14 De heer A. J.FRAN KEN is het er voor 100% mee eens, dat er een basis van vertrouwen moet zijn tussen de stichting en de gemeente. In eerste instantie heeft hij duidelijk gezegd graag te zien, dat de inhoud van het schrijven in de overeenkomst werd opgenomen. Dat was geen eis, maar een suggestie van zijn kant die door hem werd gelanceerd, om eigenlijk een brug te slaan tussen de meningen die in de commissie financiën toch wel dui delijk naar voren kwamen. Mede gezien het antwoord van de wethouder, heeft hij er verder geen enkele behoefte meer aan. De basis van vertrouwen zijnerzijds is er beslist wel. Een andere zaak is de kwestie van of het rekening-courant-krediet of de garantie van de gemeente. De wethouder heeft hem niet duidelijk kunnen maken waarom het een voor de stichting stadsherstel duurder zou zijn. Hij dacht, dat, als de stichting naar een bank zou moeten gaan, de lasten precies hetzelfde zouden zijn. Hij meent dat bij een rekening-courant krediet alleen de gemeente meer lasten heeft en voor het overige blijft het voor de stichting precies hetzelfde. De heer WESTERHOF kan maar niet begrijpen, waarom er nu zo lang ge-emmerd moet worden of het nu een garantie moet zijn of een rekening-courant. Er worden steeds ver schillende vergelijkingen getrokken b. v. tussen Lievensberg en ABG enerzijds en de stich ting stadsherstel anderzijds. Dat zijn echter vaste geldleningen voor vaste bedragen. Die heeft men constant nodig. Aflossingen geschieden over een langere termijn. In dit geval echter is er een wisselende geldbehoefte en daarom vindt hij het volkomen logisch, dat in dit heel andere geval met andere omstandigheden een aangepaste - en wat hij daarstraks al heeft gezegd de meest doelmatige vorm is gekozen n.l. een rekening courant. Hij is het dan ook beslist niet eens met de heer Franken die stelt dat het niets uitmaakt want ook bij een bank betaalt men alleen maar voor het bedrag dat men debet staat. Dat is niet waar, want daarnaast betaalt men ook nog een bereidstellin gs-provisie voor het maximum bedrag. Dat hoeft de gemeente in dit geval niet in rekening te brengen. Aan de ene kant is het dus gewoon de meest logische gang van zaken en bovendien de goed koopste. Hij ziet dan ook niet in dat hier nu nog langer over moet worden gepraat. De heer Helsloot zei dan verder, dat spreker vooraf wil betuttelen dat de stichting geen stap zal kunnen zetten voor ze netjes op de stoep bij B. W. hebben gestaan. Dat heeft hij echter niet zo gezegd. De heer Helsloot zei dat hij het dan misschien verkeerd had begre pen en dat heeft hij dan ook. Hij herhaalt alleen maar wat de stichting zelf schrijft Over het aankoopbeleid van onze stichting, dit tijdig te bespreken met de gemeente en dit zodoende af te stemmen op het beleid van de gemeente. Spreker vindt het een volkomen logische gang van zaken, om tijdig met elkaar overleg te plegen dat men niet op hetzelfde pandje gaat bieden. Hij vindt dat ook de beste garantie tegen onverantwoorde prijsopdrijving en specu latie. De heer H E L S L O OT heeft eerst nog even getwijfeld, maar hij weet nu zeker dat hij het wel goed had. In zijn ogen is de heer Westerhof een erg goed raadslid maar ook een erg slim raadslid. Vandaar dat hij in zijn redenatie nu ijlings het woordje "tijdig" heeft inge last. Als dat woordje tijdig wordt ingelast, wordt het gelijk wel helemaal anders. Tijdig bespreken houdt inderdaad min of meer in: overleg vooraf. Het woordje tijdig komt echter in de brief niet voor. Hij kan het dan niet anders interpreteren, dan dat men regel matig verslag doet aan de gemeente in gemeen overleg van: waar zijn jullie mee bezig en waar zijn wij mee bezig. Het gaat dan niet om de twist tussen de heer Westerhof en hem want daarvoor is de zaak te onbelangrijk. Het gaat er alleen om om via de discussie te komen tot een principe, n.l. dat hij het principiëel onjuist acht om van deze stichting te eisen, dat zij in al hun plannen van te voren de gemeente in kennis stellen lees: de gemeen te zou gaan vragen of het wel akkoord is. Als er over tijdig overleg wordt gepraat, bete kent dat vooroverleg. Als de gemeente deze eis aan de stichting zou opleggen zou het hem niet verwonderen - ais hij lid van dat stichtingsbestuur was zou hij dat ook zeggen - als de stichting zou zeggen: jullie zoeken het maar uit want nu wordt er een eis gesteld die gewoon irreëel is Vandaar dat hij bijzonder blij is met de woorden van de wethouder die genoegen neemt met het feit dat dit een intentie-verklaring is waaruit voldoende ver trouwen blijkt om te starten met dit rekening-courant-krediet en om in een latere termijn te zien of dat eventueel veranderd moet worden ja dan nee. Het verwondert de heer DE JAEGER eigenlijk en vooral wat de heer Helsloot het laatst heeft gezegd, dat er een vooroverleg is geweest. Dat kan hij niet zo goed begrijpen. Hij is er ook verwonderd over, dat nu persé met dat gebouw de Bruine Hond moet worden begonnen. Hij wil vragen waarom er niet met de kleinere woningen wordt begonnen. Dat vindt hij veel voornamer dan de Bruine Hond, Hij is nieuwsgierig wat er voor een huurprijs voor dat gebouw uit de bus gaat komen.Dat zal nog al wat worden, meent hij.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 85