40
Hij vraagt zich toch ai of het niet verstandiger zou zijn, dat de gemeente zich in het ver
volg wat harder opstelt. Dus niet alleen een brief met het ongenoegen uitspreken,
maar ook het installatiebureau eens aansprakelijk te stellen. Er zijn hier duidelijk grote
fouten gemaakt en hij ziet niet in waarom de gemeente dan voor deze fouten een bedrag
voorlopig van maar liefst 165. 000. - op tafel moet leggen.
Mevrouw STROECKEN heeft ook een vraag over die bezuinigingen. Het lijkt er nu inderdaad
op dat dat inderdaad onverantwoorde bezuinigingen zijn geweest. Zij wil dan graag weten
of die bezuinigingen zijn uitgegaan van het college en als dusdanig aan de raad zijn voor--'
gesteld of dat de raad deze bezuinigingen gewenst achtte. Dat vindt zij dan op dit ogenblik
eig belangrijk. Het is allemaal voor haar tijd gebeurd en misschien ook voor de tijd van
nog andere raadsleden. Het is misschien zelfs nog een periode daarvoor gebeurd.
Zij wil het toch wel graag weten.
De heer VAN KEMENADE dacht dat wat de heer Franken opmerkte terecht was ten aanzien
van die bestekken. Er zijn natuurlijk een aantal mogelijkheden Het bestek kan door die
bezuinigingen gewijzigd zijn. Er zijn onvolkomenheden of fouten gemaakt in het bestek.
Tenzij anders aangetoond kan worden dacht hij dan wel, dat het bureau die het bestek heeft
opgemaakt, verantwoordelijk is. Hij meent ook dat er echt wel mogelijkheden zouden zijn
om dat dan in ieder geval aansprakelijk te stellen.
wat de wethouder verder zei ten aanzien van de coatings in die periode, is het zijns inziens
zo, dat die mbrand-coatings, zoals ze nu bekend zijn, in die tijd nog in de kinderschoenen
S h* uJi r er wai*en een groot aantal andere types in dit geval is een koolteer-type
gebruikt, maar er waren ook een aantal types van koolteercoatings die zijn aangevuld
met kunstharsen en die dan wel voldoen. Denk maar aan de rioleringen bij industrie-ter
reinen en dergelijke. Anders zou men om de haverklap problemen hebben met de riolerin
gen, want aaar komt ook van alles doorheen.
s een coating niet goed gebeurt en als daarbij fouten worden gemaakt wat men ook al lang
an zien o. a. aan publicaties in de Zeeuwse Courant betreffende de afvalwater-leiding in
eeuws Vlaanderen, dan komen er dus inderdaad problemen, maar dan moeten daar toch
wet fouten aan ten grondslag liggen en voor die fouten moet iemand verantwoordelijk ge
steld kunnen worden, dacht hij.
De heer VAN HEIJST betreurt natuurlijk ook dat er een strop is aan het zwembad.
ij wil wel benadrukken, dat in die periode in een enorm tempo een groot aantal zwem
baden in nederland gebouwd zijn en dat daar inderdaad dingen zijn gebeurd die op het ogen
blik niet meer zouden kunnen gebeuren. Hij ontkent dat het installatiebureau daarvoor*"
aansprakelijk kan worden gesteld. Dat heeft gewerkt volgens bestek en tekeningen.
De enige fout die gemaakt kan zijn is bij het adviesbureau. Het adviesbureau zal zich
beroepen - dat zit er duimendik in - dat in opdracht van B. W. nog bezuinigingen moesten
aangebracht worden
De heer VAN KEMENADE zegt, dat dan toch geen technisch inferieur materiaal moet wor
den voorgeschreven.
bP7n6er .VAN HEUST zegt, dat toen niet precies omschreven werd wat de gevolgen van die
men zouden kunnen zijn. Naar zijn smaak heeft men daar te grote risico's geno-
coaten* kS waarschijnlijk mede gebeurd met nog het onvoldoende bekend zijn met het
dat zmi7?" epaalde type leidingen. Op dit moment zijn daar veel meer gegevens over en
J18 nu^iet meer gebeuren, dacht hij. De heer van Kemande is er dan misschien
Qfn„nHinfer^en °f is zelf misschien deskundige op dit gebied, maar spreker houdt
T 7 t at dH soort perikelen in meerdere zwembaden in nederland zijn opgetreden.
,'"fe ve dat men toen nog met coating van dit soort leidingen nog te weinig
e v ring a dij dacht niet dat men kon zeggen dat er van grove nalatigheid sprake is.
Men zou alleen kunnen zeggen dat er iets te veel risico genomen is. Dat klinkt dan wel
iets anders. En als men dan vanuit die positie een schade-claim moet gaan indienen, zal
men niet erg sterk staan, meent hij. Hij moet dat dan ook ontraden.
De heer VAN KEMENADE meent dat er vanuit die zelfde periode toch tientallen zwem
baden zijn waar geen moeilijkheden van deze aard voorkomen. Men had wel die weten
schap. De goede coatings -en dan praat hij niet over de laatste nieuwe waar in de brief
een voorstel voor staat - waren er toen in die tijd ook wel, zelfs al in de beginjaren 60.