29
volgens de berichten bedoeld voor buitenlandse vrouwen. De raad verzoekt het
college van B. W. namens de raad ernstige bezwaren tegen deze vestiging in te
dienen bij zowel de Officier van Justitie te Breda, als het Ministerie van Justitie
te den Haag en bij de Inspecteur van de Volksgezondheid. En gaat over tot de
orde van de dag".
De heer NIJPELS wil nogmaals de heer Gorrissen verzoeken, deze motie in te trekken.
Hij vindt het niet zakelijk om dit hier in de raad naar voren te brengen.
De heer GORRISSEN handhaaft de motie.
De VOORZITTER gaat dan over tot stemming over de motie Gorrissen.
Daaruit blijkt dat de motie met 14 stemmen voor en 9 tegen wordt aangenomen.
Voor stemmen: mevrouw Videier en de heren Arnoys, van Heijst, van Kaam, Rikken,
de Jaeger, A. Franken, Gorrissen, Notenboom, Leijs, Dekkers, W. Franken, Blanken
en Hopmans.
Tegen stemmen: de dames Vlug en Elseman en de heren Hendriks, Helsloot, M. 1 ranken,
Parel, Nijpels, Broos en Hartel,
Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 26 juli'1974.
De secretaris:
De voorzitter: