21 Op zich vindt hij dit geen vraag aan een gemeentebestuur maar het staat dus duidelijk in het Wetboek van Strafrecht. Ten tweede over artikel 251 bis. Daarin wordt wel degelijk geregeld dat hij die opzette lijk ene vrouw in behandeling neemt of doet ondergaan te kennen gevende of de verwach ting opwekkende dat daardoor zwangerschap kan worden verstoord, wordt gestraft met gevangenisstraf enzovoorts. Dat is dus inderdaad ook strafbaar. Vervolgens vraagt de heer (lorrissen iets, waar spreker geen antwoord op kan geven. 7. -ï eerste twee vragen betreffen gewoon feitelijkheden, en die kan hij gewoon even bevestigen, Dat staat inderdaad in het Wetboek van Strafrecht. De derde vraag van de heer Gorrissen gaat echter over het vervolgingsbeleid, door het Parket onder supervisie van de Procureur-Generaal en onder hoogste autori teit van de Minister van Justitie. Deze laatste heeft deze week toevallig in de Eerste Kamer daarover duidelijke taal gesproken, n.L dat hij geen kans ziet om abortus te vervolgen met, de huidige wetgeving. Dat is zijn beleid. Daar heeft de gemeentelijke autoriteit niets mee te maken. De gemeentelijke autoriteit kan op geen enkele manier vervolging of strafmaat beïnvloeden. Dat is het beleid van de staande magistratuur, zo als dat heet onder uiterste verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie. Terwijl de rechterlijke macht, de zittende magistratuur die veroordeelt, in de neder- landse wetgeving onafhankelijk is van de wetgevende macht, Met andere woorden: zelfs de Minister van Justitie kan vervolgen wat hi j wil, als de rechterlijke macht het "on schuldig" uitspreekt heeft er niemand meer iets te vertellen. Dat is de scheiding van de machten, een van de principiële punten van de nederlandse wetgeving Men mag dus deze vraag gerust aan het college van B» W» stellen, maar men mag in deze officiële zitting van het college daarover geen oordeel verwachten. Dat zou een vermenging van machten zijn die men in nederland niet kent. De volgende vraag was dan of deze polikliniek opgezet is voor buitenlandse vrouwen. Dat het personeel frans-talig moet zi jn is een indicatie. Voorzover het college bekend, is ook op andere manieren duidelijk geworden dat men van plan is alleen buitenlandse vrouwen te behandelen. Op zich zegt dat natuurlijk niets. Op de laatste vraag, of aan het college toestemming is gevraagd, kan hij met "neen" antwoorden,. Het college had ook geen toestemming kunnen geven want het heeft hierin geen macht. In de krant heeft men kunnen lezen dat hij heeft gezegd* Het gemeentebe stuur kan niets en mag niets. Dat heeft hij ook inderdaad gezegd» Hij dacht dat de ver tegenwoordigers van de pers het met hem eens zullen zijn dat hij ook nog een, andere uitdrukking heeft gebruikt, n.L de gemeente heeft hier geen taak en geen verantwoor delijkheid. Dit laatste vindt hij eigenlijk nog beter uitgedrukt. Al deze zaken zijn ge regeld in landelijke wetgevingen hetzij het strafrecht, hetzij de medische tuchtrecht spraak. Het behoort dus gewoon niet tot de taak van de gemeentelijke overheid. Of er overleg is gepleegd? De chef de clinique is bij hem geweest en heeft gevraagd wat spreker er van dacht. Hij heeft daarop geantwoord dat dat moeilijk te zeggen was. Hoe zal de bevolking reageren» Dat weet men maar niet zo Hij heeft echter geadvi seerd om overleg te gaan plegen met de gemeente-arts en via deze I on dan de medische stand worden geconsulteerd hoe die daar tegenover staat.. Of deze kliniek welwillend wordt ontvangen of niet. De chef de clinique is wel bij de gemeentearts geweest en daarna kwam de feitelijke mededeling dat deze polikliniek zou gaan starten. Er is dus wel een eerste bezoek geweest maar geen werkelijk overleg of men wel of niet zou starten noch met het college, noeh met de medische wereld van Bergen op Zoom. De medici hebben daar op hun eigen wijze op gereageerd; dat zij dit gebrek aan overleg ten zeerste betreuren. Waar gaat het nu eigenlijk om. Deze feiten zijn juridisch zo dat er nauwelijks enige dis cussie over mogelijk is. Zelfs dat ene punt van de ruimtelijke ordening heeft spreker nog even laten uitzoeken of daar soms overtredingen waren gepleegd. Die zijn er echter met gepleegd. De gemeente als overheid krachtens recht en, wet staat dus buiten deze zaak. Een ander feit is of men zich in de gemeenteraad van Bergen op Zoom geroepen voelt om uitdrukking te geven aan gevoelens, dat men. een dergelijke polikliniek in Bergen op Zoom ongewenst acht. Dat men. dit betreurenswaardig vindt. Dan is dat geen overheids- daad als zodanig maar een uitspraak van meningen. Hij wil daarover zijn mening wel kenbaar maken» Hij persoonlijk vindt het buitengewoon jammer dat deze polikliniek hier gevestigd is zonder dat de normale contacten genomen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 208