4 Hij vindt het jammer dat men als gemeente niet de moed heeft gehad om er in tegemoet te komen zodat er iets fatsoenlijks van gemaakt kon worden. Het ligt er nu allemaal als schroot bijHij durft gerust te zeggen, dat het college wat dit betreft geen enkele blaam treft, want dat heeft heus wel zijn uiterste best gedaan, alleen de raad heeft er niet aan willen meewerken. Dat wil hij wel even duidelijk vaststellen. De heer HELS LOOT heeft met enige ontstemming kennis genomen van de woorden van de heer Broos. Hij wil wel de woorden van de heer Franken onderstrepen. Hij dacht dat in ettelijke raadsvergaderingen was geconstateerd dat een raad van een gemeente, zoals hier bijeen, niet moet wijken voor chantage van wie dan ook. Tot in de laatste correspon dentie is dan uiteraard wel niet dat woord chantage op papier gezet, maar hij kan het toch iedere keer weer bespeuren. Hij vindt dat ook op dit moment niet moet worden geweken voor de tegenpartij en inderdaad tot actie moet worden overgegaan zoals ook de heer Franken vroeg. Mevrouw VLUG wil daar nog een kleinigheid aan toevoegen, aangezien het schrijven van die wijkcommissie hoofdzakelijk het gevaar voor de kinderen van die wijk betreft. Dat ziet zij. ook wel zitten, maar zij zou toch wel graag zien, dat het college aan dat comité schreef, dat de eerste verantwoordelijkheid daarvoor toch bij de ouders zelf ligt. Tot nu toe had het gemeentebestuur niet de mogelijkheid om er daar wat aan te doen. Als iedere ouder zijn kind behoorlijk waarschuwt en op de gevaren wijst, is men toch ook al een heel eind, meent zij. De heer DEKKERS kan het in grote lijnen wel eens zijn met de woorden van de heer Franken. Nu althans volgens de persberichten, G.S. hier niet in zal meegaan, zullen er inderdaad op zeer korte termijn maatregelen genomen moeten worden. Hem hebben wel de woorden van de heer Broos verbaasd. In de raad is er toch regelmatig zeer uitvoerig over deze zaak gesproken, dacht hij. Door het college is gedaan wat mogelijk was om hierin tot een oplossing te komen. De heer H&RTEL dacht wel, dat alle vragen zo'n beetje op hetzelfde neerkwamen. Aan de ene kant werd gezien, dat deze stap niet afdoende zal zijn. Hij wil zeggen, dat dit thans een eerste stap is en er zullen er dus wel meer kunnen volgen. Dat is toch een heel gebruikelijke weg. Verder is er nog wel een andere zaak tussen gekomen. Uit de kadastrale gegevens blijkt namelijk, dat niet Albarda Jelgersma de feitelijke eigenares ismaar nog steeds het Kerkbestuur. Hij weet niet wat voor afspraken er daar allemaal zijn gemaakt tussen de koper en de verkoper. De VOORZITTER zegt, dat zoiets nu genoemd wordt een Deus ex machina. De heer H&RT E L meent, dat de gemeente nu de procedure opnieuw zal moeten beginnen door het aanschrijven van de feitelijke eigenaar. Als dat niet mocht helpen volgt daarop rkin een volgende stap die b. v. kan zijn, dat op kosten van de eigenaar door de gemeente de zaak wordt opgeruimd. Zover zal dat kunnen gaan. De heer A.J. FRANKEN vindt het antwoord van de wethouder onvoldoende. De heer HiiRTEL meent, dat dit bij de heer Franken altijd wel zo is. De heer A.J. FRANKE N wil deze opmerking van de wethouder maar laten passeren. De wethouder heeft gezegd dat er een aanschrijving is geweest en dat dat een eerste stap is geweest. In eerste termijn heeft spreker gesproken over lid 25 lid 3 van de woningwet en daar werd in die eerste stap over gesproken. Er is echter ook nog een artikel 27. Dat heeft spreker niet voor niets genoemd. Hij vraagt zich af, waarom het college bij deze levensgevaarlijke toestand nu zo uiterst voorzichtig tewerk moet gaan. Hij meent dat het dringend noodzakelijk is om goede, dringende en afdoende maatregelen te nemen. Niet het schrijven van een briefje en dan maar zien wat er van terecht komt. Wat de eigenaar betreft, meent spreker zeker te weten dat er wel degelijk een voorlopig koopcontract is. Het verbaast hem dan te horen, dat het Kerkbestuur nog steeds eigenares zou zijn. Als dit dan door het college zou worden aangeschreven, dacht hij toch wel, dat er een hele verkeerde weg werd ingeslagen. Ook de heer LEUS heeft even raar opgekeken toen de wethouder zei dat het Kerkbestuur nog steeds eigenaar is. Hij wil niet zeggen, dat hij zich hierin nu direct verheugt, maar hij gelooft wel, dat de zaken nu een heel andere wending gaan nemen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 75