HINDU! £jf f#® fW J -9f4 VRIJDAG 28 JUNI 19 7 4, des namiddags om 20. VOORZITTER: de heer drs.L.J.M.van de Laar AANWE ZIG: de dames: A.Vlug-Ruiter, J.S.Elseman-Gazendam en VJm. fu'de- ler-Kxl en de heren: ir. M. C. Arnoys, drs.P.G.M.van Heijst, N.A.van Kaam, J. K. Hendriks, H. Helsloot, M. J. Franken, G, Parel, W.Rikken, -D. J. J.Nijpels, J.de Jaeger, A. J. Franken P. J. Broos, P.A.Gorrissen, CJ.A. Notenboom, D.Leijs, P. J.F.Dekkers, W.C.Franken, A.A.Blanken, P.Hopmans, en drE.G.H.HMrtel SECRETARIS: de heer mr. P. J. Pauwels. DE VOORZITTER opent de vergadering met gebed en deelt mede dat er bericht van verhindering is binnengekomen van de heer D. Westerhof, die met vakantie is. Vervolgens stelt hij aan de orde: 1. Vaststelling van de notulen van de vergaclering yan mei 1974„ De heer PAREL zegt dat het hem op bladzijde 14 onderaan van de notulen is opgevallen dat daar over de uitslag van een stemming wordt gezegd, dat het voorstel van. de heer de Jaeger met 8 stemmen voor en 14 tegen is verworpen. Bij het vermelden van de namen van de voorstemmers staan daar evenwel slechts 7 personen vermeld, ondanks de zeer goede apparatuur. De VOORZITTER zegt, dat de heer Parel hierin inderdaad gelijk heeft. Er zal op de band worden nagezocht, wie nog meer heeft voorgestemd, (Uit de controle is gebleken, dat de naam van de heer Parel bij de voorstemmers ver zuimd is op te nemen. De notulen worden, derhalve alsnog met de heer Parel bij de vóór stemmers aangevuld) Vervolgens zegt de VOORZITTER, dat er een interpellatieverzoek is binnengekomen van de heer Gorrissen om een interpellatie te mogen houden over de vestiging van een abor tus-polikliniek in Bergen op Zoom. De heer Gorrissen heeft daartoe toestemming aan de raad gevraagd. Bovendien heeft deze gevraagd om de interpellatie aan het begin van de vergadering te mogen houden inplaats van, zoals normaal, aan het eind. Hij wil dan ook aan de raad vragen of de heer Gorrissen op de eerste plaats toestemming krijgt van de raad om deze interpellatie te mogen houden. Hij weet verder dat alle raads leden de tekst van de heer Gorrissen van de interpellatie hebben ontvangen. Hij vraagt verder aan de raad of de heer Gorrissen de interpellatie in déze vergadering mag houden. Vervolgens, of de raad het goedvindt dat de interpellatie aan het begin van. deze vergadering wordt gehouden. Hij zou de heer Gorrissen. willen vragen of deze even wil toelichten, waarom deze de interpellatie graag aan het begin van deze vergadering wil houden. De heer GORRISSEN zegt, dit zo'n belangrijke zaak te vinden dat hij van mening is, dat- deze in dit geval wel wat voorrang mag hebben op de andere stukken.. De heer HELSLOOT vindt dit geen argument. Hij meent dat iedere interpellatie tot nu toe, door welk raadslid dan ook ingediend, ook over een belangrijke zaak ging. Hij vraagt zich af, of nu op dit punt ineens een uitzondering op de regel moet worden gemaakt. Hij neemt direct aan dat de heer Gorrissen dit een belangrijk punt vindt. Dat wil. hij ook respecteren. Als deze dan echter nu het recht claimt om de interpellatie in afwijking van de normale gang van zaken, nu ineens aan het begin van de vergadering te houden, moet spreker daaruit destilleren, dat deze alle voorgaande interpellaties in vergelijking tot de zijne thans minder belangrijk vond en dat vindt spreker toch wel wat vreemde zaak,, RAADSVERGADERING d,d. Paraaf 1 I 4H"4-+4444H-44-4HH44-4H-4--HH-4-4-4'4- g:

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 188