11 Wat de opmerking van de voorzitter aangaande de raad betreft wil zij vragen, of dit komt omdat de raad zo in-competent is dat dit niet bespreekbaar kan worden gemaakt. Dat moet de VOORZITTER ontkennen. Het is op dit moment zelfs nog niet in B. W. bespreek baar. Dat is ook in het contact tussen B. W. en regenten nog niet bespreekbaar. Er zitten daar zoveel technische en juridische vraagstukken aan vast. Die moeten eerst ge woon worden uitgecijferd, voor men weet waar men het over heeft. Als men als uitgangspunt neemt dat het personeel er niets aan tekort mag komen, dan zal men dat echter gewoon nomi natief moeten bekijken. Van, van die mijnheer; hoe is zijn situatie; hoe zou zijn situatie zijn als hij in overheidsdienst was. Welke ontknikking krijg je bij die man als hij van semi-over- heidsdienst B3 overgaat in particuliere dienst. Wat voor pensioen zou hij dan krijgen, als hij in overheidsdienst was doorgelopen. Dat moet per man worden bekeken. Dan weet men pas waarover men praat. Dan weet men ook pas de konsekwenties. Men kan dus wel enkele principia stellen, n. 1. een principe, dat het personeel in geen geval er aan tekort mag komen. Wat voor konsekwenties dat dan heeft, moet per persoon worden nagegaan. Mevrouw STROECKEN dacht dat de voorzitter nu al veel verder was. Zij weet ook wel dat er vele problemen zijn. Onder meer ook zeker over de stichtingsvorm. Zij weet niet of in het verleden daar in de raad wel eens over gesproken is. Het is in ieder geval wel erg belang rijk. De VOORZITTER kan zeggen dat de raad zich indertijd wel voor die principes heeft uitge sproken. GS heeft het op een gegeven moment toen niet goedgekeurd. Het lijkt hem echter ook altijd nog een nastrevenswaardig doel, dat een verpleeginrichting niet onderhevig is aan rechtstreekse overheids-bemoeienissen. Ook dat schept, allerlei com plicaties. Als werkhypothese zal dat wel behouden blijven. Zou dat om bepaalde redenen niet kunnen dan zal de studie teruggedraaid moeten worden. De juristen en de economen zijn op het ogenblik alle cijfers op een rijtje aan het zetten. Ook de juridische bepalingen op een rijtje aan het zetten. Als men wist welke verwarring er in den lande heerst over dit soort stichtingen. Is het een overheidsstichting. Is het geen over- heidsstichting, is het een semi-overheidsstichting. Is het een particuliere stichting die op een of andere manier onder B3 is gevallen. Dat alles is momenteel erg onduidelijk. Opheffing van stichtingen naar aanleiding van de rompwet liefdadige instellingen Is op verschil lende manieren gebeurd met tegenstrijdige uitspraken van de rijksoverheid. Er is dus een verschrikkelijke brei van juridische en technische problemen. De heer BROOS mag misschien nog opmerken, dat er al eens een uitspraak is geweest van de centrale raad van beroep. Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 3. Schrijven van het dagelijks bestuur_van het_Streekgewest Westelijls IIoord^Brabant dd_._12 maart-T975jLnzake_toezendin^_versrag over_het jaar J_974 en_on^e^-begrotin^en_1 975_en 19 76 S t rjj ek^ e w e s_t_ We stel y k_ N o oj dj B_r ab an t Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 4. Voorgesteld wordk t^ berichten conform cprmept-brief_op^/a£m;_ a. Schrijven van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen, Afdeling Bergen op Zoom dd. 26 maart 1 975 inzake Beschikking aanvullende huursubsidie. b. De heer Minister van Binnenlandse Zaken te 's-Gravenhage inzake maatregelen hand having openbare orde. De heer MASTENBROEK wil er, naar aanleiding van het schrijven van het NVV toch op aan dringen, dat datgene wat betreffende de huursubsidie door de gemeente kan worden gedaan, en dat is erg weinig, toch goed en vooral snel te doen. De mensen om wie het in deze gaat, hebben het geld meestal erg hard nodig. Dan heeft het NVV op 1 0 april j. 1. een brief gezonden aan de gemeenteraad betreffende het uithangen van vlaggen. Hij wil hier niet inhoudelijk op ingaan. Hij vraagt zich wel af, waarom die brief niet bij de stukken was. Tot zijn verbazing zag hij vanmorgen in de krant dat op die brief door het college al zou zijn geantwoord. Hij vraagt zich af, waarom hiervoor geen concept-brief is gemaakt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 156