hectare aan de gang kan houden, krijgt deze van hem de prijs uit de ideeën-bus. Dat zou natuurlijk een hele beste oplossing zijn. Als men met een industrie-terreintje van 20 hectare een grote hoeveelheid mensen aan de gang zou kunnen houden, zou dat natuurlijk ideaal zijn. Maar die tijd is gewoon voorbij. Tenzij men met nederland, zoals gezegd, op een eilandje gaat zitten. Maar dat is nu eenmaal niet zo. Men zit in een gemeenschappelijke markt en die op zijn beurt zit weer gebonden aan andere economische groot-machten als daar zijn de Verenigde Staten, Rusland en Rood-China, om deze laatste niet te vergeten. In die omstandigheden zal men er dan voor moeten vech ten. De heer Broos kan dan wel zeggen: het welstandspakket neemt toe. Het welzijnspak- ket zal op een gegeven moment ook niet kunnen groeien want het zal toch ergens verdiend moeten worden. Laat men wel eerlijk zijn. Waaraan kan dat dan verdiend worden. Aan een tijdelijk overschot op de betalingsbalans vanwege het aardgas, zou hij willen vragen?. Dat is dan wel een on gezonde zaak. Men zal het met eigen industriële, agra rische handels-, diensten, nijverheid enzovoorts zelf moeten kunnen verdienen. Het aardgas is dan het dessert, het toetje wat ons een klein beetje weelde kan verschaffen buiten hetgeen ieder met zijn eigen handen kan bereiken. Zo ziet hij die zaak. En dat is dan wel een andere benaderingswijze als mevrouw Stroe- cken in eerste instantie uit zijn woorden meariete moeten opmaken. De heer HSRTEL wil nog even zeggen, dat de aanleg van de Wemeldingedam inderdaad zoals mevrouw Stroecken meende te moeten opmerken, minder milieu-verontreiniging kan betekenen voor het oostelijk bekleen van de oosterschelde. Het zou wel een opofferen van de oestercultuur betekenen en dat is nu juist een belangrijk argument voor het open houden van de oosterschelde en de aanleg van de oesterdam zover mogelijk naar het oosten. Hij meent verder, dat er enige verwarring was ontstaan betreffende de invloed van het rijnwater. Het rijnwater wordt voor een groot deel afgevoerd via de nieuwe waterweg om daardoor de verzilting tegen te gaan. Bovendien is er voor het overtollige wat er en daar kan dan ook het rijnwater bij zijn, als het ware een kraan in de Haring- vlietdam en zo komt dus de trein van zijn college Arnoys nooit in zijn geheel - en dat zal deze ook wel niet bedoeld hebben - bij ons in het meer terecht voor onze kust. Het is wel zo, dat bij droogte - in natte tijden zal Bergen op Zoom zich waarschijnlijk zelf wel van voldoende water kunnen voorzien - of bij calamiteiten het water misschien ververst zal moeten worden. Dan zal dat rijnwater worden gebruikt. Dat rijnwater zal in de regel wel gevaarlijk zijn, maar zal toch voor Bergen op Zoom geen overdreven groot gevaar gaan betekenen, dacht hij. De heer ARNOYS zou nog willen zeggen dat, als de veronderstelling zodanig is overgeko men dat er 80 wagons per dag vuil voor Bergen op Zoom gedeponeerd zouden worden, aan zou men ook geen Reimerswaalplan nodig hebbe_n want_dan zou er in de kortst moge lijke tijd een industrie gesticht kunnen worden die /gratis 4fon gaan werken. Die zou dan zout kunnen gaan scheppen. Men moet n. 1. niet gering denken over 80 wagons per dag. De heer VAN KEMENADE zegt, dat het overigens geen keukenzout betreft, /grorfdstoffen De heer ARNOYS dacht, dat er toch ergens wel een afnemer voor te vinden zou zijn. Hij heeft getracht uit te leggen, dat het natuurlijk wel zo is, dat met een vrij groot oppervlak van het hier geplande compartiment met een vrij geringe diepte, er juist inge- val van droogte een enorme verdamping zal plaats hebben In dat geval zal men ook juist op dat rijnwater aangewezen zijn hetgeen dan voor Bergen op Zoom funester zal zijn dan voor de rijn zelf, omdat men dan hier met een stilstaand water te maken heeft. Hij heeft verder niet het optimisme van de heer van Kemenade, dat dit probleem over 5 jaar tegen de tijd dat dit aan de orde zou komen, al wel opgelost zal zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 16