8
Kanttekening: schaalvergroting op industrieel en economisch terrein heeft niets te maken
met gemeenten, gewesten of provincies. Deze vinden nationaal en internationaal plaats.
Waarom zou bestuurlijke indeling daarmee parallel moeten gaan lopen.
En als het wel zo was, waarom zou West-Brabant dan sneller tot één groot gewest moeten
evolueren dan oost- of middenbrabant of noord-oost-brabant, waar zich natuurlijk precies
dezelfde dingen voordoen.
Verder staat er dan bij punt b van de brief een citaat: dat de kamer zich bij de vorming
van één groot gewest laat leiden door de economische belangen van de handel en industrie.
Kanttekening: voor de overheid zijn economische belangen niet alleen maatgevend, zij be
hartigen ook andere belangen en de gemeenschappelijke belangenbehartiging vindt plaats
bij de bestuurlijke taken.
Verder dan: arbeidsmarkt-beleid. De problemen b. v. in het rayon Bergen op Zoom liggen
totaal anders dan die in het rayon Etten-Leur. A1 is overleg over de arbeidsmarkt altijd
natuurlijk wel gewenst.
Ruimtelijke ordening in west-brabant. Het streekplan is een provinciale aangelegenheid.
Daar kunnen zowel gemeenten als gewesten grotere of kleinere inbreng geven.
Behoefte aan werkterreinen: coördinaties op dit terrein zeer zeker nodig, maar het is
de vraag of een gewest zulks kan waarborgen. Denkt u maar eens aan de kwestie provincie
en Shell-Moerdijk.
Verkeers- en vervoers infrastructuur: ook deze belangen liggen in Bergen op Zoom en Roo
sendaal anders dan in Breda. Denk maar eens aan de urgentie van de Zoomweg. Ter
wijl de verbinding Rotterdam - Breda - Antwerpen perfect is, is aan de Zoomweg nog niets
gedaan. De belangen van het gebied in zijn totaliteit liggen totaal anders.
Milieu-hygiëne is een landelijk gegeven dat via wetgeving tot een oplossing moet komen.
Waarin aan de provincie en aan de waterschappen een belangrijke taak is toebedeeld, veel
meer dan aan een lokale overheid.
Ontwikkeling in het distributiepatroon: is hiervoor één groot gewest nodig?.
Hij meent eerder de door de gemeente voorgestane 2 gewesten.
Verder heeft hij dan al gesproken over die voorzitters van de regio's en wat daarvan de
bedoeling is en dan - wat ook nog in de brief van de kamer staat - de herstructurering
van het contact-orgaan West-Brabant, zodat alle gemeenten in Westelijk Brabant hierin
vertegenwoordigd kunnen zijn, is niet nodig. Alle gemeenten kénnen in dit contact-orgaan
vertegenwoordigd zijn, als zij het maar willen.
De onwil van sommigen is op een gegeven moment gebleken en nu zijn die er dus niet in
vertegenwoordigd.
Dat waren de punten van het antwoord, dat B. W. aan de raad voorstellen Tijdgebrek
heeft een echte redactie van het antwoord verhinderd, maar dit is wel de globale inhoud
die B. W. aan de raad voorstellen.
De heer GORRISSEN kan namens zijn fractie zeggen, hiermede wel akkoord te kunnen
gaan. Als het college een brief in deze geest verzendt heeft hij daar verder geen moeilijk
heden mee.
De heer BROOS meent, dat in dat antwoordschrijven ook weer naar het Reimerswaal-
plan wordt verwezen. Vindt de voorzitter dat zelf wel nog realiteit?.
De VOORZITTER zegt, dat gesproken wordt over de gemeente Reimerswaal.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, een antwoord door B. W. te laten uitgaan,
waarin de punten die door de voorzitter als kanttekeningen uit de commissievergadering
zijn opgesomd, opgenomen zullen worden.
4- van_Bergen op Zoom dd, 31 januari 1974.
Jnjte gepoogd wordt hef pand Huybergse-
i"1}tiYerkogenf""
De heer GORRISSEN wil vragen, of deze inschrijving openbaar wordt.
De heer BROOS zegt, dat in de commissie grondzaken door hem is gezegd, dat hij tegen
verkoop is. Dat wil hij nu vanavond uiteraard ook weer zijn. Zijn vraag is, dat ongeveer
5 jaar geleden, de gemeente niet eggen of ploegen wilde om dat spul te verkopen.
Hij vindt het zo'n gunstig gelegen stukje grond, dat de gemeente moet proberen om er een