25 Hij heeft onlangs in de krant gelezen - en men kan zich afvragen wat dat er mee te maken heeft - dat België ook sprak over een 2e nationale luchthaven. Er is vanavond al meermalen gezegd, dat die flat op het hoogste punt van Bergen op Zoom komtHij heeft toen bij zichzelf gedacht, wie weet, misschien heeft Bergen op Zoom wel een primeur. Als n.l. die flat wordt gebouwd en men gaat er op staan, ziet men aan de ene kant Dinteloord liggen, aan de andere kant België en dan kan het heel goed dienen als verkeerstoren voor de 2e nationale luchthaven. Hij heeft ook nog enkele nadelen. Uiteraard is dat hoogbouw, ook al door meerderen ge noemd. Verder een aantasting van de vrije ruimte, van groen. Al heeft men door hoogbouw te plannen dat groen zoveel mogelijk gespaard. Op de derde plaats - en daar wil hij toch ook wel even bij stilstaan - komt er een vergrijzing van de bevolking In de begrotingsdebatten heeft hij daar ook al over gesproken, maar als eenling komt dat misschien niet zo goed over, maar dat geeft niet. Hij vindt het ergens jammer, dat een actief college steeds meer de richting uitstuurt van een statische bevolking van de stad. Ook zou hij willen vragen, of het gebouw niet een beetje komt te liggen in de reuk van de industrieën, die daar omheen liggen. Men moet zich toch afvragen, of de mensen daarvan geen last gaan krijgen. Hij weet het niet. Het college heeft dat onderzocht. Enige tijd geleden heeft hij naar de 2e Kamer geschreven over de Wilhelminakazerne. Er zijn toen de stijlsonderhandeling en gepleegd daarover, maar het zal waarschijnlijk te duur zijn geweest voor de heer van Heijst om dat aan te kopen. Als er nieuwe onderhan- delin gen zouden komen nu, zou er misschien een hele andere bestemming aan het geheel kunnen worden gegeven, meent hij. Het frappeert hem echter het meest en daarin moet hij de heren Westerhof en Helsloot dan steunen, dat er over inspraak wordt gesproken en over democratisering. Actie-groepen vindt hij in deze geen juist woord, maar er zijn in Bergen op Zoom bepaalde wijken die zich hebben samengebundeld om een inspraak te creëren. Als hij dan hoort, dat dit plan 10 dagen gdeden op tafel is geschoven, vindt hij dat niet juist. Er zijn nu voorstanders en tegenstanders van het voorstel en hij heeft voor beide groepen begrip. Zonder meer, want het is een hele moeilijke zaak. De heer Gorrissen zei, dat zijn fractie er 7 kwartier over heeft vergaderd. Hetgeen hij persoonlijk natuurlijk niet kan zeg gen. Hij heeft een concrete vraag, of die genoemde huren tussen 130. - en 160. - kunnen worden gekoppeld aan de loon- en prijsindex. Zodat men over een paar jaar niet wordt geconfronteerd met huren van boven de 300. --. Verder wil hij vragen, of er nog met andere mensen onderhandeld is over deze woningwet woningen dan alleen met de woningbouwvereniging Bergen op Zoom. Gezien de moeilijke materie zou hij tot slot willen voorstellen dat het college dit voorstel terug neemt, dat de raad er eens een maandje over denkteens praat met de mensen die er bij betrokken zijn en de raad zal dan alsnog kunnen zeggen, of het wel of niet wordt gedaan. Het plan ligt er al zo lang en wat maakt dan die ene maand uit. De heer H hRT E L zegt dat voor een deel de argumenten die hij naar voren wil brengen, al door enkele raadsleden zijn genoemd. Als eerste maar misschien niet het belangrijkste argument zou hij willen noemen dat er een groengebied blijft gespaard. Als er inplaats van de hoogbouw laagbouwwoningen worden gebouwd, zou daardoor het groengebied daar ten zeerste worden aangetast. Hij meent dat, als dit plan zo zou worden uitgevoerd, er slechts een of twee bcmsn zouden moeten vallen. Het is bekend, dat het college streeft naar een reductie van de hoogbouw en wat dat betreft moge hij verwijzen naar het plan aan de Ramlaan, waar dan weliswaar wel wat van het groengebied is overgebleven doch niet zoveel als dat daar hoogbouw gepleegd zou zijn, maar waar dan ook zeer dure wonin gen uit de bus zijn gekomen. Verder wijst hij op het gebied bij de Matthijssenstraat waar zonder gevaar voor het groen laa gbouw is gepleegd en dat geldt eveneens voor het gebied langs de Rooseveltlaan. De versterking van het westelijk stadsdeel is een schijn-argument genoemd. Hij vindt het ook niet zo'n bijzonder sterk argument maar dacht dat, als het in een breder verband wordt gezien, toch wel gezegd kan worden, dat deze bouw zeer zeker een bijdrage is tot herstel van het evenwicht in de stad, waar toch zo graag naar wordt gestreefd. Om verder de zaak wat meer in planologisch opzicht te bekijken wil hij zeggen, dat in de gangbare planologische filosofie er van wordt uitgegaan, dat de stadskern ge spaard moet worden. Dat er daar uiteraard geen hoogbouw mag worden gepleegd. Ook in de toekomst zal men vast blijven houden in de bestemmingsplannen aan de bestaande goothoogten en dakvormen enzovoorts. Dat is een gebied waar niet aangekomen mag worden. In de gangbare planologische filosofie is het verder ook zo, dat de eerste schil rondom die oude middeleeuwse stadskern ook tot op zekere hoogte gespaard moet worden en dat daar ook geen hoogbouw mag worden gepleegd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 96