1
15
Tegen stemmen de dames Vlug en Videier en de heren Gorrissen, Lexjs, Dekkers, W.
Franken, Blanken, Hopmans, Hartel, Arnoys, van Heijst, van Kaam, Helsloot, Wester
hof.
De heer GORRISSEN zegt bij zijn stem, het nut van deze aanvulling niet in te zien.
21. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de
Ruj.mtelyke_ OrdeningJStatl, onsstraat en omgeving).
(Verzameling 1974 noRÖ/9Ö).
De heer BROOS heeft bij de bespreking over een vorig punt al aangehaald en wil dit
nog even preciseren. Hij wil vragen wat nu precies de bedoeling is. Er is een ondernemer
opgestaan en die is daar gaan bouwen met de mogelijkheid, dat dit in de toekomst meer
zal gaan plaatsvinden. Hij vindt het daar toch ergens wel een hartje voor een winkelcen-
trummogelijkheid. Zijn vraag is dan of het aannemen van dit voorbereidingsbesluit niet
remmend op gaat treden op de ontwikkeling van een dergelijke gedachte en een streven
van ondernemers. Dat zou hij toch ergens wel betreuren» In het verleden heeft het
toenmalig dagelijks bestuur van de stad hij wil dan niet zeggen verzuimd, maar toch wel
iets in die richtingom daar een bestemmingsbeSÏuit voor te nemen. Nu is dat echter
allemaal aan het draaien. Hij weet wel dat het daar mooie huizen zijn en waar moet men
dan voor kiezen. Moeten het nu winkels gaan worden of woonhuizen blijven.
Hij vindt het jammer dat door het aannemen van dit voorstel de ondernemers worden be
lemmerd en in ieder geval remmend moeten gaan werken met het aanvragen van vergun
ningen enzovoorts. Hij wil vragen of dat juist is.
De heer LE IJS is deze keer niet in de gelegenheid geweest om de betreffende vergade
ring van de commissie ruimtelijke ordening bij te wonen en wil bij het voorstel dan ook
nu graag enige kanttekeningen plaatsen.
Hij gelooft dat het goed is - en die bespreking heeft hij in de commissie wel meege
maakt - dat er hier een voorbereidingsbesluit genomen gaat worden ten aanzien van een
ontwerp-bestemmingsplan daar. Toen deze zaak in de commissie speelde was men zeer
beslist nog niet zo ver gevorderd dat het college met een concreet voorstel kon komen»
Dat is er nu vanavond wel. Hij wil opmerken dat het hier om een gebied gaat wat toch
nog al in bespreking is geweest; er is nog al heel wat om te doen geweest, dacht hij.
In zijn algemeenheid wordt op dit moment rekening gehouden bij het ontwerp-bestem
mingsplan met de thans bestaande ontwikkelingen die er daar zijn. Hij wil dan met name
doelen op de Sint Josephstraat oostzijde en de Stationsstraat van de Sint Josephstraat
tot aan de Wassenaarstraat, Daar is zo nog al wat gaande op dit moment.
Hij gelooft dat ten aanzien van dit bestemmingsplan de nodige haast zal moeten worden
gemaakt omdat naar zijn mening anders bij de initiatiefnemers, die daar wat willen
gaan ontwikkelen om een lange termijn moet worden gevraagd eer er daar beslissingen
genomen zullen kunnen worden» Temeer daar in het pre advies gesproken wordt over
het feit dat een bestemmingsplan voor dit gebied binnen een jaar in procedure zou
kunnen komen, meent hij, dat deze termijn zeer beslist gehaald zal moeten worden.
Dat zal voor diegenen die daar bepaalde plannen hebben, zeker gedaan moeten worden.
Hij gelooft, - en hij wil zich voorzichtig uitdrukken - dat zeker ook getracht moet
worden om te voorkomen, dat de termijn van dit voorbereidingsbesluit eventueel weer
verlengd moet gaan worden, hetgeen bij verschillende bestemmingsplannen in het
verleden is gebeurd. Dat zou hij hier in dit bijzondere geval uitermate betreuren.
De heerNIJPELS is het geheel eens met het betoog van de heer Broos. Hij wil/Zelfs nog
verder gaan. Als dit besluit genomen zou worden, wordt dan de stad niet dood gemaakt,
wil hij vragen. Aan die zijde da Het zal toch ook mogelijk zijn dat er aanstonds nog
grotere zaken komen die zich in Bergen op Zoom willen gaan vestigen en dan is daar
voor geen gelegenheid. Dan zullen ze misschien bij de Gevangenpoort moeten gaan zitten
en daar zullen ze wel geen zin in hebben, dacht hij.
De heer HE LSLOOT heeft 1 concrete vraag aan de wethouder die hij eerst wil in
leiden. De grens van het gebied waar het hier over gaat is naar zijn idee vrij wille
keurig getrokken. Om de doodeenvoudige reden dat het aan de oostzijde grenst aan een
ander bestemmingsplan waarvan de grens ook vrij willekeurig is. Hij vraagt zich dan af
of met name de oostzijde Sint Josephstraat en het stukje Stationsstraat waar ook de heer
Leijs over sprak niet dermate van&a rakter verschillen met de rest van dat gebied dat