17
18VoorsteMnzake subsidiëring van de L.S tichting_Recreatmgetoju wen_Binne ns ta d_Bergen_op
Zoom"~ten~behoëvë_van dje^irpfoitatie van het gebouwencomplex SaüWhandstraa^
(Verzameling 1975 nr. AZ/67).
Mevrouw HENNES zegt dat er deze maand geen vergadering is geweest van de commissie
sociale zaken en wil vragen, of deze subsidiëring hier soms niet onder valt.
De VOORZITTER wil hierop antwoorden: ja en nee. Gedeeltelijk natuurlijk wel.
Mevrouw HENNES wil er toch wel graag iets over zeggen.
Zij vindt ook dit gebouw zo langzamerhand weer een dure aangelegenheid worden. Nu weer
een subsidie van ruim 16. 000. - en alle verenigingen die van dit gebouw gebruik maken
worden allemaal gesubsidiéerd, ook in de huurkosten.
De heer MASTENBROEK heeft geen vraag over de hoogte van de subsidie. Hij weet alleen
niet of hij de stukken goed bekeken heeft. Achter het gebouw het Swaentje schijnt een ge
bouwtje te staan dat gebruikt wordt door scouting Sito. Zijn vraag is dan, of het opknappen
van dat gebouwtje al in de exploitatiebegroting 1975 staat.
De VOORZITTER kan op de vraag van mevrouw Hennes antwoorden, die zei dat het allemaal
nog al duur aan het worden is, dat er natuurlijk nog al wat geld mee ge
moeid is Daar staat echter tegenover en dat heeft hij in de commissie financiën ook ge
zegd, dat het gebouw een echte duiventil is geworden waarvan een geweldig druk gebruik
wordt gemaakt. B. W. is van mening, dat het gebouw ook goed wordt gebruikt en dat het
geld er goed aan besteed is. Verder is het dan een zuiver boekhoudkundige zaak. Men kan
zeggen de verenigingen meer huur te laten betalen maar dan moeten die verenigingen ook
weer meer subsidie krijgen. In het reële uitgaven-peil verandert dat echter niets.
De heer WESTERHOF vindt het toch wel juister.
De VOORZITTER meent, dat dit te bekijken zou zijn.
Wat de vraag van de heer Mastenbroek betreft moet hij zeggen niet van mening te zijn dat
dit al op de begroting 1975 staat. Hij heeft die begroting niet helemaal zo goed in zijn hoofd,
maar hij dacht toch van niet.
Daar zullen nog wel voorstellen over komen.
Dit zal nog worden aangemeld en er zal geprobeerd worden hiervoor van hogerhand subsidie
op te krijgen om het tegen een redelijke prijs ook weer in een goede staat te brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
19. Diverse voorstellen betreffende^ondeTOjjsamig^elegejAedem
(Verzameling 1975 nr. AZ/64)
Mevrouw HENNES heeft een opmerking over de Prinses Ireneschool. De aanvraag van deze
school van 18 september 1974 was niet bij de stukken. Het kan best zijn dat deze school hele
goede argumenten heeft voor het vervangen van de kachels, maar in de commissievergadering
is alleen maar gezegd dat de kachel 15 jaar oud is en afgeschreven is en dus hebben zij vol
gens de onderwijswet recht op een nieuwe. Alles wat afgeschreven is, is echter nog niet
noodzakelijk te vernieuwen, meent zij. Dat hoeft toch ook niet. Verder is volgens de onder
wijswet de afschrijvingstermijn 15 jaar, in brieven aan de school wordt gesproken over als
regel 20 jaar en er is ook nog een briefje bijgesloten bij de stukken waarin staat dat bij de
gewone lagere school afschrijving in 40 jaar en de kleuterschool 60 jaar wordt voorgeschreven.
Zij heeft in de commissievergadering al gezegd er wat moeite mee te hebben om deze kachel
te gaan vervangen alleen omdat zij er na 15 jaar recht op zouden hebben.
De heer VAN HEIJST meent dat hier toch wel een levensgroot misverstand aanwezig moet
zijn. Er is gevraagd om artikel 72 toe te passen zowel op de verwarmingsketel als op de
verandering van inrichting. Als het raadsvoorstel goed gelezen wordt,wordt juist toepassing
van artikel 72 op de verwarmingsketel afgewezen, omdat wordt gesteld dat deze ketel 15 jaar
oud is, dus zijn hele afschrijvingstermijn doorlopen heeft; intussen zal men in de loop van de
jaren hebben moeten reserveren om een nieuwe ketel aan te schaffen. Het voorstel aan de
raad is, om middelen te verschaffen voor dat deel wat verandering van inrichting betekent,
niet om middelen te verschaffen orn een nieuwe verwarmingsketel aan te kopen.
Hij meent verder ook uitdrukkelijk in de commissievergadering gesteld te hebben dat de ge
meente aan dit verzoek voor verandering van inrichting wel gedwongen zal zijn om daaraan
mee te werken hoewel op dit moment ook als overheid, men problemen heeft of
op de duur deze omschakeling van de ene brandstof of grondstof op de andere wel verantwoord
is. Er zijn zo veel onzekere factoren, dat men daar nauwelijks een sluitend antwoord op kan