7
de commissievergadering zijn gemaakt.
Als de raad het persé wil, zal de concept-brief eventueel in een volgende vergadering aan
de orde kunnen komen, maar hij had gehoopt dat de raad ermede akkoord zou kunnen gaan
- om geen tijd te verliezen - dat het college een antwoord zou formuleren aan de hand van
die aantekeningen uit de commissievergadering.
Hij wil wel even in het kort de punten opnoemen.
De heer Gorrissen vroeg of de kamer zich daar nu mee moet bemoeien. Hij kan daarop
zeggen dat de kamer ook uit'burgers bestaat, dus dan kan dat inderdaad.
Of wat zij schrijven juist is, is natuurlijk dan wel een hele andere zaak.
Hij moet wel zeggen blij te zijn dat bij de uitgelekte schets het standpunt van de regio hier
eigenlijk volledig gehonoreerd wordt. Hij heeft vandaag in de krant gelezen, dat de minis
ter zich nog iets afhoudend heeft opgesteld maar toch eigenlijk ook erkent dat dit het stuk
is wat ter beslissing ligt. Uit de ambtelijke voorbereiding dus.
Niet alleen dat dat dan omvat de regio's Roosendaal en Bergen op Zoom, volgens de visie
hier, maar bovendien ruimte laat voor toetreding van Reimerswaal, T'holen en Sint Philips-
land. Wat, zoals de raad wel weet, steeds door spreker verdedigd is. Dat heeft hem dan ook
wel genoegen gedaan.
Spreker wil dan verder nog even aangeven, welke punten in het antwoord-schrijven zullen
worden opgenomen.
Een brief aan gedeputeerde staten te verzenden met een afschrift aande minister van bin
nenlandse zaken en genoemde kamer van koophandel en fabrieken met de volgende in
houd.
Hij wil eerst nog even antwoorden op de vraag, of het college van B, W. geraadpleegd is.
Dat heeft men n.l. niet. De voorzitter en de secretaris van de kamer hebben, voordat zij
gingen schrijven, een bezoek gebracht aan de 3 burgemeesters van de 3 kerngemeenten.
Daarin heeft spreker uitvoerig zijn bekende standpunt over de regiovorming uiteen gezet.
Hij wordt dan geciteerd met zijn college uit Roosendaal dat zij niet tegen een gewest West-
Brabant zijn, en hij kan daarop dan zeggen, dat dit niet helemaal onwaar is maar het heeft
wel een andere teneur als waarop dat in dit schrijven overkomt. N.l.wat altijd al door
hen is gezegd, om nu zo te beginnen en als een gewest Brabant tot de reële mogelijkheden
en noodzakelijkheden gaat behoren in hun gezichtskring, zij daar niet op voorhand tegen
zijn. Op dit moment wordt dat door hen echter niet zo gezien. Hij dacht, dat dit wel duide
lijk was.
Als men nu gewoon zegt: die zijn ook niet tegen dan geeft dat een heel andere indruk.
Het advies luidt dan om te antwoorden conform de volgende opmerkingen:
Ten eerste: de heer Gorrissen heeft ook al gezegd dat 17 gemeenten in de regio's Bergen
op Zoom en Roosendaal de noodzaak inzien van een gewestelijk bestuursorgaan voor reële
bestuurstaken, waarvan dan de behartiging beter en efficiënter gemeenschappelijk kan
plaats vinden. Dat zijn dan al die gemeenschappelijke regelingen zoals ambulance, brand
weer, volksgezondheid enzovoorts.
Punt 2. Een gewest, dat geheel West-Brabant - wat voor "geheel" is dat - omvat, is geo
grafisch een te uitgestrekt gebied waarin de noodzaak van een gemeenschappelijke belan-
genbeharti ging op bestuurlijk en administratief-technisch niveau in de praktijk zich. niet
voordoet.
Behartiging van incidentele belangen, die het samenlevingsverband als geheel in West-Bra
bant aangaan, kan beter plaats vinden door overleg tussen als noodzaak aangevoelde in
stituten door middel van het contact-orgaan West-Brabant.
In een geografisch groot gewest liggen de belangen veelal niet gemeenschappelijk en de
behartiging daarvan door één bestuurlijke organisatie zal niet wel mogelijk zijn.
B„ v. belangen van Steenbergen bij een 2e nationale luchthaven liggen geheel anders dan
die van Breda.
Verder heeft Bergen op Zoom practisch geen gemeenschappelijke belangen op bestuurlijk
niveau met b. v. het Land van Heusden en Altena dat tot het gewest West-Brabant wordt
gerekend maar wel veel gerichter belangen met Tholen, Sint Philipsl and en Reimerswaal
welke niet tot het gewest worden gerekend.
Verder dan nog enkele kanttekeningen bij de brief van de kamer; die hebben daar de ont
wikkeling op industrieel gebied, de schaalvergroting enzovoorts in aangehaald: dan zou
West-Brabant sneller dan de overige voorgestelde 3 gewesten moeten komen tot één ge
westelijke bestuurlijke opzet.