1 i I r r p J i i 10 Zij zouden eventueel ook met de mobilofoon even naar het bureau kunnen doorgeven, of die dat even doorgeven aan de reiniging, of iets dergelijks. Hij wil dat graag eens bekijken. Dat heeft dus niets met een wet te maken, maar gewoon iets wat iedere burger kan doen. De heer HART E L wil daar nog wel even aantoevoegen, dat die parkeerwachters toch wel een heel klein beperkt gebied van de binnenstad bestrijken. Dat is maar een betrekkelijk klein oppervlak en alleen daar zou dat dan door die men sen bestreden kunnen worden. Als het juridisch mogelijk was tenm inste De rest van de stad zit evenwel zonder deze mensen. De VOORZITTER meent ook, dat er dan inderdaad wat mensen bij aangetrokken zouden moeten worden. De heer HENDRIKS is niet tevreden gesteld. Hij zou graag zien dat het college toch eens overwoog, om die mensen een uitgebreide politionele bevoegdheid te geven en ze daarvoor ook op te leiden. Desnoods moeten zij hun terrein dan ook „nog maar tot bui ten de kom van de gemeente uitbreiden. Hij ziet niet in, dat dat niet kan. De heer DEKKERS heeft wat moeite met het voorstel om te zeggen dat die parkeer wachters opgedragen wordt om de reiniging op te gaan bellen. Hij denkt, dat als men tot de ontdekking komt dat dit een beetje gebruikelijk wordt, men er toch min of meer om vraagt om die spullen maar op straat te zetten en dat die parkeerwachter wel zal gaan bellen en dat het wel weer wordt opgeruimd. Hij heeft daar toch wel wat moeite mee. Hij dacht, dat hierdoor een averechtse uitwer king verkregen wordt. Hij zou in overweging willen geven, om hier ernstig bij stil te staan, alvorens een instructie in deze zin te laten uitgaan. Mevrouw VLUG meent dat dat natuurlijk wel kan, maar dat kan ook zo weer afgelopen zijn. Men is in dit geval toch in ieder geval in overtreding door dat spul buiten neer te zetten. Het mag niet buiten worden gezet dan op de aangewezen dagen. Een telefoontje naar de politie zal dan, als men het expres gaat doen, wel afdoende zijn, dacht zij. Mevrouw E LSE MAN dacht dat die parkeerwachters alleen maar als zodanig zijn aangesteld. Zij zou willen vragen, of die nu zo maar ineens zonder meer een nieuwe taak erbij gegeven kan worden. De VOORZITTER meent dat op zichzelf zich niets ertegen verzet om de taak van de parkeerwachters uit te breiden. Mits dat dan ook door hen wordt geaccepteerd, want zij zijn natuurlijk voor een bepaalde taak aangesteld. Als men echter door dit middel van ambtenaren met beperkte opsporingsbevoegdheid /op de stad ooi/het punt van milieu-rijnheid wil controleren zal men een aanzienlijk getal meer van die ambtenaren nodig hebben, dacht hijDe parkeerwachters zijn toch aan gesteld voor het vrijhouden van de parkeerruimten voor lang-parkeerders, zodat de bezoekers van de binnenstad gelegenheid krijgen om altijd hun auto te kunnen stallen. Deze mensen hebben dus een beperkt areaalAls men er dan eens aan denkt wat dat zou gaan betekenen voor het hele gebied van de gemeente zal men toch wel een heel korps nodig hebben, meent hij. Deze mensen hebben ook een 40-urige werkweek en zoveel vrije zondagsdienst enzovoorts. Wil dat werkelijk effectief bestreken worden, dan zullen echt een aantal mensen daarvoor nodig zijn. Hij dacht niet, dat dit moment nu al was aangebroken. Bovendien kunnen bepaalde excessen door de normale politie worden bestreden. Hij weet verder dat ook door de boswachters nog al eens verbalen worden opgemaakt inzake klandestien vuil storten in de terreinen die zij weer bestrijken. De heer Dekkers heeft terecht een waarschuwende vinger geheven en gezegd, doe het maar niet te gauw, want misschien werkt het wel averechts. Hij wil deze zaak echter eens goed bekijken of bepaalde zaken, die duidelijk voorko men kunnen worden, of althans snel opgeruimd kunnen worden, gesignaleerd worden. Hij dacht, dat het bij mevrouw Vlug daarom voornamelijk ging. Bij c. wil mevrouw VLUG opmerken, dat het hele dossier van de heer Brouwer en diens boot onderhand wel een heel verhaal geworden is. De uiteindelijke slotconclusie van de heer Brouwer is dan, dat er een onwettige overval op zijn boot is gebeurd. Zij kan daar verder ook niets zinnigs over zeggen wie er nu juridisch gelijk heeft. Dat lijkt haar een hele puzzel. Zij stelt het bijzonder op prijs als de ambtenaren ijverig zijn maar zij vindt het in dit geval toch wel een beetje over-ijverig. Om binnen 1 en 12 november dan gelijk maar die boot te gaan verwijderen. r

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1974 | | pagina 14