A
S^BSBk
23
De heer WE ST ER HO F moet zeggen, met dit voorstel toch wel enige moeite te hebben
ook al vanwege de punten die het college er in naar voren brengt.
De Stichting Behoud en Herstel van de Synagoge te Bergen op Zoom heeft zich ingespan
nen om voor de restaurantie van de synagoge subsidie te verkrijgen, Er is een architect
aangetrokken in opdracht van de stichting. Uiteindelijk blijft er maar 10% te subsidiëren
door de gemeente. Hij heeft in de commissie ook al aangekaart hoe hij over een en ander
denkt en daar geen zinnig tegenspel gehad waarom de gemeente dat nu beslist moet gaan
doen. Hij vindt dat op de eerste plaats een stichting die zich daar zó voor inspant het
morele recht moet hebben en gewoon een kwestie van fatsoen om te gaan zeggen: Dat
hebben jullie nu zo mooi voor elkaar gebokst en nu mogen jullie dat ook verder uitvoeren.
Of de gemeente nu die subsidie verbouwt of dat de gemeente die subsidie aan de stichting
geeft zal niet zoveel uitmaken. Nu wordt voorgesteld dat de gemeente de plannen gaat
uitvoeren in overleg met de stichting. Hij zou andersom willen voorstellen: de stichting
voert de plannen uit. in overleg met de gemeente.
Als er een goed particulier initiatief is met een aantal mensen die zeker in staat zijn
om dit tot een goed einde te gaan brengen, wil hij vragen waarom de overheid hier nu
weer moet gaan ingrijpen. Hij zou wel graag nog wat meer zakeli jke argumenten van
het college willen vernemen, waarom nu hier zo moet worden gehandeld.
Hij weet dan wel dat uiteindelijk de stichting wel akkoord is maar het komt toch bij hem
wel wat onsympathiek over.
De heer NÏJPE LS zou de formule willen volgen zoals bij de stichting Stadsherstel,
Destijds is er zo voor die stichting Stadsherstel gepleit en als nu. deze formule hier ook
wordt gevolgd is de zaak gauw opgelost, dacht hij.
De heer M. J. FRANKE N zou willen voorstellen om dit punt een maand aan te houden.
De stukken zijn gisteren pas bij de raadsleden in de bus gedeponeerd. Normaal zijn
toch de regels, dat de agendapunten een week voor de raadsvergadering in het bezit
van de raadsleden moeten zijn. Vandaar zijn verzoek om. aanhouding.
Om met dit laatste te beginnen wil de V OORZ IT TER zeggen, dat dit volstrekt onmo
gelijk is. Dan is er een grote kans dat de subsidies worden verspeeld. De plannen moeten
practisch onmiddellijk worden ingediend. Uitdrukkelijk is wat dat betreft de klem op de
neus gezet.
Wat betreft wel of niet tegenspel in de commissies, dat kan hij niet beoordelen en zal
de heer van Heijst dat dadelijk doen.
Wat betreft de hoofdopmerking over de verhouding stichting - gemeente wil hij zeggen
dat aan de exploitatie en aan het onderhoud van een dergelijk monument ook nog wel de
nodige problemen kleven. Hij dacht dat het in dit geval in handen van de gemeente wat
gemakkelijker lag. Een ander voornaam probleem is dan natuurlijk, ook de coördinatie
die van het gebruik van dit soort ruimtenwaar Bergen op Zoom nog al rijk mee geze
gend is, moet uitgaan. Aan de stichting is dan ook een voorstel gedaan en uit de kranten
heeft men kunnen lezen dat dit in eerste instantie niet volledig werd begrepen, maar na
een gesprek met het stichtingsbestuur heeft dit toch gezegd, dat de motieven van de ge
meente beter werden begrepen en dat het bestuur daar helemaal achter kon gaan staan,
Datzelfde is ook in de brief te lezen die bij de stukken lag.
Tegelijkertijd staat er dan het voornemen van B. W. om het beroeps schrift in te trek
ken. Indertijd is vanachter de tafel althans met de grootst mogelijke meerderheid ver
dedigd: Niet plaatsing op de monumentenlijst. Wel streven naar behoud.
Dat gebeurde dan, omdat het college bang was dat bij de stand van financiën bij monumen
tenzorg dit object jarenlang zou hebben moeten blijven liggen bij gebrek aan subsidie en
dan zou men misschien wel eens hebben moeten zeggen: dan in vredesnaam maar afbreken.
Nu dat anders bli jkt door ineens die verruiming van de financiën wegens die werkgelegen
heids-verruimings-objecten is er geen enkele reden meer, integendeel, om te trachten
plaatsing op de monumentenlijst te voorkomen. Hij meent dat dit een logische voortzet
ting is van wat toen werd gezegd. Dat is de coördinatie van ruimten.
Het college is van plan en daar zullen nadere voorstellen voor komen, om de stichting een
zeer grote, bijna onafhankelijke zeggingschap te geven in het gebruik van deze ruimte.
Met een globale controle door de gemeente hierop. De stichting aanvaardt dat en zegt:
Ons doel was herstel. Als de gemeente dat uitvoert is het ons lief. Het bespaart ons ver
der een hoop rompslomp. Het is ook dan in goede handen. Wij zijn volledig tevreden ge-
