8 De heer WE STERHOF wilde graag een wat positiever geluid laten horen dan de beide vorige sprekers. Hij is erg blij dat dit fonds voor sociale doeleinden wat er ai een aantal jaren is en waar tot nog toe niemand, noch van het college noch van de raad met een zinvolle bestemming over is gekomen, nu een doel heeft gevonden waarvoor nog geen voorzieningen zijn en waar dit fonds dan nu voor bestemd kan worden. Hij dacht wel dat het juist zou zijn, dat de raad bijhoudt hoeveel er nog in dat fonds zit. Zouden er in de toekomst andere mogelijkheden van bestemming zijn, dacht hij dat het altijd nog aan de raad vrijstond om er dan wat van te besteden. Voorlopig is er nu een doel voor. Om het fonds maar van eeuwigheid tot amen te laten bestaan zonder dat men weet wat er mee gedaan moet worden lijkt hem ook niet een juiste weg. Verder dacht hij dat het wei het streven moest zijn dat dit een eerste aanzet was voor met name de gemeente om een aantal woningen te krijgen die ook blijvend beschikbaar blijven voor gehandicapten. Als iemand om bepaalde redenen een woning verlaat zal die woning weer bestemd kunnen worden voor iemand anders die daar misschien hard op zit te wachten. Op deze manier kunnen de voorzieningen die aan die huizen worden getroffen ook nog voor meerdere mensen, die dan ongeveer in dezelfde omstandigheden verkeren, worden benut. Daarom lijkt het hem wel zinvol om dat bij voorkeur in ge meentewoningen te gaan doen. Mevrouw VL UG kan het met het laatste deel van het betoog van de heer Westerhof gloeiend eens zijn. Deze gemeentewoningen zijn eigendom van de gemeente en de gemeen te blijft een vinger in de pap houden met het toewijzingsbeleid. Wat dat betreft is zij het dan ook helemaal niet met de heer de Jaeger eens. Ook verder niet. Zij is n. 1. bijzonder gelukkig met de samenstelling van die commissie. Zij neemt aan dat wanneer een huis verbouwd zal worden of aangepast, daarvoor dan een raadsbesluit genomen zal moeten worden zodat de raad daar ook over kan meepraten. Zij zou het bijzonder toejuichen wanneer in deze commissie nu juist eens geen raadsle den zouden zitten en ook geen belanghebbenden, maar zuiver deze neutrale, bij het werk betrokken mensen. De heer M. J FRANKEN is blij met dit voorstel. Dat heeft hij ook in de commissie van het woningbedrijf tot uitdrukking laten komen. Hij kan toch ergens ook: wel met de heer de Jaeger meegaan, dat ook mensen die in particuliere woningen zitten en door een handicap ook op een of andere manier voor een aanpassing in aanmerking zouden moeten kunnen komen, daar toch ook wel rekening mee gehouden zou moeten worden. Hij vindt ook dat mensen die in particuliere woningen zitten evenveel rechten hebben als mensen in gemeentewoningen. De heer NOTENBOOM kan de woorden van de heer de Jaeger volledig onderschrijven. Hij heeft er niets aan toe te voegen en ook niets aan af te dingen. Hij heeft er geen behoefte aan om een aantal gemeentewoningen te gaan creëren die aan gepast worden voor gehandicapten. Er is zofn groot verschil in handicap. Aan de ene woning zal men iets doen voor iemand die niet goed kan lopen; aan een andere woning zal weer een andere voorziening getroffen moeten worden. Hoeveel woningen zal men dan op de duur niet moeten hebben. Uit deze pot zullen dan ongetwijfeld onvoldoende financiën daarvoor komen om dat allemaal te kunnen realiseren, Hij is het er niet mee eens dat dit nu allemaal wordt opgemaakt voor dit ene doel. In het verleden is er dan waarschijn lijk nog geen ander sociaal doel gevonden kunnen worden, Hij zou willen vragen, of er altijd wel goed gezocht is. Dat is dan geen verwijt aan een wethouder van sociale zaken of aan raadsleden. Men, heeft er eigenlijk nooit bij stil gestaan, Hij weet echt niet of dit het nu ineens wel is. Hij is het verder niet eens met mevrouw Vlug die beweerde dat de samenstelling van de commissie voor haar voldoende is. Hij meent dat er minstens 2 anders gezinden als ambtenaren in moesten zitten. Hij beschouwt hen allen als ambtenaren. Een raadslid en een inwoner van de stad zouden er zeker bij moeten komen, meent hij» Hij dacht toch. dat deze pot bedoeld was voor het algemeen belang en niet voor de men sen die nu toevallig eens in aanmerking komen om in een gemeentewoning te kunnen gaan. De heer PARE L kan in grote lijnen met de heer Notenboom meegaan. In zijn fractie is over dit punt ook gesproken. De fractievoorzitter heeft hem gezegd, dat deze commissie gezien moest worden als een advies-commissie. Zij mogen alleen maar een advies geven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 164