13 Hij wil nogmaals zeggen niet van mening te zijn, dat dit een verantwoordelijkheid voor de gemeente was. De heer MASTENBROEK dacht dat het toch wel gemakkelijk zou zijn dat, als men iets aan die kelder wil doen, men weet hoe het komt dat die steeds onder water komt te staan. Daarom vindt hij ook, dat men best eens zou kunnen proberen om het waterpeil in de haven gedurende een dag of 5,40 cm. te laten zakken. Dan zou men eventueel zeker weten dat het daaraan ligt. Dan kunnen ook maatregelen getroffen worden. Deze zaken liggen nu eenmaal altijd erg moeilijk. Bijna niemand weet ook waarom bij de Vijverberg die toestand van het droogvallen is ontstaan. Hier zijn er echter aanwijzingen van een oorzaak. Die zal men dan toch kunnen controleren. Hij vindt dat dat best eens on derzocht kan worden. De heer HEIJNEN kan nog zeggen, dat dit niet alleen bij de heer Krijnen voorkomt. Hij heeft hier vanavond nog over gebeld. Het is ook bij de heren Bakv, en in een stuk van 18-4-'74 van het wijkhuis in de Dubbelstraat wordt daar ook al over gesproken. Die firma heeft er ook al over geklaagd, alsmede de firma Hooijdonk, een groentenboer die daar in die buurt woont. Zij zitten allemaal met dezelfde klachten. De heer Krijnen heeft alleen de lef gehad om een brief te schrijven, tot aan de Minister toe. Hij vindt wel, dat wanneer de kademuren worden hersteld, ook besloten zal moeten worden of de haven opengelaten kan worden. Hij meent dat de gemeente er wel degelijk verantwoordelijk voor is want als men de kade op zichzelf al ziet, hoe poreus de muren zijn, dat de stukken er gewoon uitvallen, en als dan de grondwaterdruk lager is wordt het grondwater gewoon omhoog gedrukt. Aan de smalste kant van de haven, aan de zuidzijde, is hij er zich wel degelijk van bewust dat het aan het havenwater-peil ligt. Mevrouw STROECKEN meent dat, na de uitleg van de wethouder, nu toch niet zal kunnen worden beslist dat die brief zo uit moet gaan. Hetgeen de wethouder nu heeft gezegd, klopt niet meer met de inhoud van de brief die wordt voorgesteld. De heer BROOS wil erg kort zijn. Los van de aansprakelijkheids-claim meent hij dat er zo veel omstandigheden invloed kunnen hebben op deze gang van zaken, dat hij tegen het uitgaan van deze brief is. Mevrouw VLUG interesseert het wel wat er nu aan vast zit aan het verlagen van het havenwa terpeil met 40 cm. Wat heeft dat voor gevolgen. Wat houdt dat in. Waarom moet het op dat peil en wat gebeurt er met andere dingen als het lager is. De heer HhRTEL zegt dat het onderzoeken met het peil 40 cm. lager zou betekenen - en dat zal de heer Mastenbroek ook wel bedoelen - dat het waterpeil in de kelder ook 40 cm. lager zou worden, en de wateroverlast dus zou verdwijnen. Het merkwaardige is, dat een nieuwe ruimte, die diep ligt, daar vlak bij en ook vlak bij de firma Bakx, die verschijnselen niet vertoont waardoor men er toch wel heel sterk van over tuigd is geraakt dat het door de ouderdom van de kelders komt dat deze moeilijkheden zijn ontstaan. Bij het onderzoek wat hij vandaag nog heeft laten verrichten is gebleken, dat in die kelder in de muur een bepaalde balk zit die voor een groot deel toch eigenlijk is verroest en dat op die plaats juist een streep is te zien waardoor water is binnen gekomen. Hij dacht dat dit er toch ook wel weer op wijst dat de kelder niet helemaal in orde is. Men heeft in de brief ook kunnen zien, dat straks, als de wateruitlaat klaar is, het waterpeil weer zal worden verlaagd met naar hij meent een 20 cm. Misschien dat ook dat resultaten geeft. Verder staat op het investerings-programma dat de kademuren zullen worden hersteld. Ook aan die wens zal dan kunnen worden voldaan, meent hij. De proefneming met 40 cm. verlaging ziet hij zo nog niet zitten. Hij weet niet wat technisch mogelijk is maar hij wil beloven die suggestie te zullen overbrengen. De heer HEIJNEN wil graag weten hoelang het nog gaat duren eer aan die kade begonnen wordt. De heer HSRTEL weet dat ook niet zo precies. In de brief staat ook dat een goed onderzoek ernstig wordt belemmerd. Hij wil dat nog wel even toelichten. Bouw- en woningtoezicht heeft geprobeerd door de echte kelder-ingang naar binnen te komen. Vandaar ook de wat tegen strijdigheid in de brief van gemeentewerken die de raadsleden ook wel geconstateerd zullen hebben, dat men van de ene kant er niet in kon en aan de andere kant wel het waterpeil kon vaststellen. De mensen van bouw- en woningtoezicht probeerden dus langs de officiële in gang in de kelder te komen hetgeen niet lukte vanwege de douche die daar aanwezig was en de landmeters hebben achter het oorspronkelijke huis in een aanbouw nog een luik gevonden

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1975 | | pagina 128