5
De heer ARNOYS meent, dat kennelijk deze heel kwestie weer eens opnieuw begonnen kan
worden. Inderdaad is in het verleden uitvoerig gesproken over de verkoop van woningwet
woningen door de woningbouwvereniging. Het punt daarbij was dan de verrekening. Er was
toen geen uniforme regeling. De woningbouwvereniging gebruikte een andere methode dan de
gemeente.
De heer VAN KAAM zegt, dat de wethouder dit maar blijft volhouden.
De heer ARNOYS zegt dat in de vorige vergadering daarover werd beweerd dat een belangrijke
ambtenaar van het ministerie zou hebben gezegd, dat de gemeente fout zou zitten, maar bij
de stukken lag toen een schrijven van dat ministerie, dat de gemeente niet fout zat en niet
onjuist handelde. De wens werd daarin wel uitgesproken dat men het op prijs zou stellen als
er een uniforme regeling zou zijn.
Hij heeft de vorige keer dan ook betoogd, dat dit niet meer nodig was omdat een umtorme
regeling niet meer van toepassing kon komen daar de enige instantie die nog woningwetwoningen
kan verkopen de gemeente is. Voor zover hem bekend is n. 1. de woningbouwvereniging ook
al ingevolge uitlatingen van de voorzitter van deze vereniging, de heer van Kaam, niet van plan
om nog woningwetwoningen aan de bewoners te gaan verkopen. Bij overdrachten van complexen
woningen door de gemeente aan de woningbouwvereniging heeft de raad als voorwaarde ge
steld, dat die woningen eerst aan de bewoners moesten worden aangeboden en voor zover hem
bekend, zal dit verder niet meer worden herhaald. Als in de toekomst soms eens iets derge
lijks met de woningstichting Soomland zou plaats vinden lijkt het hem het beste dat de situatie
die dhn ontstaat dan eens opnieuw bekeken zal worden. Het beste zou het dan zijn, dat die
overdrager zich zou conformeren aan de handelwijze van de gemeente die vanaf het begin zo
heeft gehandeld en waar de algehele raad toen niet tot de conclusie is gekomen dat hier
van moest worden afgestapt. De heer van Kaam kan dan nu wel zeggen dat een belangrijk
deel van de raad toen een andere opvatting hierover had, maar dan had dat in dat betoog
moeten blijken via een motie of een aanvrage voor een stemming tegen het voorstel
Dat is toen echter niet gebeurd en als zodanig is het dan helemaal geen zaak voor B. W.
om, als gewoon wordt voortgegaan met een oud raadsbesluit en precies dezelfde handelwijze
wordt doorgetrokken, met een nieuw voorstel te komen als het ministerie daar verder geen
bezwaar tegen heeft.
De heer VAN KAAM vindt het jammer dat de wethouder nu weer gaat praten over andere
regelingen, want dan kan er heel veel worden bijgehaald. Dat heeft hij de vorige keer ook al
gezegd en spreker nam er toen genoegen mee, dat de wethouder zijn excuses aanbood omdat
hij het verkeerd had gesteld.
Als de heer ARNOYS gezegd heeft: andere regelingen, biedt hij daarvoor weer zijn excuses
aan, want. dan heeft hij een verkeerd woord gebruikt. Hij bedoelde te zeggen: het anders toe
passen van eenzelfde regeling.
De heer VAN KAAM meent dat er een computer ingeschakeld moet gaan worden om alle
excuses te gaan noteren. Hij blijft er bij dat hier door de gemeente een regeling wordt toege
past die op geen enkele wijze gegrond is. Als de wethouder nu zegt dat er geen uniformiteit
behoeft te komen omdat de gemeente momenteel de enige is die nog kan verkopen, kan deze
blijkbaar nog in het koffiedik kijken ook. Dat kan spreker echter niet. Hij weet niet in welk
opzicht door die woningbouwvereniging mogelijk nog andere woningen verkocht zouden kunnen
gaan worden. Als de wethouder dan zegt straks wel eens te zullen gaan bekijken hoe de situ
atie met Soomland zal gaan lopen, is dat volgens spreker ook een slag in de lucht, want de
wethouder weet toch ook dat het college het standpunt heeft ingenomen dat oude complexen
woningwetwoningen niet overgedragen kunnen worden om bepaalde redenen. Soomland kan
dan ook niet in de omstandigheid komen te verkeren om dat soort woningen te gaan verkopen.
Er is hem verder opgevallen, dat de vorige koper blijkbaar vanwege zijn organisatie nog al
goed ge-informeerd was en heeft ook via die organisatie behoorlijk aan de bel kunnen trekken.
Dat heeft ook resultaten opgeleverd. Nu blijkt dat voor deze man, die nu aan de beurt is,
practisch niemand in het geweer springt. Hij weet niet wat hiervan de reden is. Hij wil dat
hier dan nu wel doen, en de raad het voorstel doen om te verkopen zonder vei rekening.
Diegenen die dan altijd praten over de mindere man en wat dies meer zij wil hij dan vragen
dit ook eens in praktijk te brengen. De wethouder zei dat er de vorige keer geen stemming
was gevraagd. Dat wil hij nu over dit voorstel wel doen.