9
claim op te leggen. Het zal waarschijnlijk wel geen haalbare kaart zijn, maar hij wil ook,
hetgeen de heer Gorrissen vroeg, althans wat deze hoogstwaarschijnlijk heeft bedoeld,
het geval publiek gaan verkopen.
Dus niet onderhandelen, maar iedereen een kans geven.
Persoonlijk is hij voor verhuur en hij meent dat er ook in die richting al onderhandelingen
zijn geweest.
Hij meent dat B. W. wakker is gemaakt door het feit, dat er mensen zijn gekomen.
De heer PAR E L is vóór het verkopen van dit pand» Hij is er vanmorgen eens wezen kijken
en heeft toen gezien, - en als hij dan in het voorstel leest: mits hiervoor een vrij aanzienlijk
bod wordt gedaan - dat die verkoop al heel gauw zal moeten gebeuren. Het dak is kapot
en er is een blind-raam vernield; de ramen zijn kapotde goot is er af en van het bijbouwsel
zijn de pannen af; dew.c. is buiten; er is geen licht, geen gas.
Hij wil wel eens weten, wat er met een aanzienlijk bod wordt bedoeld.
De heer DE JAEGER heeft ook een vraag. Hij wil vooruit wel even zeggen, niet tegen
de verkoop te zijn. Er staat: tegen een vrij aanzienlijk bod, Is er soms al een koper voor?
Wordt het openbaar verkocht of bij inschrijving?
Het is de heer VAN HEUST en het college niet onbekend, dat het pand in een niet te
beste staat verkeert en daarom heeft het college gemeend, dat het voor de gemeente een
ondoenlijke zaak is om het helemaal zelf te gaan opknappen omdat er geen rendabele huur
meer uitgehaald kan worden.
Hij dacht eigenlijk door openbare inschrijving tot verkoop te kunnen komen.
In het verleden is al menig keer gevraagd om het te mogen kopen» Dat is niet bij één vraag
gebleven. Er zijn, de laatste jaren door andere gegadigden, ook van ver buiten deze ge
meente, daarover vragen geweest.
Er is nog met geen enkele koper onderhandeld; op dit ogenblik is er ook geen specifieke
gegadigde waar het college aan denkt. Het doel zou zijn om door daarmede te adverteren
de inschrijvingen als het ware af te wachten. Het college zou het het liefst bij inschrijving
willen verkopen.
De heer NIJ P E L S vraagt, waarom dan niet publiek.
Ook de heer BROOS heeft dat gevraagd. Dat was zijn 2e vraag.
De heer VAN HEUST meent, dat daarover te discussiëren va.lt. Zoiets kan bij inschrij
ving worden verkocht; dan kan ook iedere gegadigde meedoen. Hij meent, dat dit hier wel
eens meer is gedaan, o.a. op aandrang van de heer Nijpels met een pand waarin nu een
heel bekende juwelier is gevestigd. Ook dat is toen bij inschrijving verkocht»
De heer NIJPELS zegt, dat dat toen eerst verkocht was, maar later is dat toen andersom
gedraaid.
De heer VAN HEUST meent, dat het bij inschrijving is verkocht.
De heer NIJPELS zegt, dat het eerst verkocht was aan een ander en daarna per in
schrijving.
De heer VAN HEYST zegt, dat dat pand nooit door de gemeente openbaar is verkocht.
De gemeente heeft het alleen maar bij inschrijving verkocht.
De heer NI JPELS meent, dat publieke verkoop de beste opbrengst geeft. Als raad moet
men de grootste opbrengst toch aanbevelen, dacht hij
De heer VAN HEUST zegt, dat vakmensen van mening verschillen of in een openbare
verkoop een hogere opbrengst verkregen kan worden dan in een verkoop bij inschrijving.
Hij meent zich te herinneren, dat bij inschrijving destijds voor het pand wat hij daarjuist
bedoelde, een aanzienlijk hogere prijs werd gehaald dan waarschijnlijk op een openbare
veiling verkregen zou zijn. Dat hangt er maar van af. Als er iemand is, die het persé wil
hebben, is die bij een inschrijving veel minder ge-oriënteerd op de mogelijke biedprijzen
van anderen dan bij een openbare veiling. Hij zou de raad dan ook willen vragen, in te
stemmen met een verkoop bij inschrijving.
De heer BR O O S wil nog even iets zeggen. De voorzitter staat dan wel met die hamer
klaar, maar hij mag toch wel praten, dacht hij. Hij doet aan dat spel van de voorzitter