pm 14 als de raad daar prijs op stelt, al is dat rapport van de andere kant ook wel weer relativeren- der. Of het dus de brief zal versterken, weet hij dan niet. Hij dacht n. 1. van niet. Als het nut had om de tekst van de brief ook nog eens door te spitten, zou hij er graag die paar uur werk voor over hebben, maar ook dat ziet hij niet zo zitten. Het effect zal echt wel hetzelfde blijven meent hij. Jaar en dag wordt er bij de minister gesmeekt om versterking. Nu heeft de raad ook eens een brief geschreven. Of daar nu een of ander woord meer of minder in staat, zal echt wel geen effect sorteren. Mevrouw ELSEMAN zou mevrouw Stroecken willen voorstellen, om deze zaak eens te bespre ken in de commissie sociale zaken, waar zij ook in zit. Men weet natuurlijk niet wie er alle maal huursubsidie aanvraagt. Er zijn wel eens enkele mensen geweest die hebben aangeklopt bij de sociale dienst, omdat de subsidie zo lang weg bleef. Bij haar weten zijn dat er beslist niet veel geweest. Mevrouw STROECKEN wil dit graag in de commissie voor de verlening van bijstand besproken zien, maar zij meent dat teveel wordt voorbijgegaan aan het feit, dat de raad in deze ook een beleid voert. Dat heeft het college tenminste in een brief aan het NVV van een paar maanden geleden nog geantwoord. Hier wordt naar haar mening te gemakkelijk aan voorbij gegaan. Mevrouw ELSEMAN vraagt wat mevrouw Stroecken dan wel zou willen. Mevrouw STROECKEN wil gewoon hierover een uitspraak van de raad. Dan is het voor het college erg gemakkelijk en kan in die gevallen, waarin het zich voordoet dat de mensen te lang op de subsidie moeten wachten, ook werkelijk worden geholpen door die mensen dan een voorschot te geven. Mevrouw ELSEMAN dacht wel, dat men die nood dan toch zal moeten weten. Het is mevrouw STROECKEN uit ervaring bekend, dat die nood er wel degelijk is De heer VAN KAAM wil vragen of de raad in deze wel verplichtingen aan het college kan op leggen. Die heeft toch een eigen bevoegdheid. Daar kan de raad alleen maar netjes afblijven. De VOORZITTER zegt, dat inderdaad het college voor de verlening van bijstand een eigen standige zaak is. Mevrouw STROECKEN meent wel dat de raad beleid heeft te voeren ten opzichte van de dienst sociale zaken. Die 2 zaken moeten toch gecoördineerd zijn. De heer HaRTEL zegt, dat ook nog is gevraagd om de mensen er op te attenderen, dat zij bij de gemeente terecht kunnen voor het invullen van het formulier. Hij meent dat dit een overbodige zaak is. Dat staat n. 1. ook al in de folder van het ministerie die men direct krijgt als men meent voor huursubsidie in aanmerking te komen. Ook staat daar nog in dat de huur subsidie ongeveer 2 maanden na de aanvrage zal worden geleverd. Hij meent niet dat dit een al te lange termijn was. Dat zal zeker toch wel overbrugbaar zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 5. Voorstel _tot hetJ^enoemen van_een jej;enJ_voor de_in^tellin^"Hetj^lg^em^n_Buj^j_Ga^thuis (Verzameling 3975 nr. AZ^IOS). Mevrouw STROECKEN heeft daarstraks gehoord dat er wordt toegewerkt naar een stichting Algemeen Burger Gasthuis. Zij weet dat het bij een stichting normaal is dat het bestuur zich aanvult door coöptatie. Hoewel er bij een stichtingsvorm vele voordelen zijn, vindt zij dit toch wel een nadeel. Momenteel is men nog niet zo ver. Het is nu nog geen stichting. Zoals zij hier vandaag zit heeft zij het gevoel, dat het regentencollege hier toch al wel op vooruit aan het lopen is. Zij schijnen zich toch al als een stichting te voelen. Haar ervaring is, alhoewel zij toen nog niet in de raad zat, dat men helemaal ondersteboven was als nummer 2 werd gekozen inplaats van nummer 1Als verder door de raad nog andere kandidaten naar voren werden gebracht, werd dit maanden nadien nog als een politiek spel bestempeld. Zij komt hieruit tot het bewustzijn, dat zij vandaag geen keuze mag doen maar alleen maar nummer 1 kan stemmen, wil zij geen moeilijkheden veroorzaken. Daarmee heeft zij toch wel erg veel moeiteAls de raad zou zeggen zich er niet mee te willen bemoeien, doen zij het verder maar zelf en is er dus een coöptatie, waarmee zij dan ook moeite heeft maar hetgeen dan toch wel zal gebeuren, ofwel verdoet de raad zo'n beetje zijn tijd met het opschrijven van zo maar een naam, al zal dat dan toch wel persé nummer 1 moeten zijn, want nummer 2 is alleen maar een soort bladvulling naar uaar mening.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 159