14 9. Voorstel tot het mei R. Hel sloot. _Heilige Geestland_28 J^Bergen_gp_Zoom3aangaan_van een overe enkom st_van ruiling inzake aa^deJ^aulu^Bi^sïaai^gelegen perceejsgedeefimi. (Verzameling 1974 no. RO/Ï7). De VOORZITTER zou willen vragen, of dit voorstel soms ook teruggetrokken moet worden. De heer BLANKEN zou dit voorstel niet teruggetrokken willen zien, maar gezien de redelijke kavel verbetering zou hij het willen ondersteunen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 10. Voorstel tot het ruilen van onroerend goed met het HoogheemraadschapJ^DeJBrabantse^ Bandijk" te Steenbergen, het in beheer en onderhoud overdragen van_ de nng, alsmede Tot hetjverïenen van_een rechtaan opstal. (Verzameling 1974: no. RO/20). De heer A. J„ FRANKEN zegt, dat hier wordt voorgesteld om de nieuwe dijk bij het industrieterrein Noordland te ruilen tegen de inmiddels geslechte dijk aan, de van Konijnen- burgweg. Zijn fractie heeft er enige moeite mee hiermede in te stemmen. In de commissie grondbedrijf heeft hij al de vraag gesteld, of door deze transactie niet iets uit handen gegeven wordt waar men mogelijk later spijt van kan krijgen, Deze vraag blijkt bij zijn fractie sterk te leven. Hij doelt dan op de mogelijkheid van de recreatie aan de Schelde, Zijn fractie heeft er reeds vele malen op aangedrongen, de umeke gelegenheid voor de recreatie aan de Schelde te benutten. Nu de rioolpersleiding in gebruik is, vraagt hij zich af, ofb.v. zwemmen niet zou kunnen worden toegestaan. Momenteel mag men over de dijk wandelen, althans op het verharde gedeelte. Niet op de grasmat. Hij zou graag zien, dat dit minstens blijft. Dat dit met het Hoogheemraadschap wordt overeengekomen. In de overeenkomst staat daarvan niets te lezen. De heer VAN HEIJST zegt, dat dit in deze zin in de commissie grondzaken ook inder daad aan de orde is geweest maar daar is toen ook naar zijn mening uitdrukkelijk gesteld, dat er in overleg met de Brabantse Bandijk voorzieningen zijn getroffen zodat het open stellen van het verharde gedeelte eigenlijk gewaarborgd is. Daarvoor zijn voorzieningen getroffen; daar is briefwisseling over en dat is dus ook ge woon van de zijde van de Bandijk toegezegd, Dat staat dan niet in dit contract maar hij dacht, dat, als de Bandijk dit met de gemeente is overeengekomen, en zegt: het verharde gedeelte kan open, mits de gemeente die en die voorzieningen mee bekostigen, en als dat dan inderdaad in overleg met de Bandijk is gebeurd, heeft de Bandijk voor nu en voor de toekomst verplichtingen ten opzichte van het toegankelijk zijn van dat verharde gedeelte. Het is dan natuurlijk ook zo, dat, als voor de Bandijk de toegang tot het niet verharde ge deelte ontoelaatbaar is, uit een oogpunt van behoud van de dijk, dan zou dat ook voor de gemeente als zodanig ontoelaatbaar zijn. En dan om dezelfde redenen. Het blijft n. 1, hetzelfde wie de dijk beheert, Die zal er voor moeten zorgen, dat de con ditie van de dijk in orde blijft. Hij zou willen zeggen, dat er eigenlijk niets uit handen wordt gegeven. Over dat zwemmen heeft het college ook al wel eens nagedacht en adviezen ingewonnen. Men weet dat er hier over al antwoorden zijn gegeven aan een actiegroep Westelijk Stadsdeel. En dan in die zin, dat er eigenlijk op dit moment alleen maar wat levensgevaarlijke toestanden aanwezig zijn. Hij zou, in variatie op wat de heer Franken zei, willen opmerken, men zou ook wel eens iets té lang in handen kunnen houden zodat men er later spijt van krijgt. N.L dat men die dijk voortdurend zelf moet blijven onderhouden. De heer A.J.FRANKEN wil vragen, of hij uit de woorden van de wethouder mag conclu deren dat er wel degelijk een aparte overeenkomst met de Bandijk. is dat deze dijk, wat het verharde gedeelte betreft, open blijft. Hij wil daar verder dan de vraag aan verbinden, of, indien de Bandijk vanwege het behoud van de dijk onverhoopt zou besluiten om deze te sluiten, dan vooraf met de gemeente in ieder geval vooraf contact wordt opgenomen. Dat kan de V O OR Z IT TER beamen. En dan als hoogheemraad van de Brabantse Bandijk, De heer BROOS dacht, dat dit een zaak voor de wethouder grondzaken was.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 51