13
meentebestuur. Het is niet de bedoeling dat aan de ene kant het gemeentebestuur en aan de
andere kant. stadsherstel min of meer in een concurrentie-positie komen. Hij dacht ook dat
deze zaken nog niet voldoende waren uitgewerkt in het voorstel.
Hij is in principe niet tegen een rekening-courant-overeenkomst^ het lijkt hem zelfs ge
makkelijker hanteerbaar dan een garantiesubsidie of een garantie voor een lening, juist
omdat een dergelijke stichting de ene keer dat maximum bedrag nodig zal hebben en een
half jaar later dat geld dan al weer binnen is. Wat dat betreft, vindt hij het dus wel goed.
Organisatorisch, juist in het samenwerkingsverband, dacht hij, dat het hier nog wat moest
worden uitgespit en hij is het dan ook met de beide vorige sprekers eens, dat het voorstel
moet worden teruggenomen en eerst nog eens in de commissies moet worden behandeld.
De heer NI JP E LS heeft één vraag, die hij graag beantwoord ziet. Is dit een voltallig
college-besluit.
Of zijn er minderheden in.
De VOORZITTER, zal deze vraag onmiddellijk beantwoorden. Het college heeft dit
voorstel in deze vorm met de grootst mogelijke meerderheid genomen.
Dat vraagt de heer NI JP E LS niet. Hij wil weten of het voltallige college achter dit voor
stel staat.
De VOORZITTER dacht deze vraag heel duidelijk beantwoord te hebben. Met de grootst
mogelijke meerderheid, dus 4 tegen 1. Dat betekent dan, het voorstel, zoals het nu hier
ligt. Hetgeen niet wil zeggen, dat het hele college niet achter het verlenen van een rekening
courant-overeenkomst zou staan. Het ging daarbij om enige details, waar men het niet
helemaal over eens werd.
De heer NI JP E LS kan het niet meer volgen.
De VOORZITTER kan het toch echt niet duidelijker zeggen.
Hij weet dan verder niet, nu 3 sprekers al hebben gevraagd om terugtrekking,of het nog
zin heeft er verder mee door te gaan.
De heer G O R RIS S E N dacht van niet.
De VOORZITTER dacht, dat, als de 3 sprekers zouden worden gesteund door hun frac
ties, hij van mening is, dat men er voor vanavond beter mee kan ophouden.
De heer BROOS zou wel eens willen weten, op welke gronden men eigenlijk tegen dit
voorstel is. Men is indertijd unaniem vóór een stichting stadsherstel geweest in de raad
en nu er een injectie gegeven moet worden om iets te gaan doen, in welke vorm dan ook,
moet dit voorstel ineens worden teruggenomen. Dat kan hij niet goed volgen.
Als men een half jaar geleden a heeft gezegd, verwacht hij toch dat men nu ook b zal
zeggen, maar dat zit er schijnbaar niet in.
De V O OR Z IT T E R meent toch, dat het het beste is om het voorstel nu niet verder meer
te behandelen, als 3 fractievoorzitters vragen, om het terug te nemen.
Een, debat zal dan naar zijn mening nu weinig zin hebben en het college za.1 er dan beter
nog een keer mee terug kunnen komen.
De heer NIJP E LS meent, dat niets er op wijst, dat die 3 sprekers de meerderheid van
de raad vertegenwoordigen.
De heer BROOS zegt, dat dat na, 3| jaar wel kan worden aangenomen.
Ook de VOORZITTER is die mening toegedaan. Hij heeft ook nog andere mensen instem
mend zien knikken en vindt het dan overbodig om nu een uitvoerig debat te gaan houden en
aan het eind daarvan toch nog tot de conclusie te moeten komen, dat het voorstel een volgen
de keer weer opnieuw behandeld zal moeten worden.
De heer A. J. FRANKEN wil vragen, of het voorstel dan wel eerst in de commissie fi
nanciën zal komen.
De VOORZITT ER kan dit beamen, doch misschien ook in, de commissie ruimtelijke
ordening. Het krijgt de normale procedure.
Dit voorstel wordt dus door het college teruggenomen.